|
|||
Phillippina Jannetje "Pien" Ooms [I76706], dochter van Willem Ooms en Eva Johanna van Vliet.
Geboren 05 apr 1924 Numansdorp, overleden 09 apr 2018 Raamsdonksveer, leeftijd 94 jaar, begraven 14 apr 2018 Geertruidenberg
Gehuwd ± 1950, leeftijd ongeveer 26 jaar (ongeveer 63 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 2 (23191) met:
Antonius Johannes "Anton" Roosenbrand Ridder in der Orde van Oranje-Nassau in goud [I43522], leeftijd bij huwelijk ongeveer 25 jaar, zoon van Johannes Hermanus "Jan" Roosenbrand en Johanna Antonia "Jans" van Wijngaarden.
Geboren 03 jun 1925 Raamsdonk, overleden 19 jul 2013 Raamsdonksveer, leeftijd 88 jaar, begraven 25 jul 2013 Geertruidenberg Centraleweg. Beroep: medewerker PNEM (Dongecentrale). Woonplaats: Raamsdonksveer Uit BN De Stem 17 juni 2008 ---------- 'Niemand had enig idee wat wij daar deden' RAAMSDONKSVEER - Hij heeft zijn speech voor de 26e voor de zekerheid aan enkele bevriende mede-veteranen voorgelegd. "Het is immers al zo lang geleden dat ik in Nederlands-Indië was", zegt Anton Roosenbrand (83) uit Raamsdonksveer. "Ik wil zeker weten dat ik geen onzin vertel. Maar met mijn geheugen was niets mis, bleek uit de respons." Dat blijkt. De krasse Verenaar lepelt het ene na het andere verhaal op uit de tijd dat Nederland de Indonesische onafhankelijkheidsverklaring aanvocht en hij daar als jongeman van begin twintig zelf deel van uitmaakte. De reis ging via het Suez-kanaal naar het verre oosten. De eerste keer dat het gezelschap aan land ging, was in Noord-Sumatra, waarna de reis verder ging naar Batavia (nu Jakarta). "Daarna hebben we in drie jaar tijd op veel verschillende plaatsen gelegen. Ik denk wel een stuk of 25, allemaal op West-Java. Van Batavia tot Cianjur en van Garut tot Sukabumi. Ik was er vuurleider bij de artillerie." Roosenbrand stopt even en bladert door een van zijn fotoboeken. Zijn collectie bevat vijfhonderd foto's uit die tijd. Piepkleine afbeeldingen met Indiërs, militaire voertuigen en kanonnen erop. Maar ook prachtige vergezichten en weelderige sawa's. "De foto's kwamen met een omweg tot ons. De foto's werden daar gemaakt, waarna we turfden hoeveel afdrukken we wilden en de rolletjes naar Nederland stuurden. Vervolgens werden de afdrukken weer teruggestuurd naar ons." Ook hield Roosenbrand een dagboek bij. "Daar staat voornamelijk een feitelijke weergave van onze bezigheden in", zegt Roosenbrand, terwijl hij een doos vol volgekrabbelde boekjes erbij pakt. Geen emoties dus. Die had hij wel. Hij had een paar jaar eerder in eigen land al op brute wijze kennisgemaakt met de verschrikkingen van de oorlog, toen bij een bombardement op hun huis in Raamsdonk een broer en zus het leven lieten. Garanties dat hij heelhuids terug zou keren, waren er niet. En dat wist hij. Dus deed hij ook geen toezeggingen toen hij de dag voor vertrek naar Indië een leuk meisje ontmoette: Pien. Ze schreven elkaar in de drie jaar dat hij in Indië zat. Roosenbrand: "Dat ging zeer onregelmatig, soms zaten er maanden tussen. Pas op het eind schreven we elkaar met een grotere frequentie." Roosenbrand kwam terug, trouwde met Pien en verhuisde van Raamsdonk naar Raamsdonksveer. Tot op de dag van vandaag zijn ze samen. Veel had het overigens niet gescheeld, of Roosenbrand was niet teruggekomen. "Ik heb één keer de dood in de ogen gekeken. Letterlijk. Bij een foute diagnose van malaria werd ik, na twee dagen in coma te hebben gelegen, wakker in een stenen huisje met blauwe gordijntjes. Het lokale mortuarium. Om me heen stonden verschillende doktoren te overleggen hoe mijn begrafenis eruit moest zien. Ik werd net op tijd wakker." Verhalen genoeg. Nog een: "We lagen ooit in Kademangan, in de buurt van Cianjur, toen de plaatselijke bevolking ons verdacht van het stelen van hun kippen. Toen we op een gegeven moment een grote slang hadden gevangen, werd deze door een van ons met samoerai-zwaard - dat hij op een of andere manier had weten te bemachtigen - opengesneden. Bleken daar vier kippen in te zitten." Na drie tropenjaren keerde hij eind december 1949 terug. Kerstmis werd nog op de boot gevierd. Na thuiskomst volgde de kater, die tot op heden nagalmt. " Hier stond nooit wat in de krant, niemand had ook maar enig idee wat wij daar deden. Terwijl er wel 130.000 man van ons zaten, en er 6000 zijn omgekomen. Soms wel vijf of zes op een dag. Door die onwetendheid werden we hier na terugkomst met de nek aangekeken en door sommige zelfs als misdadigers gezien. Nazorg was er ook niet, we kregen en paar honderd gulden na terugkomst en dat was het. We moesten het verder maar uitzoeken." Hij zet überhaupt vraagtekens bij de missie. "Minister Ben Bot bood enkele jaren geleden excuses aan voor het door ons veroorzaakte leed na de onafhankelijkheid in 1945. Maar waar zijn de excuses aan ons Indië-gangers? Wij werden daarheen gestuurd zonder deugdelijke voorbereiding, zonder fatsoenlijke uitrusting. Wat gingen we daar doen? We werden in het diepe gegooid. Ik ben blij dat dat voor hen die nu worden uitgezonden beter is geregeld." "Toch was het niet allemaal slecht. Ik heb er leren leidinggeven en verantwoordelijkheid dragen. Dat zijn universele waarden die ik later nog goed kon gebruiken bij mijn werk in de Dongecentrale. Ook de kameraadschap met andere veteranen koester ik." Veteranendag 2008: Anton Roosenbrand is een van de twee oud Indië-gangers die op 26 juni een toespraak houden tijdens de Veteranendag van de gemeente Geertruidenberg. Roosenbrand werd in 1946 naar Nederlands-Indië gestuurd om deel te nemen aan de politionele acties. Eind 1949 keerde hij terug. Het verhaal van een van de Indië-gangers die wél terugkwamen.
Kinderen:
1.
Wim "Wim" Roosenbrand [I76712]Woonplaats: Oud Heusden 2.
Bert "Bert" Roosenbrand [I76713]Woonplaats: Aerdenhout |