man‎Hendrik I van Gelre graaf van Gelre graaf Geldern en Wassenberg‏‎ [I66367]‎, zoon van Gerard II van Gelre en Ermgard van Zutphen‏.
Gedoopt ‎± 1118, overleden ‎10 sep 1182‎, leeftijd ongeveer 64 jaar
Hendrik had goede relaties met het aartsbisdom Keulen en met keizer Frederik I Barbarossa. Daardoor wist hij zijn positie in het hele gebied van Friesland tot aan de Maas uit te breiden met een aantal versnipperde bezittingen. Hij verkeerde daardoor op gespannen voet met de bisschoppen van Utrecht, Luik, Münster (stad) en Paderborn (stad), en met de abt van de Abdij van Corvey. Daarom sloot Hendrik een verbond met de stad Utrecht maar moest dat onder Hollandse druk weer opzeggen.

Gehuwd ‎± 1135, leeftijd ongeveer 17 jaar
Huwelijks ID nr. 1 (19937)

met:

womanAgnes van Arnstein‏‎ [I66368], leeftijd bij huwelijk ongeveer 15 jaar
Gedoopt ‎± 1120, overleden ‎voor 1179‎
Kind:
1.
manOtto I van Gelre en Zutphen graaf van Gelre (1182-1207)‏‎ [I66353]
Gedoopt ‎± 1150, overleden ‎25 aug 1207‎, leeftijd ongeveer 57 jaar, begraven Kamp-Lintfort (Duitsland) Klooster Kamp
Hij nam deel aan de derde Kruistocht (1189-1192) en nam daarin deel aan de belegering van Konya en aan het beleg van Akko. Otto was een van de laatste edelen uit de lage landen die terugkeerden van de kruistocht. Otto koos partij voor de keizer en tegen de graven van Holland en de hertogen van Brabant. Hij steunde Lodewijk II van Loon tijdens de Loonse Oorlog.

In 1190 werd hij als eerste graaf van Gelre en Zutphen genoemd. De betreffende oorkonde is de stadsbrief aan Zutphen. Otto verleende Zutphen als eerste Gelderse stad stadsrechten. Zijn zoon Gerard III en kleinzoon Otto II zouden dit Zutphense recht als model gebruiken voor de stadsprivileges van diverse andere Gelderse steden, waarmee Zutphen de moederstad van het Gelderse graafschap werd. De datering van de oorspronkelijke oorkonde is vermoedelijk 1194 en 1195. Het bewaarde afschrift is dat van Gerard III.

Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.