|
|||
Antje Wolthers [I73403], dochter van Johannes "Jan" Wolthers en Antje Struik.
Geboren 19 mei 1885 Groningen, overleden 01 nov 1965 Groningen, leeftijd 80 jaar, crematie 05 nov 1965 Groningen
Gehuwd 17 sep 1908 Groningen, leeftijd 23 jaar, bron: , eigen code: 416 (57 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 2 (22155) met:
Egbert Veldmeijer [I73423], leeftijd bij huwelijk 25 jaar, zoon van Johannes Hendrik Veldmeijer en Riemke Grasman.
Alias: Feldmeijer, geboren 17 apr 1883 Grongingen, bron: , eigen code: 517, overleden 17 jan 1966 Groningen, leeftijd 82 jaar, crematie 21 jan 1966 Groningen. Beroep: boekhouder / sergaent majoor 1e regiment infanterie (naamswijziging bij vonnis Arr. Rb. te Groningen op 21-9-1915 in Feldmeijer)
Kind:
1.
Johannes Hendrik "Henk" Veldmeijer [I73398]Alias: Feldmeijer, eigen code: NSB, geboren 30 nov 1910 Assen, overleden 22 feb 1945 Raalte Auto beschoten door een geallieerd jachtvliegtuig, leeftijd 34 jaar, begraven Groningen Esserveld. Beroep: journalist / Standartenführer der Germaansche SS / Hauptsturmführer der Waffen-SS (naamswijziging bij vonnis Arr. Rb. te Groningen op 21-9-1915 in Feldmeijer) Onderscheiden op 15 februari 1943 met het 'IJzeren kruis' in verband met zijn strijd voor de Nazi's aan het Oostfront, met name Stalingrad. Nederlands fascistisch politicus en lid van de Waffen-SS. Hij was lid van de Nationaal-Socialistische Beweging, leider van de "Mussert-Garde" (een op de SS lijkende jongerenbeweging van de NSB) en een van de grondleggers van de Nederlandsche SS waar hij voorman van werd. Johannes Hendrik Veldmeijer werd geboren in Assen als zoon van een sergeant-majoor, die zijn achternaam (en dus ook die van zijn zoon) in 1915 liet wijzigen in Feldmeijer. In 1928 rondde hij de hbs af en ging wis- en natuurkunde studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 1932 werd hij lid van de pas opgerichte NSB. Zijn werkzaamheden voor de NSB namen spoedig een belangrijk deel van zijn tijd in. In 1935 zakte hij voor zijn kandidaatsexamen en stopte vervolgens met zijn studie zodat hij zich volledig op zijn NSB-taken kon concentreren. In 1930/31 vervulde hij zijn dienstplicht bij de luchtdoelartillerie en werd reserveofficier, maar in 1935 werd hij vanwege zijn NSB-lidmaatschap als reserveofficier ontslagen. Bestuurder bij de NSB Vanaf omstreeks 1937 ging Feldmeijer steeds meer en belangrijker functies in de Nationaal-Socialistische Beweging bekleden. Zo werd hij bestuurslid van Der Vaderen Erfdeel, een stichting die tot doel had de "Dietse" geest van Nederland te onderzoeken en te bevorderen. Feldmeijer voelde zich aangesproken door de ideologie van de Schutzstaffel (SS). Daar was echter in NSB-kringen weinig ruimte voor zodat hij buiten de NSB om ook contacten onderhield met SS'ers in Duitsland. In 1939 richtte Feldmeijer onder auspiciën van Meinoud Rost van Tonningen, een rivaal van Mussert binnen de NSB, de zogeheten Mussert-Garde op, die sterk gemodelleerd was naar het voorbeeld van de SS. Tweede Wereldoorlog Vlak voor de Duitse aanval op Nederland in 1940 werd Feldmeijer met nog een aantal NSB-prominenten vastgezet en tijdens de meidagen van 1940 naar Frankrijk vervoerd, waar hij op 30 mei 1940 in Calais door de Duitsers werd bevrijd. Terug in Nederland kreeg hij spoedig een goede verhouding met SS-leider Hanns Albin Rauter. Op 11 september 1940 kreeg hij de opdracht om de Nederlandsche SS op te richten, dit echter zeer tegen de zin van NSB-leider Mussert, die niets zag in de SS. Dit leidde dan ook tot veel conflicten binnen de NSB, met aan de ene kant Mussert en aan de andere kant Feldmeijer en ook Rost van Tonningen. De Nederlandsche SS werd uiteindelijk een voorportaal voor de Waffen-SS, veel Nederlandse SS'ers namen dienst bij de Waffen-SS en werden ingezet aan het oostfront bij Leningrad. Ook Feldmeijer volgde dat voorbeeld, hij diende in 1941 bij de Leibstandarte-SS "Adolf Hitler" in de Balkan en in 1942/43 bij de SS-division Wiking in Rusland. Voor zijn optreden bij de Waffen-SS ontving Feldmeijer o.a. het IJzeren Kruis 1939, 2e klasse. Terug in Nederland leidde hij op aangeven van Rauter het Sonderkommando-Feldmeijer, dat in 1943 actief was bij het plegen van represailles op Nederlandse burgers na aanslagen door het verzet. Dit gebeurde onder de noemer Aktion Silbertanne. Ook kreeg Feldmeijer begin 1945 het bevel over een bataljon van Landstorm Nederland. Op 22 februari 1945 werd, op weg naar het front, zijn auto beschoten door een geallieerd jachtvliegtuig waarbij Feldmeijer omkwam. Filmopnamen van toespraken van Feldmeijer werden een aantal malen in de Polygoonjournaals tijdens voorprogramma's in de Nederlandse bioscopen vertoond. In Paleis het Loo kreeg Henk Feldmeijer een staatsbegrafenis, geheel in de stijl van de SS, waarbij de gehele NSB top aanwezig was. Zijn lichaam is daarna overgeplaatst naar het Esserveld te Groningen, waar hij begraven ligt, in het graf van zijn nichtje. Na de oorlog zijn verschillende boeken over hem geschreven, onder meer door zijn kleinzoon. In 2017 stond Feldmeijer centraal in een aflevering van de tv-serie 'Het was oorlog' van Omroep MAX. --------------------------------------------- Feldmeijer deed eindexamen HBS in 1928. Als student in de wis- en natuurkunde (sedert 1928) te Groningen voor het fascisme gewonnen, werd hij herfst 1932 lid van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB); het werk voor de NSB nam hem spoedig geheel in beslag en nadat hij in 1935 voor zijn kandidaatsexamen gezakt was, gaf hij zijn studie op en werd bezoldigd propagandist van de NSB met standplaats Utrecht. Inmiddels had hij van 1930-1931 zijn militaire dienstplicht vervuld en zijn opleiding beëindigd als reserve-2e-luitenant van de luchtdoelartillerie; op grond van zijn NSB-lidmaatschap werd hij echter in 1935 ontslagen als reserve-officier. In de NSB behoorde Feldmeijer tot de 'volkse' groep rond F.E. Farwerck, die het Germaanse verleden van Nederland cultiveerde en spoedig ook de verbreider werd van racistische denkbeelden. Ook trad hij, buiten de NSB-leiding om, in verbinding met Duitse SS-kringen. Deelname aan de intriges binnen de NSB bracht hem in conflict met de leider ir. A.A. Mussert en in de herfst van 1937 werd hij van het Utrechtse hoofdkwartier 'verbannen' en tot districtsleider van Salland gemaakt. Protectie van Musserts rivaal M.M. Rost van Tonningen bezorgde hem in augustus 1939 echter opnieuw een belangrijke functie: hij werd leider van de Mussert-Garde, een paramilitaire organisatie van enkele honderden leden, die door Feldmeijer geheel als een nabootsing van de SS werd opgezet. Eind 1939 en begin 1940 reisde hij diverse malen naar Berlijn om de Duitsers te adviseren betreffende de Nederlandstalige uitzendingen van Radio-Bremen. Op 3 mei 1940 liet de regering-De Geer hem, samen met Rost van Tonningen en 19 anderen, interneren in het fort Ooltgensplaat; tijdens de oorlogsdagen via België naar Frankrijk vervoerd, werd hij op 30 mei 1940 door Duitse troepen in Calais bevrijd. Op 11 september 1940 werd hij als Voorman belast met de oprichting en leiding van de Nederlandsche SS. Tot de oprichting dezer formatie, die in totaal ongeveer 4000 leden geteld heeft en welker naam op 1 november 1942 veranderd werd in Germaansche SS in Nederland, had Mussert slechts onder sterke Duitse druk zijn toestemming gegeven; formeel was haar karakter tweeslachtig: enerzijds onderdeel van de NSB, anderzijds van de (Duitse) SS; in de praktijk telde alleen het laatste en als Voorman heeft Feldmeijer vanaf het begin niet Mussert, doch alleen Reichsführer-SS Himmler en diens vertegenwoordiger in Nederland, Rauter, als zijn superieuren. Feldmeijer ijverde sterk voor deelname van zijn volgelingen aan de Duitse oorlogvoering en heeft ook tweemaal zelf aan het front gediend (als onderofficier): in april-mei 1941 in de Leibstandarte Adolf Hitler tijdens de veldtocht in Joego-Slavië en Griekenland en van juni 1942 tot maart 1943 in de SS-divisie Wiking aan het Zuid-Russische front. In maart 1943 kreeg hij de rang van Standartenführer (kolonel) in de Allgemeine SS, in maart 1944 - na een officiersopleiding gevolgd te hebben - bovendien die van Hauptsturmführer (kapitein) der Waffen-SS. De politieke betekenis van Feldmeijer tijdens de bezetting ligt daarin, dat hij binnen de NSB optrad als voornaamste woordvoerder van de SS-richting, die naar volledige integratie van Nederland in een Groot-Germaans Rijk streefde (in tegenstelling tot Mussert, die niet verder wilde gaan dan een Germaanse Statenbond). Door de bezettingsautoriteiten werd Feldmeijer gezien als een zweep om Mussert tot volgzaamheid te brengen en in 1943 is door Rauter overwogen om Feldmeijer in Musserts plaats leider der NSB te maken. In mei 1943 kwam het tot een openlijke botsing tussen de NSB-leiding en de Germaansche SS in Nederland; onder Duitse druk werd dit conflict voor het oog van de wereld bijgelegd (gemeenschappelijk optreden van Mussert en Feldmeijer op een meeting in de Haagse Dierentuin, 22 juni 1943), maar sedertdien waren alle feitelijke banden tussen NSB en Germaansche SS verbroken. Anders dan Mussert was Feldmeijer een voorstander van represailles voor aanslagen van de verzetsbeweging tegen NSB'ers en op aanwijzing van Rauter leidde hij in septembernovember 1943 het 'Sonderkommando-Feldmeijer', dat minstens 20 represaille-moorden pleegde. In februari 1945 werd hem het commando opgedragen van een bataljon van de Landstorm Nederland; op weg naar zijn frontbestemming werd zijn auto door een geallieerd jachtvliegtuig beschoten, waarbij hij dodelijk getroffen werd. Feldmeijer is niet door een theoretisch gefundeerde overtuiging tot het nationaal-socialisme gekomen, maar door zijn hang naar een actief en 'heroďsch' leven. De 'harde' soldateske levenshouding, die hij zichzelf oplegde, cultiveerde hij ook als spreker en in zijn - niet talrijke - publikaties: korte afgebeten zinnen, krachtige uitdrukkingen etc. Ondanks zijn fanatisme was hij geenszins een asceet, maar integendeel een genotzuchtig man, die van zijn positie tijdens de bezetting materieel ruim profiteerde en soms zelfs niet bestand was tegen de verleiding om hem voor de Nederlandsche SS toevertrouwde gelden ten eigen bate aan te wenden; deze aan zijn superieuren bekende zwakte is wel de hoofdreden, dat er in 1943 niets gekomen is van een verdringing van Mussert door Feldmeijer. |