woman‎Margaretha van Mansfeld‏‎ [I66270]‎, dochter van Wolrad van Mansfeld Graaf van Mansfeld en N.N.‏.

Huwelijk/relatie met:

manHendrik IX van Stolberg graaf van Stolberg‏‎ [I66269]
Alias: van Stolberg-Wernigerode
Kind:
1.
manBotho VIII van Stolberg-Wernigerode graaf van Stolberg en Hohnstein (1511-1538)‏‎ [I66268]
Gedoopt ‎04 jan 1467 Stolberg im Harz (Duitsland), overleden ‎12 jun 1538 Stolberg im Harz (Duitsland)‎, leeftijd ongeveer 71 jaar. Beroep: diplomaat
Hij bracht een deel van zijn jeugd door in het zuiden van Duitsland, waar hij opgevoed werd aan het hof van graaf en later hertog Everhard II van Württemberg. Na jaren ridderdienst te hebben vervuld, reisde Botho van april 1493 tot februari 1494 naar Jeruzalem.

Hij gold als een bekwame diplomaat. In 1491 en 1492 vereiste de financiële situatie van Stolberg een buitengewone hervorming van de administratie, waarbij de verantwoordelijkheid voor de financiën van het graafschap werd overgedragen aan een penningmeester en beslist werd dat de administratie voortaan geleid werd door opgeleide ambtenaren. Omdat hij een heel bekwaam bestuurder en onderhandelaar was, was hij in dienst van de keizer van het Heilige Roomse Rijk en verschillende andere vorsten; soms slechts voor korte tijd, soms werden hem verschillende functies en opdrachten gegeven. Zijn eerste werknemer was hertog George van Saksen, die hij diende als kapitein in Coburg. George gaf hem verschillende opdrachten die in zijn positie als vazal ongewoon waren. Zo wordt Botho bijvoorbeeld naar verschillende Rijksdagen gestuurd.

Zijn historische betekenis ligt vooral in zijn relatie met de hoogste prelaat van het Heilige Roomse Rijk: kardinaal Albrecht van Brandenburg, aartsbisschop van Maagdenburg en Mainz. Van 1515 tot aan zijn dood vervulde hij voor de kardinaal verschillende opdrachten en ook vertegenwoordigde hij hem in de bisdommen Maagdenburg en Halberstadt. Wanneer Botho geconfronteerd werd met de Reformatie, nam hij een milde en verzoenende houding aan. Botho genoot het onvoorwaardelijke vertrouwen van de kardinaal. In 1524 vroeg hij echter met aandrang om uit zijn functies te worden ontheven. Zijn graafschap en familie leden namelijk onder zijn langdurige afwezigheid. Vanaf dan gaf hij enkel nog advies aan de kardinaal.

Botho trad eveneens op als raadgever van keizers Maximiliaan I en Karel V. In 1521 vroeg Karel V hem om lid van de Rijksregiment te worden, maar hij weigerde het aanbod.