|
|||
Jesaia "Sjaak" Swart [I67594], zoon van Louis Swart en Pieternella Catharina van der Harst.
Alias: Mister Ajax, geboren 03 jul 1938 Muiderberg, leeftijd 86 jaar. Beroep: voetballer / sigarenhandelaar. Woonplaats: Pontanusstraat 54 Amsterdam Sjakie Swart woonde samen met zijn zuster Alie en zijn vader Ome Louis o. p nummer Reinwardtstraat 116-hs in bij zijn grootouders Ome Jaap en Tant. e Alie, welke laatste met haring op de Dappermarkt stond. Hij maakte deel uit van het gouden Ajax-elftal van begin jaren zeventig van de twintigste eeuw, dat in 1971, 1972 en 1973 de Europacup I wist te winnen. Zijn bijnaam is Mister Ajax. Sjaak Swart is bondsridder van de KNVB, geridderd door koningin Beatrix en ereburger van Amsterdam. Op 22 januari 2010 is Swart (samen met Piet Keizer) benoemd tot erelid van Ajax. Al jarenlang was de eventuele benoeming van Swart tot erelid van Ajax een gespreksonderwerp binnen de club. Daarbij moest de ongeschreven regel worden veranderd dat (oud-)spelers geen erelid kunnen worden. Hij was jarenlang samen met Bennie Muller het gezicht van Ajax. Swart is na zijn carričre bij Ajax nog fanatiek blijven voetballen in de amateursectie van Ajax en speelt nog geregeld in het gelegenheidsteam van oud-profs Lucky Ajax en andere gelegenheidsteams met oud-internationals. Hij speelt nog ongeveer 30 wedstrijden per jaar en heeft zijn eigen 'Tafel van Sjaak' in de Champions Lounge van de Johan Cruijff ArenA. Swart maakte op 16 september 1956, als achttienjarige, zijn debuut in het eerste elftal van Ajax. In het bekerduel tegen Stormvogels dat met 3-2 werd gewonnen kwam Swart de hele wedstrijd in actie. Tijdens zijn debuutseizoen wist Ajax de eerste editie van de Eredivisie te winnen. Swart kwam dat seizoen tot 5 competitiewedstrijden. Het daaropvolgende seizoen maakte Swart zijn eerste doelpunt voor Ajax. In de competitiewedstrijd tegen NOAD op 6 oktober 1957 was Swart voor de eerste keer trefzeker. Ruim een maand later mocht Swart, net als Ajax, debuteren in het Europacupvoetbal. Swart maakte zijn debuut tijdens de uitwedstrijd tegen het Oost-Duitse SC Wismut. Na zijn debuut in 1956 wist Swart ongeveer anderhalf jaar geen doelpunt te maken in een thuiswedstrijd van Ajax; hij scoorde alleen in uitwedstrijden. Op 1 januari 1959 brak hij met die traditie door in de bekerwedstrijd tegen JOS te scoren. In het doelpuntenfestijn tegen FC Volendam (9-0) maakte Swart het 100e doelpunt van Ajax in het seizoen 1959/60. Ajax scoorde dat seizoen voor het eerst meer dan 100 doelpunten. Zijn eerste Europese titel pakte Swart met Ajax in 1962. Ajax wist op 26 april 1962 de Intertoto Cup te winnen door in de finale Feyenoord na verlenging met 4-2 te verslaan. Swart maakte eind jaren zestig de opkomst mee van 'het Gouden Ajax'. Dat verloor in 1969 de Europacup 1-finale van AC Milan (1-4), maar won in 1971, 1972 en 1973 de beker met de grote oren. Volgens de overlevering zei Swart, toen hij in 1972 de halve finale tegen Benfica (1-0) met een kopbal had beslist: "Ik moest toevallig toch die kant uit". Swart speelde zijn hele professionele carričre voor AFC Ajax. Hij is de Ajax-speler met het meeste aantal wedstrijden in de hoofdmacht. Hij speelde 603 officiële wedstrijden voor de Amsterdamse club, waaronder 463 wedstrijden in de Eredivisie, meestal met rugnummer 8. Met 175 doelpunten staat hij derde op de lijst van Ajax' meest productieve aanvallers, na Johan Cruijff en Piet van Reenen. Op 19 mei 1973 speelde hij zijn laatste officiële wedstrijd. Hij debuteerde op 26 juni 1960 tijdens de wedstrijd Mexico - Nederlands elftal. Hij mocht beginnen in de basis en werd na 56 minuten gewisseld. De wedstrijd werd uiteindelijk wel verloren met 3-1. In zijn derde wedstrijd scoorde hij zijn eerste doelpunt voor het Nederlands elftal. Hij scoorde de 0-1 tegen Suriname, de wedstrijd werd uiteindelijk met 3-4 gewonnen. Zijn laatste interland was in 1972 nadat hij bijna 4 jaar niet in actie was gekomen voor het Nederlands elftal. Nederland won die wedstrijd met 1-2 van Tsjecho-Slowakije. Swart speelde uiteindelijk 31 interlands voor het Nederlands elftal en scoorde daarin tien keer. Het bijzondere is wel dat ondanks dat hij zoveel prijzen met Ajax heeft gewonnen, hij nooit een prijs heeft gewonnen met Nederland of zelfs maar een eindtoernooi heeft gespeeld als international. Swart runde een sigarenwinkel in de Pontanusstraat 54 te Amsterdam. Op 24 september 2005 werd een brug in de Amsterdamse wijk Park de Meer vernoemd naar Swart. Het is één van twaalf bruggen die genoemd zijn naar spelers van het Gouden Ajax. Op 14 december 2009 verscheen zijn biografie, Mister Ajax - De eeuwige jeugd van Sjaak Swart die is geschreven door Raymond Bouwman.
Gehuwd ± 1964 Amsterdam, leeftijd ongeveer 26 jaar (ongeveer 60 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 2 (20316) met:
Kinderen:
1.
Jaceline "Jaceline" Swart [I67598] 2.
Rebecca "Rebecca" Swart [I67599] |