man‎Mattheus "Matthijs" van Nederhoven Heer van Rijsoord‏‎ [I32865]‎, zoon van Tielman van Nederhoven en Geertruijd van Mewen‏.
Geboren ‎± 1540‎. Beroep: burgemeester van Maaseik in 1587
Matthijs van Nederhoven,Heere van Rijsoord, en Stichter van het Huys te Nederhoeven, by de Lind
In 1579 stichtte Matthijs van Nederhoven, heer van Rijsoord enz. onder Groote Lindt een buitenplaats. Deze buitenplaats was binnendijks gelegen. Het is bekend dat opvolgende eigenaren dit buiten zeer hebben verfraaid. In 1738 is het buiten met bijbehorende landerijen verkocht. En der nieuwe eigenaren was burgemeester van 't Hoff die een belangrijke rol heeft gespeeld bij deze aankoop, welke er jammer genoeg toe leidde dat tot sloop van de gebouwen is overgegaan. Heden ten dage draagt de grond waarop het buiten heeft gestaan en de woonwijk daar nog de naam Nederhoven.
Roermond wordt voor het eerst genoemd als "Ruregemunde" in 1130 en kreeg stadsrechten in 1232. Later veranderde de naam in Ruraemunda en is nu Roermond. Het was de hoofdstad van het zogenaamde overkwartier (huidige noord- en midden Limburg) van de graven van Gelre. Reeds in de 14e eeuw zijn er in Roermond munten geslagen op naam van Reinald II en/of III (ca. 1340-1360) en door Willem I (1371-1402). In 1472 kreeg de stad van hertog Arnold van Gelre het privilege om kleingeld te slaan in ruil voor een grote lening. Soortgelijke rechten werden ook door Karel van Egmond gegeven in 1492, 1505 en 1525 in ruil voor politieke steun van de stad. De opbrengst uit de aanmunting ging naar het onderhoud van de moederkerk en de waterkeringen langs de Roer en de Maas. Bij het privilege van 1505 en 1525 werd bepaald dat de stad ook voor een bepaalde periode zilveren en gouden munten mocht slaan. Onder de regering van Philips II zijn er in de periode 1593-1595 peerdekens, stuivers en stuivers geslagen. In 1605 begon de stad onderhandelingen met Johan (wethouder van de stad) en Matthijs van Nederhoven. Zij kregen instructie om diverse soorten klein-geld te gaan slaan waaronder liards en lubsen (duiten). De stempelsnijder van Maastricht werd gevraagd de muntstempels te maken. De oorden en duiten zouden worden geslagen op naam en muntvoet van de aartshertogen Albertus en Elisabeth en naar het voorbeeld van die van Maastricht en den Bosch. De stad werd al snel vanuit Brussel aangesproken over deze muntslag. Men beriep zich echter op het oude privilege uit 1492. Dit privilege gaf namelijk toestemming om voor onbepaalde tijd voor eigen rekening kleingeld te mogen slaan. Ook verklaarde men dat de opbrengst wederom gebruikt zou worden voor onderhoud van de moederkerk en de waterkeringen langs de rivieren. De muntslag werd toen door de regering in Brussel voorlopig even getolereerd. Matthijs van Nederhoven wordt als Mathieu vanden Nederhoven genoemd als muntmeester van Luik in de periode 1582-1584. In 1584 wordt hij genoemd als Mathieu de Nederhoeven5. Op 13 mei 1585 was er een bijeenkomst van de Duitse munzkreis te Keulen en aldaar pleitte de afgevaardigde van prinsbisschop Ernest van Beieren, ene Godefroid Taxis die kanselier van Stavelot was, voor het open houden van het munthuis te Stavelot. Aangesteld werd toen Jacques von Niederhoven als muntmeester6. Beide namen zien we terug komen te Roermond als de stad in september 1605 een overeenkomst sluit met 2 muntmeesters: Johan en Mattheus van Nederhoven. Johan is dus blijkbaar Jacob. Deze was echevin=wethouder van de stad Roermond. In 1584-1585 was er in Roermond een burgemeester Johan van Nederhoven, ook in 1589 en in 1603. In 1609 schonk Jacob van Nederhoven een prachtige zilveren beker aan de stad Roermond. In het deksel staat de inscriptie: EX LIBERALI DONATIONE IACOBI NEDERHOVEN MONETARII CIVITATIS RUREMUNDENSIS 1609. Onder de rand is het motto van de stad Roermond aangebracht: AEQUITAS IVDUCA TVU DOMINE (Heer uw oordeel is gerechtigheid). Deze spreuk staat ook op zilveren munten van de stad. Het is niet zeker of Jacob van Nederhoven de beker ook zelf heeft gemaakt aangezien merktekens ontbreken.Te Roermond werd nog laat een valsemunter tot de ketelstraf veroordeeld. Ene Frederik van der Reken had samen met enkele medeplichtigen persen laten maken bij slotenmaker Jonckbloet. Hiermee wilden zij vals geld gaan vervaardigen in het kasteel Buylinge nabij Halle welke zij voor dit doel gehuurd hadden. Zij werden echter gepakt en Frederik van der Reken werd op 5 maart 1728 "gesoden in olie en water".
Mattheus van Nederhoven was muntmeester van de graaf Van den bergh te Stevensweer (1580-1581 en van de Bisschop van Luik te Maaseik (1582-1612) en burgemeester van Maaseik (1587)

Gehuwd ‎± 1601, leeftijd ongeveer 61 jaar
Huwelijks ID nr. 1 (10975)

met:



2e huwelijk/ relatie
man‎Mattheus "Matthijs" van Nederhoven Heer van Rijsoord‏‎ [I32865]‎, zoon van Tielman van Nederhoven en Geertruijd van Mewen‏.

Huwelijk/relatie met:

womanMagdalena van Winderbeeck‏‎ [I32862], dochter van Franchois van Winderbeeck en Lijsbeth Bouwens‏.
Geboren ‎± 1540, overleden ‎voor 1600‎
Kind:
1.
womanElisabeth van Nederhoven‏‎ [I32861]
Geboren ‎± 1570 BelgiĆ«, begraven ‎31 jul 1634 Dordrecht (in de Augustijnenkerk)