|
|||
Philips I van Wassenaar [I31321], zoon van Kerstant van Wassenaer en Halewin van Leiden.
Geboren ± 1175 Voorschoten, overleden ± 1223, leeftijd ongeveer 48 jaar. Beroep: ridder Philips van Wassenaer, ridder. (voor 1200 - 1223) 1287 juni 10: Floris V, graaf van Holland , beleent Philips van Wassenaer, zijn dienaar en kamerling, met de tienden van Wassenaer behoudens lijftocht van Oda, weduwe van Willen van Teilingen. De bronnen verschillen over de moeder(s) van de kinderen van Philips 1. Aangenomen is dat dit Agnes Persijn is. Melindes was waarschijnlijk zijn eerste vrouw. Het eerst wordt hij vermeld in 1200 onder de getuigen bij het verdrag van graaf Dirk VII van Holland met hertog Hendrik I van Brabant. In 1203 komt er in het graafschap weer beroering. Graaf Dirk VII laat bij zijn overlijden slechts een dochter na, Ada. Gravin Aleid had echter een plan gesmeden om door een huwelijk van haar dochter met Lodewijk, graaf van Loon, het graafschap uit handen van graaf Willem I (de broer van Dirk VII) te houden. Bijna alle Hollandse edelen bewilligden hierin, behalve Philips van Wassenaar en enkele ministralen. Zelfs Willem van Teylingen en Wouter van Egmond stemden aanvankelijk toe, hoewel ze iets later met Philips de leiders zullen zijn van de groep edelen, die zich tegen de opvolging van Ada verzetten (de Loonse oorlog) (1). De vroegtijdige en duidelijke stellingname van Philips in 1203 ten gunste van graaf Willem I kan verklaard worden uit een bijzondere band tussen vorst en edelman, die gelagen kan zijn gedurende de gemeenschappelijke deelname aan de kruistocht in 1189 en het verblijf in het Oosten. In 1205 komt hij voor als getuigen bij de verkoop van twee hoeven aan de abdij te Rijnsburg en zegelde in 1223 de schenkingsbrief, waarbij de weduwe van graaf Willem I aan deze abdij 50 pond Hollands gaf, voor de ziel van haar overleden man. Philips stierf omstreeks 1225. In november 1200 werd voor het eerst schriftelijk melding gemaakt van een Van Wassenaer. 800 jaar familiegeschiedenis Van Wassenaer met z'n ups en z'n downs, maar met in elk geval één constante: de zorg voor het bezit. Afgezien van persoonlijk talent was een goed beheer van oud en het verwerven van nieuw bezit mede afhankelijk van een adellijke afkomst en de daarbij behorende rechten. Ook speelden het bekleden van hoge functies - die leverden macht en status op - en een uitgekiende huwelijksstrategie om een goede partner te vinden voor met name de oudste zoon een belangrijke rol. AfkomstHoe ouder het geslacht, hoe groter het prestige. Zo wisten genealogen in de zestiende eeuw op onnavolgbare wijze de Van Wassenaers af te laten stammen van Bataafse koningen uit de Romeinse tijd (de eerste eeuwen na Christus)! Zo oud zijn de Van Wassenaers nu ook weer niet. De eerste vermelding van een telg uit deze familie dateert van 3 november 1200. Deze Philips van Wassenaer moet toen al tot de adel behoord hebben, want hij wordt als getuige genoemd bij de sluiting van een verdrag tussen graaf Dirk VII van Holland en de hertog van Brabant. Of Philips' vader zich ook al Van Wassenaer noemde, is niet waarschijnlijk. De naam gaat terug op de burcht die werd gesticht in Wassenaar, ter hoogte van het huidige Burchtplein. Adellijke afkomst en bezit zijn aan elkaar gerelateerd. Wie tot de adel behoorde werd geacht uitgebreide bezittingen te hebben, of omgekeerd: wie zijn bezit verloor, kon ook zijn adellijke positie kwijtraken.De oudst bekende eigenaar van Duvenvoirt stamt tevens uit Hollands' oudste geslacht: het geslacht Van Wassenaer. Zijn naam was Philips van Wassenaer en hij werd voor het eerst vermeld in een akte uit 1226. In Philips' tijd, de vroege middeleeuwen, was Duivenvoorde niet meer dan een donjon - een vierkante verdedigingstoren - met daaromheen een ommuurde gracht. Later, toen woonruimte belangrijker werd dan veiligheid, begon men steeds aan de toren aan te bouwen. Pas bij een ingrijpende verbouwing in het tweede kwart van de zeventiende eeuw kreeg het kasteel zijn huidige symmetrische uiterlijk en grondplan: Duivenvoorde werd van een robuuste verdedigingstoren voorgoed een behaaglijk landhuis. Het slot werd toen bewoond door de inmiddels twaalfde generatie Van Wassenaers: Johan van Wassenaer ende Duvenvoirde met zijn zeer gefortuneerde echtgenote Maria van Voerst. Hun achterkleinzoon Arent (IX) zou in het eerste kwart van de achttiende eeuw een tweede grootscheepse verbouwing uitvoeren waarbij hij onder andere een imposante pronk- en feestzaal in Lodewijk XIV stijl liet ontwerpen met daarin manshoge portretten van zijn voorvaderen. Ook legde hij indrukwekkende Franse tuinen rond het kasteel aan met vele zichtassen, vijverpartijen, doolhoven, fonteinen, beelden en broderieeen. Na de dood van Arent werd Duivenvoorde in vrouwelijke lijn vererfd: allereerst via zijn dochter Anna Sofia en daarna via haar zuster Jacoba Maria, getrouwd met Frederik Willem baron Torck. Na Jacoba's dood werd haar zoon Assueer 'Heer van Duivenvoorde'. De Torcks hadden echter ook kasteel Rosendael in Gelderland in hun bezit waar zij 's zomers merendeels vertoefden. Zij lieten Duivenvoorde verhuren: het huis werd verwaarloosd en de ooit zo floriserende Franse tuinen raakten al snel in verval.Kasteel DuivenvoordeIn 1226 werd Philips van Wassenaer door zijn broer beleend met Duivenvoorde. Zijn zoon ontleende aan het huis de naam van Duvenvoirde. De Van Duivenvoordes wisten hun macht en bezit gestaag uit te breiden. In 1483 werd Jan II van Duivenvoorde, als eerste van zijn tak, hoogheemraad van Rijnland. Vanaf dat moment hebben de Van Duivenvoordes een belangrijke rol gespeeld in dit waterschap. Een broer van deze Jan splitste zich af in de tak Obdam (waar later dus de bouwheer van Paleis Kneuterdijk uit voortgekomen is). In 1598 gingen de Van Duivenvoordes zich ook weer Van Wassenaer noemen, omdat de oudste tak van de familie was uitgestorven. De eerder genoemde Johan van Wassenaer Duivenvoorde (die het stadspaleis op de hoek van het Lange Voorhout en de Kneuterdijk in 1624 liet bouwen) was degene die het kasteel voor het eerst ingrijpend liet verbouwen (in 163l). De daaropvolgende grote verbouwing vond plaats in 1717, onder Arent IX, die ook verantwoordelijk was voor de verbouwing van het pand aan het Lange Voorhout/ Kneuterdijk. Arent IX (1669 1721) bezette een aantal belangrijke functies binnen de Republiek. Hij stond zeer in de gunst bij de stadhouder koning, en van 1715 tot 1716 mocht hij als gezant van de Republiek naar het Engelse hof. Gezien zijn importantie is het niet vreemd dat hij zijn status wilde tonen via de gebouwen die hij bezat en deze dus liet aanpassen aan de heersende mode. (naar H.R. Alberts)
Gehuwd ± 1196 Monnikendam, leeftijd ongeveer 21 jaar (ongeveer 24 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 1 (10549) met:
Agnes Persijn van Waterlant [I31322], leeftijd bij huwelijk ongeveer 20 jaar, dochter van Jan I Persijn en Agnes Sijmonsdr van Haarlem.
Geboren ± 1176 Monnikendam, overleden ± 1220, leeftijd ongeveer 44 jaar Agnes (van) Persijn, geb. 1176 Monnikendam, uit het geslacht van de heren van Waterland. VROUW CENTRAAL IN OPVOLGINGSKWESTIE Dordrecht 4 november 1203; Na dertien jaar het bewind in Holland te hebben gevoerd is graaf Dirk VII overleden. Er schijnd geen enkele regeling te zijn getroffen voor zijn opvolging en wie daarvoor in aanmerking komt is onzeker. Het probleem is des te groter omdat Dirk geen zonen heeft nagelaten, maar alleen een dochter, Ada. Erfelijkheid van graafschappen in de mannelijke lijn is sinds lang een algemeen erkend recht geworden, maar opvolging door een vrouw bij gebrek aan mannelijke erfgenamen is nauwelijks geregeld. Gebruiken op dat gebied zijn er evenmin, want het is immers nog nooit eerder voorgekomen. Ada's recht op de troon - voor zover dat er al is - wordt op het ogenblik betwist door haar oom Willem, de broer van haar vader. Ada's moeder, Aleid van Kleef, ziet Willem echter liever niet op de troon en het verhaal gaat dat het Aleid van Kleef is geweest die heeft verhinderd dat Dirk nog tijdens zijn leven de opvolging van zijn broer Willem heeft geregeld. De geruchten gaan bovendien dat Ada in allerijl aan graaf Lodewijk van Loon zal worden uitgehuwelijkt, zodat hij in naam van Ada kan opvolgen. Lodewijk is nu al in Dordrecht, dus hij moet aan de grens de dood van Dirk hebben staan afwachten. Het ziet er naar uit dat een groot deel van de Hollanders Willem, de zoon van Floris III, als troonopvolger zal kiezen. Vooral de adel in Zeeland en de boeren in Kennemerland hebben weinig op met graaf Lodewijk, een vreemdeling, zoals zij ook weinig moesten hebben van Aleid van Kleef, een gravin die eveneens van buitenlandse afkomst is. Eigenlijk had de Duitse keizer als leenheer in deze opvolgingskwestie moeten beslissen, maar er is op het ogenblik geen; er zijn slechts twee koningen die elkaar de kroon betwisten en zelf in een hevige troonstrijd verwikkeld zijn. Zij laten het de heren hier zelf uitvechten. Daar zal het wel op uitdraaien, want Lodewijk is niet van plan Holland zomaar op te geven. (naar H.R. Alberts)
Kinderen:
1.
Dirck I van Wassenaar [I31325]Geboren ± 1197 Voorschoten, overleden ± 1279, leeftijd ongeveer 82 jaar Is in 1205 samen met zijn vader getuigen bij verkoop van 2 hoeven In 1220 zwoer de rechten van eega gr Willem I op Dort te handhaven In 1124 schenk Santhorst aan zijn zoon Dirk In 1126 schenk Duivenvoorde aan broer Philips Zwoer in 1220 de rechten van Dordrecht te verdedigen voor graaf Willem I. Wordt vele malen in officiele stukken genoemd. Op 16 nov.1229 stond Dirk v W. aan graaf Willem I de rechten af op een tynshof, dat in het bezit was geweest van wijlen Vrouw Melendes, vrouw van Philips v.W. zijn vader.Dirc I van Wassenaar (1195*-1279)Ridder, Heer van Wassenaar. Zoon van Filips I van Wassenaar en Agnes Persijn. Vermeld 1200-1243. Gehuwd met Bertha van Teijlingen (van Rijswijk Heer Arentsdochter). (naar H.R. Alberts) 2.
Philips II van Wassenaar [I31317]Alias: van Duivenvoorde, geboren ± 1200 Voorschoten, overleden ± 1258, leeftijd ongeveer 58 jaar Getuigde in 1215 met zijn broer Dirk bij een beslissing van graaf Willem I en werd in 1226 door deze broer met het erfleen Duivenvoorde beleend. Aan de Zuid-Westelijke grens van Voorschoten is, tussen de Veurseweg en de spoorweg Den Haag Leiden, het landgoed van het eeuwenoude kasteel Duivenvoorde gelegen. Het ontstaan van Duivenvoorde hangt waarschijnlijk samen met een ondiepe of doorwaadbare plaats in het dicht achter het kateel gelegen watertje, dat van de Delfland-Rijnlandse landscheiding loopt naar de Rijn.Van het middeleeuwse gebouw, in 1393 tijdens de Hoekse en Kabaljauwse twisten verwoest, doch daarna direct weer herbouwd, zijn slechts enkele muurresten bewaard. Het geslacht van Duvenvoorde is voortgekomen uit dat van Van Wassenaar. In het begin van de 13e eeuw erfde Philips van Wassenaar, tweede en jongste zoon van Philips van Wassenaar en Agnes van Persijn van Waterland, de landen Duvenvoorde en Polanen. Zijn nakomelingen hebben de naam van Van Duvenvoorde aangenomen. 3.
Oda van Wassenaar [I31326] 4.
Aleid van Wassenaar [I31327] 5.
Jan van Wassenaar [I31328] |