woman‎Jenneke Braacx‏‎ [I57235]‎, dochter van Thomas Braacx en Adriana Catharina van Hoften‏.
Geboren ‎14 mei 1814 Rotterdam, overleden ‎30 apr 1857 Rotterdam‎, leeftijd 42 jaar

Gehuwd ‎03 mei 1843 Rotterdam, leeftijd 28 jaar (13 jaar gehuwd)
Huwelijks ID nr. 1 (17463)

met:

manWillem Nolen‏‎ [I57234], leeftijd bij huwelijk 22 jaar, zoon van Johannes "Jan" Nolen en Catharina Barendrecht‏.
Geboren ‎19 jul 1820 Oost en West Barendrecht, overleden ‎03 jan 1864 Rotterdam‎, leeftijd 43 jaar. Beroep: dokter te Rotterdam
1e huwelijk met: Jenneke Braacx, 2e huwelijk met: Elizabeth Geertruida Kloos
Kind:
1.
manWillem Nolen‏‎ [I57230]
Geboren ‎31 jul 1854 Rotterdam, overleden ‎24 mrt 1939 's-Gravenhage‎, leeftijd 84 jaar. Beroep: dokter en arts / hoogleraar in Leiden. Woonplaats: Nassauplein 18 's-Gravenhage (‎24 apr 1924) Kwam van Leiden naar den Haag.
Na zijn studie aan het Erasmusgymnasium in Rotterdam schreef hij zich op 5 oktober 1872 in aan de universiteit van Leiden om medicijnen te studeren. Na een jaar gewerkt te hebben als assistent van Samuel Sigmund Rosenstein, verdiende hij op 27 oktober 1880 zijn doctoraat in reuma bij gonorrhoricus voor de arts.
Vervolgens werkte hij elf jaar als arts in Rotterdam en werd benoemd op 13 december 1890 als hoogleraar interne geneeskunde en farmacologie in Leiden, welke taak hij op 4 februari, 1891, toespraak Bactreiologie en geneeskunde. Op 15 juni 1904 werd hij vrijgesteld van zijn hoogleraarschap in de farmacologie en in 1906/07 rector van de alma mater. Nolen was gewijd aan de strijd tegen tuberculose, richtte de Leidsche Tuberculosis Association op en werd zijn voorzitter.

Daarnaast was hij lid van de Nederlandse Centrale Vereniging voor Tuberculosebestrijding en werd hij voorzitter van de Tuberculoseonderzoekscommissie van deze vereniging. Hij had deelgenomen aan het Duitse handboek over tuberculose en was in 1932 voorzitter van het achtste congres van de Internationale Unie tegen Tuberculose.

Literair verscheen uit zijn lente Clinical Voordrachten (1900) en Levensverzekering -geneskunde (1923). Daarnaast heeft hij een groot aantal artikelen geschreven in het Tijdschrift voor Geneeskunde, het Geneeskundigen Bladen, het Nederlandse Maandschrift voor Geneeskunde en in Duitse medische tijdschriften. Op 5 juni 1924 nam hij ontslag als hoogleraar en was emeritus op 15 september 1924.

Toen verhuisde Nolen naar Den Haag, waar hij van 1925 tot 1930 als directeur van het Rode Kruis-ziekenhuis diende en vervolgens optrad als medisch adviseur van de stad.

Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en ontving een eredoctoraat van de Universiteit van Uppsala.