|
|||
Jeanette Christina Bechtel [I37094], dochter van Jean Conrad Bechtel en Frederika Leisler.
Geboren ± 1767 Hanau (Duitsland), overleden 27 mrt 1849 Raamsdonk, leeftijd ongeveer 82 jaar
Ondertrouwd 25 jul 1788 Leiden. Gehuwd 30 aug 1788 Hanau (Duitsland), leeftijd ongeveer 21 jaar (34 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 1 (12165) met:
Mr. Jacob George Hieronymus Hahn [I35740], leeftijd bij huwelijk 26 jaar, zoon van Johannes David Hahn prof. en Christina Elisabeth Leisler.
Geboren 12 sep 1761 Utrecht, gedoopt 17 sep 1761 Utrecht (Waalsche Kerk), overleden 22 nov 1822 Haarlem Hoewel overal staat vermeld dat hij is overleden in 1820, is dit de correcte datum., leeftijd 61 jaar. Beroep: advocaat / secretaris van het College van Curatoren / Lid raad van 's lands Posterijen / Commissaris NL Posterijen bij het 1e Departement in 's-Gravenhage. Woonplaats: Leiden (± 1784) 1e huwelijk met: Sara Maria van den Ende, 2e huwelijk met: Jeanette Christina Bechtel GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Jacob George Hieronymus Hahn (1) werd te Utrecht geboren op 12 September 1761 en aldaar gedoopt op 17 September daarna. Hij promoveerde te Leiden op 24 Mei 1784, en werd daar in 1788 secretaris van het College van Curatoren. Bij de nieuwe orde van zaken werd hij op 20 Januari 1795 lid van het (op dien dag ingestelde) bestuur van Leiden, vervolgens op 26 Januari afgevaardigde van Leiden in de Staten van Holland en op 27 Januari afgevaardigde dezer Staten in de Staten-Generaal. Hij trad zeer op den voorgrond bij het doorvoeren van de nieuwe beginselen in den nieuwen regeeringsvorm. In 1796 werd hij als representant in de eerste Nationale Vergadering voor het district Helder gekozen, en bij de verkiezing voor de tweede Nationale Vergadering werd zijn mandaat hernieuwd. Geruimen tijd maakte hij deel uit van de Commissie voor Buitenlandsche Zaken, een der permanente commissies uit de Nationale Vergadering. Als zoodanig werd hij bij den staatsgreep van 22 Januari 1798 in zijn woning geinterneerd, waarna hij tot 12 Juni 1798 een gedwongen verblijf had in het klooster te Breda. De nieuwe staatsgreep van 12 Juni 1798 gaf hem de vrijheid weer. Op 12 April 1798 was hij echter reeds vervallen verklaard van het lidmaatschap der Nationale Vergadering inmiddels sedert 22 Januari omgezet in de Constitueerende Vergadering. Op 10 October 1807 werd hij benoemd tot lid van de uit drie personen bestaande Commissie van administratie der posterijen te Amsterdam, van welke commissie hij kort daarna voorzitter werd. Zijn ontslag wegens gezondheidsredenen (sedert jaren leed hij aan verlamming van de beenen) volgde in 1810. Hij verliet Amsterdam voor Haarlem, waar hij 22 November 1822 overleed. Geschiedenis van het archiefbeheer De verzameling stukken, waarvan de beschrijving hierna volgt, werd te koop aangeboden als afkomstig van den "minister" Hahn. 1795. Deze aanduiding gaf alreeds te denken, te meer ook omdat hetgeen daarbij gevoegd werd, na eenig onderzoek beslist onjuist was. Het heette, dat zij eenigen tijd berust heeft op het buitengoed "Chartroise" onder Raamsdonk, waar Hahn heeft verblijf gehonden en dat na zijn dood publiek is verkocht. Het moge waar zijn, dat hij daar verblijf heeft gehouden, daar was hij echter als gast en niet als eigenaar, en zeker heeft de verkoop van dat buitengoed niets uit te staan met zijn overlijden. Eigenaar en bewoner van "Chartroise" was mr. Simon de Jongh van Son, heer van Raamsdonk, die op 31 Mei 1791 huwde met Charlotte Hahn, de zuster van J. G. H. Een onderzoek bracht aan het licht, dat de verzameling te koop werd aangeboden door een nakomeling van een der dochters van dezen mr. Simon de Jongh van Son, en tevens, dat veel wat oorspronkelijk in het bezit van dezen was geweest, bij tijd en wijle was verkocht, terwijl nu niet meer mogelijk was om na te gaan, wie de verkrijgers daarvan werden. Een poging, om de nogal fragmentarische verzameling weer aan te vullen, was dus op mislukking aangewezen. Het voor de hand liggend vermoeden is, dat men hier eigenlijk te doen heeft met het overschot van een verzameling-De Jongh van Son, waarbij zich ook bevond een deel van de verzameling-Hahn. Wat nog aangetroffen werd van de verzameling-De Jong van Son, was een hoeveelheid stukken, vermoedelijk behoorend tot het archief van den schout van Raamsdonk, of althans tot het archief van den heer van Raamsdonk. Uit het geslacht Van Son, dat de heerlijkheid Raamsdonk bezat, waren achtereenvolgens schout van Raamsdonk: Matthijs van Son en zijn zoon Simon. Zij leefden van 1665 tot 1704 en van 1691 tot 1751. Een tamelijke hoeveelheid stukken, uit de jaren 1713 tot aan 1751 zijn gericht aan Simon van Son, soms aangeduid als "heer van Raamsdonk" dan wel als "schout van Raamsdonk", doch met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid toch wel alle aan hem in laatsgenoemde hoedanigheid. De eenige dochter van voornoemden Simon van Son huwde met Leonardus de Jong. De zoon van dezen verkreeg vergunning zich te noemen mr. Simon de Jongh van Son, en deze was het die met Charlotte Hahn huwde. Zij overleed als weduwe te Utrecht in 1831, en vermoedelijk bleven de familiebescheiden in het bezit van twee harer dochters, waarvan de laatst overgeblevene in 1890 te Utrecht stierf. Daarna in handen gekomen van een bloedverwant, zijn zij door dezen bij gedeelten vervreemd. Wat na verwijdering van de voor het Rijksarchief in Noord-Brabant bestemde stukken is overgebleven, werd bewaard in drie portefeuilles, waarvan er twee genummerd zijn 1 en 6. Nasporingen naar portefeuilles 2, 3, 4 en 5 bleven vruchteloos. Wel is er nog een derde portefeuille, waarin stukken die deel moeten hebben uitgemaakt van een grootere hoeveelheid, wellicht de inhoud van een der verloren geraakte portefeuilles. Het is niet mogelijk geweest om uit te maken, of Hahn deze stukken ambtshalve als lid van de Commissie van de Buitenlandsche Zaken onder zich heeft gehad, en zij in 1798 aan het spiedend oog van hen, die belast waren met de inbeslagneming van de bescheiden onder de leden der Commissie, ontsnapt zijn, dan wel of hij ze als belangstellende heeft verzameld. Het grootste deel bestaat uit afschriften van stukken, die ook elders werden gevonden, die echter door de bijzondere rangschikking bijzondere waarde verkrijgen. (1) Het navolgende is grootendeels ontleend aan de uitvoerige levensbeschrijving van Hahn in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (deel VIII, kol. 666-672), door J. C. Esmaer. Hiernaar wordt voorts verwezen.))
Kinderen:
1.
Jean David Hahn [I37101]Geboren 19 jun 1790 Leiden, gedoopt 27 jun 1790 Leiden (Waalsche kerk), overleden 26 dec 1811 Amsterdam, leeftijd 21 jaar In 1790 student in de letteren te Leiden. 2.
Jacob George Hieronymus Hahn [I37102]Geboren 03 jun 1793 Leiden, gedoopt 14 jul 1793 Hillegom, overleden 31 aug 1814 Amsterdam, leeftijd 21 jaar. Beroep: adelborst eerste klasse ter zee 3.
Charlotte Hahn [I37103]Geboren 10 jul 1795 's-Gravenhage, gedoopt 17 jul 1795 's-Gravenhage (Kloosterkerk) 4.
Frederika Hahn [I37104]Geboren 05 apr 1797 's-Gravenhage, gedoopt 11 apr 1797 's-Gravenhage (Nieuwe Kerk), overleden 17 sep 1849 Raamsdonk, leeftijd 52 jaar 5.
Willem Christiaan Hahn [I37105]Geboren 14 apr 1802 's-Gravenhage, gedoopt 03 apr 1802 's-Gravenhage (Kloosterkerk), overleden 12 aug 1820 Amsterdam, leeftijd 18 jaar |