|
|||
Willem Frederik "Willem" van Oranje Nassau Prins van Oranje Nassau [I59944], zoon van Willem V "Willem" van Oranje Nassau erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1751-1795) prins van Oranje en Frederica Sophia Wilhelmina "Wilhelmina" van Pruisen princes van Pruisen.
Alias: Willem I der Nederlanden, gedoopt 24 aug 1772 's-Gravenhage, overleden 12 dec 1843 Berlijn (Duitsland), leeftijd ongeveer 71 jaar. Beroep: koning de Nederlanden Na de nederlaag van Napoleon in de Slag bij Leipzig in 1813 werd hij ingehuldigd als 'Soeverein Vorst' der Verenigde Nederlanden. Op 16 maart 1815 riep hij zichzelf uit tot koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en hertog van Luxemburg, waarna hij op 21 september 1815 in Brussel werd ingehuldigd als Koning. In hetzelfde jaar werd op het Congres van Wenen door de Europese mogendheden besloten om het hertogdom Luxemburg te promoveren tot groothertogdom en Willem te erkennen als eerste groothertog, met bevestiging van de koningstitel. Hiermee was de kersverse Nederlandse monarchie binnen Europa formeel erkend. Het nieuwe koninkrijk fungeerde als buffer voor zowel Frankrijk als het Verenigd Koninkrijk. Na de troonsafstand in 1840 noemde Willem I zich koning Willem Frederik, graaf van Nassau. In Duitsland was Willem I van 1803 tot 1806 "Fürst" (vorst) van het vorstendom Nassau-Oranje-Fulda. In 1806 en in de periode 1813-1815 was hij tevens vorst van het vorstendom Nassau-Oranje.
Gehuwd 01 okt 1791 Berlijn (Duitsland), leeftijd ongeveer 19 jaar in het koninklijk slot, het feest duurde 17 dagen. (46 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 1 (18205) met:
Frederica Louisa Wilhelmina "Wilhelmina" van Pruisen prinses van Pruisen [I59945], leeftijd bij huwelijk ongeveer 16 jaar
Alias: Mimi, gedoopt 18 nov 1774 Potsdam, overleden 12 okt 1837 's-Gravenhage paleis Noordeinde, leeftijd ongeveer 62 jaar
Kinderen:
1.
Willem Frederik George Lodewijk "Guillot" van Oranje Nassau King of the Netherlands Prince of Orange-Nassau [I58881]Alias: Willem II der Nederlanden, gedoopt 06 dec 1792 Den Haag, overleden 17 mrt 1849 Tilburg, leeftijd ongeveer 56 jaar. Beroep: koning der Nederlanden / groothertog van Luxemburg / hertog van Limburg Zijn ouders waren de latere koning Willem I der Nederlanden en Wilhelmina van Pruisen. Zijn grootvaders waren de heersende stadhouder Willem V en de Pruisische koning Frederik Willem II van Pruisen. Hij had een jongere broer: Frederik (1797-1881), en twee jongere zusters: Paulina (1800-1806) en Marianne (1810-1883). Na de uitroeping van de Bataafse Republiek in januari 1795 vluchtte de gehele stadhouderlijke familie, waaronder de toen tweejarige Willem naar Engeland. Vanaf 1797 verbleef Willem samen met zijn ouders aan het hof van de koning van Pruisen in Berlijn. Hier werd hij van 1803 tot 1809 opgeleid aan de militaire academie. Een van de leraren verbonden aan deze academie was Carl von Clausewitz. Willem raakte hier goed bevriend met de Pruisische prinsen. Vanaf 1809 tot 1811 studeerde hij in Oxford. In deze periode maakte hij in gezelschap van zijn gouverneur de Constant Rebecque twee lange reizen. Eerst door het zuidwesten van Engeland, later een reis van ruim vier maanden door het noorden van Engeland, Schotland en Ierland. Daarna diende hij op het Iberisch schiereiland drie jaar lang in het Engelse leger als een van de aides-de camp van Arthur Wellesley, de bevelhebber van het Engelse expeditieleger op het Iberisch schiereiland. Hier maakte hij in 1812 onder andere de zeer bloedige bestorming van het fort van Badajoz en de succesvolle Slag bij Salamanca mee. Hij ontsnapte meermalen maar nipt aan de dood. De reden dat zijn vader zulke ongebruikelijk grote risico's met het leven van de troonopvolger nam, was gelegen in het feit dat Willem de laatste troefkaart was, waar de Oranje-dynastie nog over kon beschikken in een poging om weer een vooraanstaande rol op het Europees toneel te gaan spelen. Het plan was om Willem te laten trouwen met de Engelse kroonprinses Charlotte. Nadat zijn vader in november 1813 met Engelse steun (met name van de minister van buitenlandse zaken Castlereagh) soeverein vorst van de Nederlanden was geworden, zette Willem enige weken later voet op Nederlandse bodem. Toen zijn vader zich in 1815 in de aanloop naar de Slag bij Waterloo uitriep tot koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd Willem officieel troonopvolger. In die periode was hij tot de komst van Wellesley (sinds 1814 ook bekend als de hertog van Wellington) opperbevelhebber van de aanwezige geallieerde Engelse, Nederlandse, Belgische en Duitse troepen. Zijn rol, met name in de voorbereiding op de Slag bij Quatre-Bras was cruciaal. Hij zag de strategische waarde van Quatre-Bras en had van tevoren goede afspraken gemaakt met de generaals de Constant Rebecque (zijn vroegere gouverneur) en de Perponcher over hoe te handelen in het geval van een Franse aanval langs deze route. Vooral daardoor wist zijn leger van Belgische, Nederlandse, Duitse en Engelse troepen hier onverwachts stand te houden tegen een Franse overmacht onder maarschalk Ney. Zonder dit succes was er geen Slag bij Waterloo geweest. In de Slag bij Waterloo raakte Willem II zwaar gewond aan zijn schouder. De rest van zijn leven werd hij zowel in binnen- als buitenland gezien als een van de grote helden die Napoleon definitief hadden verslagen. Nadat zijn vader in november 1813 met Engelse steun (met name van de minister van buitenlandse zaken Castlereagh) soeverein vorst van de Nederlanden was geworden, zette Willem enige weken later voet op Nederlandse bodem. Toen zijn vader zich in 1815 in de aanloop naar de Slag bij Waterloo uitriep tot koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd Willem officieel troonopvolger. In die periode was hij tot de komst van Wellesley (sinds 1814 ook bekend als de hertog van Wellington) opperbevelhebber van de aanwezige geallieerde Engelse, Nederlandse, Belgische en Duitse troepen. Zijn rol, met name in de voorbereiding op de Slag bij Quatre-Bras was cruciaal. Hij zag de strategische waarde van Quatre-Bras en had van tevoren goede afspraken gemaakt met de generaals de Constant Rebecque (zijn vroegere gouverneur) en de Perponcher over hoe te handelen in het geval van een Franse aanval langs deze route. Vooral daardoor wist zijn leger van Belgische, Nederlandse, Duitse en Engelse troepen hier onverwachts stand te houden tegen een Franse overmacht onder maarschalk Ney. Zonder dit succes was er geen Slag bij Waterloo geweest. In de Slag bij Waterloo raakte Willem II zwaar gewond aan zijn schouder. De rest van zijn leven werd hij zowel in binnen- als buitenland gezien als een van de grote helden die Napoleon definitief hadden verslagen. Van december 1813 tot in mei 1814 was Willem verloofd met de Britse kroonprinses Charlotte Augusta, dochter van de latere koning George IV. Zij verbrak de verloving en huwde uiteindelijk met Leopold van Saksen-Coburg, de latere koning Leopold I van België. Willem II trad op 21 februari 1816 in het huwelijk met Anna Paulowna, een dochter van tsaar Paul I van Rusland. 2.
Willem Frederik Karel "Frits" van Oranje Nassau Prins der Nederlanden [I59943]Gedoopt 28 feb 1797 Berlijn, overleden 08 sep 1881 Wassenaar Huize 'de Paauw', leeftijd ongeveer 84 jaar Prins Frederik trad op 21 mei 1825 in Berlijn in het huwelijk met zijn nicht prinses Louise van Pruisen. Net als zijn vader en grootvader trouwde hij dus met een Pruisische prinses, en net als zijn vader met zijn nicht. Prins Frederik werd in Berlijn geboren. Zijn ouders waren op dat moment door de patriotten uit Nederland verdreven. Hij groeide op aan het hof van zijn grootvader Frederik Willem II van Pruisen en ontving daar militair onderricht van de Pruisische generaal Carl von Clausewitz. In dienst van het Pruisische leger nam hij deel aan de Volkerenslag bij Leipzig (1813). In december 1813 zette hij bij het Gelderse dorp Aalten voet op Nederlandse bodem. Hij sprak geen Nederlands. De prins had het moeilijk in Nederland. Hij had zich altijd thuis gevoeld aan het Pruisische hof en plotseling bevond hij zich in een land waarvan hij de gebruiken niet kende en de taal nog moest leren. Om zijn wat eenzijdige opleiding bij te spijkeren werd de prins als student naar de Rijksuniversiteit Leiden gestuurd. Hij ging met tegenzin, maar schreef zijn voormalige gouverneur: 'Ik behoor mijn plicht en niet mijn lust te volgen.' Frederik had krachtens het huisverdrag van 4 april 1815 recht op de Duitse bezittingen van het Huis Oranje-Nassau op het moment dat zijn oudere broer Willem (II) koning zou worden. Omdat deze echter niet meer in bezit van de familie waren, zou hij groothertog van Luxemburg worden. Van dit recht deed hij in 1816 afstand in ruil voor domeinen en de titel Prins der Nederlanden. Militaire carričre: Frederik was van 1816 tot 1881 regimentschef van het naar hem genoemde Pruisische 15. "Infanterieregiment Prinz Friedrich der Niederlande". In 1826 benoemde koning Willem I zijn tweede zoon tot commissaris-generaal (minister) van Oorlog. Prins Frederik moderniseerde in deze functie het leger naar Pruisisch model. Hij richtte de Koninklijke Militaire Academie in Breda op en rustte het leger uit met moderne wapens zoals de houwitser. Hij vervulde diverse functies in het leger en werd in 1829 admiraal. In 1830 leidde prins Frederik, nadat zijn broer Willem II er niet in geslaagd was door onderhandelingen tot een vergelijk te komen, de troepen die in Brussel trachtten de Belgische Opstand te bedwingen. Op 18 augustus 1831 werd prins Frederik benoemd tot grootkruis in de Militaire Willems-Orde. In 1849 werd er opnieuw een beroep op hem gedaan, dit keer door zijn neef koning Willem III. Deze benoemde hem op 8 april 1849 opnieuw tot inspecteur-generaal der Krijgsmacht. Hij bleef dat bijna twintig jaar. In 1868 diende hij zijn ontslag in omdat hij geen steun kreeg van de minister en verbeteringen in het leger achterbleven. |