Eigen code: WOII, geboren ‎31 mrt 1878 Raamsdonk om 18:00 uur V176‎, bron: Akte, eigen code: 44, geboorteaangifte (getuige: Cornelis Konings, 23 jaar, landbouwer & Johannes Arnoldus Konings, 27 jaar, molenaar, beide wonende te Raamsdonk), overleden ‎14 jan 1943 Auschwitz (Polen)‎, leeftijd 64 jaar. Woonplaats: Vaillantlaan 226 's-Gravenhage

Geboren ‎16 jan 1880 Raamsdonk om 06:00 uur V176 ‎, bron: Akte, eigen code: 4, geboorteaangifte (getuige: Willem Theuns, 29 jaar, schoenmaker & Petrus Klijn, 52 jaar, veldwachter, beide wonende te Raamsdonk), overleden ‎08 okt 1942 Oswiecim (Polen) Gmina Oswiecim, Lesser Poland Voivodeship, Poland‎, leeftijd 62 jaar. Woonplaats: Fagelstraat 70 's-Gravenhage

Geboren ‎26 sep 1881 Raamsdonk om 01:00 uur V176 ‎, bron: Akte, eigen code: 122, geboorteaangifte (getuige: Gerrit Anthonie van Griensven, 40 jaar, molenaar & Jasper Elemans, 49 jaar, molenaar), overleden ‎14 feb 1954 Oosterhout‎, leeftijd 72 jaar. Beroep: veehandelaar. Woonplaats: Koestraat 34 Geertruidenberg
Zomaar een huis aan de Koestraat in Geertruidenberg. Onopvallend, maar met een dramatisch verhaal.

Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde hier de familie Kooperberg. Vader Mozes en zijn zoon Jacob zijn veehandelaren. Samen met de familie Kalker vormen de Kooperbergs de kern van de vijftien leden tellende joodse gemeenschap in Geertruidenberg. Rond 1942 zijn in Nederland de jodenvervolgingen al in volle gang. De joodse Nederlanders worden door de Duitsers gesommeerd zich 'vrijwillig' te melden in kamp Vught. Eenmaal in het kamp krijgen ze te horen dat ze verder worden getransporteerd naar kamp Westerbork, het voorstation van de Duitse vernietigingskampen.

Al in de zomer van 1942 is de situatie voor de Geertruidenbergse joden onhoudbaar. Mozes Kooperberg en zijn vrouw Magdalena Kalker duiken onder in Raamsdonk. Zoon Jacob zoekt een veilig heenkomen bij de familie De Laat op Stuivezand. Dochters Net, Trijn en Bep zijn al eerder uit Geertruidenberg vertrokken. Dochter Bertrien verblijft bij haar oom Salomon Kalker die aan de Stationsweg in Geertruidenberg woont.

In december 1942 staat het huis van de Kooperbergs aan de Koestraat al een paar maanden leeg. Dat ontgaat de bezetters niet, want, schrijft de burgemeester van Geertruidenberg aan de Beauftragten van de provincie Noord-Brabant: " Wohl ist seit September 1942 der Jude Kooperberg mit seiner Familie spurlos verschwunden." Spoorloos verdwenen, maar dochter Bertrien woont op dat moment gewoon aan de Stationsweg. Het is een pronte meid met blonde haren. Ze heeft geen joods uiterlijk. Vaak is ze te gast bij de familie Van Beek aan de Markt. Die hebben een Duitse officier ingekwartierd. Bertrien zit tijdens een diner een keer naast hem, maar de man heeft niet in de gaten dat ze een jodin is.

In april 1943 reist ze met de overige Bergse joden naar kamp Vught. Schrijven is er ten strengste verboden, maar enkele van haar naar buiten gesmokkelde brieven, gericht aan de familie Van Beek, zijn onlangs opgedoken. "We leven hier nog minder dan de beesten", schrijft ze op 24 april 1943. Ze verblijft op dat moment met 375 vrouwen in een barak: "Ze noemen het hier de moordcentrale, als jullie zouden weten hoe we het hier hebben, zouden de poorten worden bestormd." De poorten van kamp Vught zijn nooit bestormd.

Via Westerbork wordt Bertrien met haar familie naar het Duitse kamp Sobibor gebracht, waar de joden worden omgebracht door middel van uitlaatgassen van motoren. Van het gezin Kooperberg overleven vader, moeder, zoon Jacob en dochter Net de oorlog. Als Maup Kooperberg na de bevrijding terugkeert in Geertruidenberg, vindt hij zijn huis in de Koestraat bezet. Later komt het huis toch vrij en trekt de familie er weer in. Zoon Jacob zal er tot op hoge leeftijd blijven wonen.

Het verhaal van het huis aan de Koestraat en de familie Kooperberg is in gedetailleerde vorm te lezen in de novembereditie van De Dongebode, de periodiek van de Oudheidkunde Kring Geertruydenberghe.

Bron: BN-DeStem.

Geboren ‎13 jan 1886 Raamsdonk, overleden ‎16 jul 1943 Sobibor‎, leeftijd 57 jaar. Beroep: koopman. Woonplaats: 's-Gravenhage (‎na 1916)

Geboren ‎30 apr 1892 Raamsdonk, overleden ‎21 jan 1945 Blechhammer (Duitsland)‎, leeftijd 52 jaar. Beroep: handelsreiziger, lasser, winkel in hoeden, winkelbediende. Woonplaats: Choorstraat 56 Delftkoop (‎10 jan 1908) De hoedenwinkel in Delft tijdig overgedragen aan mevr. Hornscheidt, E. m. odiste, die na de oorlog de zaak weer teruggaf aan Bruijn..
.
Bevolkingsregister Eibergen: Simon Benjamin Kooperberg, geb. Raamsdonk 3. 0-4-1892, winkelbediende, vestiging vanuit Raamsdonk 10-1-1908, vertre. k naar 's-Gravenhage 18-12-1908. Bevolkingsregister Bergen op Zoom: 10-0. 1-1921 ingekomen uit Amsterdam. "In 1938 stuurde de joodse gemeente va. n Delft een telegram om H. M. koningin Wilhelmina te feliciteren met haa. r veertigjarig regeringsjubileum. In het werkzaam comitée dat de feestel. ijkheden moest voorbereiden had de heer S. B. Koperberg zitting" (Wijnbe. rg-Stroz en Lunteren-Spanjaard 1998, blz. 115). In 1935 had S. B. Kooper. berg "zijn winkel in hoeden op nummer 56" in "de eertijds zeer populair. e Choorstraat". Tijdens de oorlog had de winkel een 'bewariër'. Het 'bew. ariërschap' verliep soms ook zonder problemen zoals in het [geval van] K. ooperberg. In de hoedenwinkel van de omgekomen heer Kooperberg aan de Ch. oorstraat was mevrouw E. Hornscheidt als modiste werkzaam geweest. [Tijd. ens de oorlog] waren het meubilair en de zaak op haar naam gezet. Na d. e oorlog droeg mevrouw Hornscheidt alles weer aan mevrouw Kooperberg ove. r. De officiële [over]schrijving van de naam vond plaats in 1946" (Wijnb. erg-Stroz en Lunteren-Spanjaard 1998, blz. 94 en 219)..
Bron: John.kooperberg@gmail.com

Eigen code: WOII, geboren ‎14 aug 1896 Raamsdonk om 05:00 uur‎, bron: Akte, eigen code: 127, geboorteaangifte (getuige: Johannes Gijsbertus Simons, 35 jaar, veldwachter & Johannes Cornelis van Uijen, 30 jaar, schoenmaker, beide wonende te Raamsdonk), overleden ‎30 apr 1944 Wiesau (Duitsland) vermoord ‎, leeftijd 47 jaar. Woonplaats: Oranjelaan 40 Rijswijk (‎(totT 1942)) Verbleef in september-begin oktober 1942 in het werkkamp Beugelen bij St. aphorst.