|
|||
Herman Jozef Maria Philippus Allard [I31411], zoon van Hermanus Josephus Cornelis Maria "Herman" Allard en Maria Alexandra Elisabeth Anna Barge.
Geboren 11 mrt 1913 Geertruidenberg, overleden 16 okt 1986 Heusden, leeftijd 73 jaar. Beroep: conservator museum, lid pachtkamer, lid gemeenteraad, wethouder en wnd. burgemeester van Geertruidenberg
Gehuwd 09 okt 1942 Tilburg, leeftijd 29 jaar (44 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 1 (10576) met:
Margaretha Henriette Maria "Margriet" van Gilse [I31412], leeftijd bij huwelijk 31 jaar, dochter van Franciscus Victor Johannes Maria van Gilse en Virginie Leonarda Anna Maria van Weel.
Geboren 27 jun 1911 Roosendaal, overleden 29 dec 2011 Heusden, leeftijd 100 jaar. Beroep: verpleegster Stamt uit de ooit zeer gefortuneerde brabantse bankiersfamilie van Gilse. Margreet Allard, een `Grande Dame' woensdag 19 januari 2011 Heusdenaren met een goed verhaal krijgen in `Geef me de 5' aan de hand van vijf vragen de kans te vertellen wat hen bezighoudt in het leven. Vandaag Margreet Allard, een gedistingeerde mevrouw, 99 jaar oud en nog steeds levendig, betrokken en vooral druk bezig. Mevrouw Allard kan verslag doen van zowat de hele twintigste eeuw. Geboren op 27 juni 1911 heeft ze de opkomst en de neergang van een grote bankiersfamilie in West Brabant meegemaakt. Kan ze uit eigen ervaring vertellen over de Grote Crisis in de dertiger jaren. Hoe haar man en haar vader toen hun zaak verloren. En ze beleefde de Grote Wereldbrand in de jaren veertig. Ze heeft concreet bijgedragen aan de wederopbouw van Nederland in de jaren vijftig en zestig. En ze is getuige geweest van de culturele revolutie vanaf de jaren zeventig toen het feminisme en de emancipatie terrein veroverden en de zogenaamde seksuele revolutie voor veel verwarring zorgde. Ze hekelt met veel animo de individualisering van onze maatschappij. En de dood boezemt haar geen angst in. Tekst Hugo Brouwer - Foto Hein Kunzler 1 Vertel eens over vroeger thuis. "Mijn vader was bankier en diens vader ook. Al vanuit de 19e eeuw. In de crisisjaren, 1935, ging de bank failliet. P.A.G. van Gilsen en Zonen, zo heette de bank. Er volgden jaren van armoede De familie vertrok uit Nederland naar Leuven, België. Ik niet want ik was verloofd met Herman Allard, zoon van de burgemeester van Geertruidenberg. Waarmee ik in 1943 trouwde. Ik had een mooie jeugd. Ik was een verwend kind met een tennisbaan in onze tuin. Ik had twee paarden. Eigenlijk ben ik opgevoed door juffrouw Marietje, de gouvernante. Maar ook ik moest inleveren. En dus aan het werk. Mijn man was directeur van een steenfabriek maar die werd hem afgenomen. Daar staat nu de grote centrale van Geertruidenberg. En dat terwijl wij onze ouders moesten onderhouden. Ik werd wonder boven wonder aangenomen op de verpleegstersopleiding in Tilburg. Ik had nog nooit gewerkt in mijn leven. Dat was wat. In de eerste oorlogsjaren, het ziekenhuis lag vol met Duitse soldaten. Dat waren toestanden want op de eerste etage lagen de meisjes van lichte zeden met de geslachtsziekten. Als vrouw liepen wij daar grote risico's met al die soldaten. De nonnetjes mochten al helemaal niet meer in het ziekenhuis komen. Want die vonden we soms achter en onder de bedden terug. Ik diende dus vriend en vijand. Maar ik heb leren zwijgen. Goed luisteren en kijken, en zwijgen." 2 Op 27 juni wordt u honderd, dan komt de burgemeester op bezoek. Oef, Margreet Allard moet er niet aan denken. Al dat gedoe. Maar ze roept wel met veel elan: "Ik vind het wel knap van mezelf dat ik honderd word. Dat ik het gehaald heb, was mij dus vergund. Mijn grootvader is ook honderd geworden. Mijn moeder zesennegentig. Een sterk geslacht, dat zeker. Nee, ik heb nooit het gevoel gehad dat ik er alleen voor sta. Ik heb altijd iets te doen. Ik heb een grote verzameling bidprentjes en Maria kaarten. Ook verzamel ik kaarten van het koningshuis. En ik doe heel intensief aan filatelie. Nog steeds. Genealogie is een grote hobby van mij. Ik schreef een boek over onze familie vanaf het jaar 1400, met alle stambomen erbij. Dat boek is nu in bezit van de Universiteit van Tilburg. Ik correspondeer veel. In het Engels, Duits en Frans. Ik lees veel en handwerk nog meer. Ik heb wel een huishoudelijke hulp maar ik kook zelf. Ik hou niet van poetsen, daarom. Ik heb nog één zoon en één dochter, twee kleinkinderen en twee achterkleinkinderen. Ik ben niet alleen." 3 Wat vindt u van de wereld nu? "Ik ben oud nu. Maar ik pas me makkelijk aan. Zoals ik al zei: ik zwijg, ik luister alleen. Dat moet je leren hoor. Maar ik ben het er niet mee eens hoe ouders hun kinderen veel te vroeg de deur uit doen naar crčches en scholen. Zo missen ze een hoop. Kinderen zeggen dan later tegen hun ouders: Maar je was er nooit. Ze mogen geen kind meer zijn. Kinderen horen thuis, moeders moeten moeder zijn. En de beleefdheid is ook al niet meer wat het was. We zijn veel te individualistisch geworden. Kijk, de mens alleen, als je hem zo meemaakt, die is goed. Ja toch! Maar als ze bij elkaar zijn, nou ja, dan valt het tegen. Of het nou moet zoals het nu gaat? Al het kwaad van al die mensen dat je op de televisie ziet, dat is zeer slecht. Vooral voor de jeugd." 4 Hebt u een goede raad voor negentig plussers? "Als je ouder wordt dan moet je bezig blijven. Anders zak je in elkaar en ga je zitten brommen. Dan is er ineens niks meer goed en word je ontevreden. Ik heb tien jaar lang drie middagen in de week handenarbeid gegeven aan ouderen. Dat was in Deurne, mijn man was daar toen museumdirecteur. Ik zette ze aan het werk die mensen. Er was een oude man die niks wilde. Ik zei dat ie moest figuurzagen, er puzzels van maken en die dan verkopen. Dat deed hij en hij knapte ervan op. Dat bedoel ik." 5 Wat betekent doodgaan voor u? "Ik ben daar totaal niet bang voor. Want we weten niet wat er gebeurt als je doodgaat. Ik hoop dan, en dat denk ik ook, dat alles voorbij is. Dat er niets is. Ondanks dat ik zo heel erg katholiek ben opgevoed. Als je ziet wat de geestelijkheid ons vroeger allemaal voor ogen heeft gehouden, bijvoorbeeld over het vagevuur. Nu zegt de kerk dat dat vagevuur niet bestaat. Waar heb ik vroeger dan altijd voor gebeden? Ik neem dat de geestelijkheid zeer kwalijk. Wat ik aan goeds heb geleerd dat heb ik thuis geleerd. Ik hoop dat als het zover is dat ik ineens doodga. Hup, weg, afgelopen. Het maakt mij niet uit. Ik ben er niks bang voor. Er komen hier nog wel eens oudere mensen praten die het er moeilijk mee hebben, maar ik hou niet van zeuren en zagen." Ik moet het gesprek met Margreet Allard letterlijk afbreken. Ze heeft zoveel te vertellen dat ik het jammer vindt het interview te moeten afsluiten. Op de wandeling naar huis betrap ik me op de gedachte dat ik ook op zo'n manier oud wil worden. Dan herinner ik me een zinnetje in een van de vele verhalen van Margreet Allard: `Het leven is hard werken en je hebt het allemaal niet zelf voor het zeggen.' Daar schik ik me in. Bron: scherper.nl |