man Ernest Henri Philipe "Han" Baudet‏‎ #65744‎, zoon van Pierre Joseph Henri Baudet en Ernestine Louise Augusta van Heemskerck‏.
Geboren ‎29 jan 1919 's-Gravenhage, overleden ‎16 dec 1998 Leiden‎, 79 jaar. Beroep: historicus / cellist
Ernest Henri Philippe (Han) Baudet was een veelzijdig man. Het terrein v an zijn wetenschappelijk onderzoek strekte zich uit van de geschiedeni s van de Middeleeuwen tot die van technische innovaties als de balpen e n de ijskast. Zijn werk omspande de sociaal-economische geschiedenis i n al haar facetten en die van het voormalige Nederlands-Indië. Daarnaas t was hij een begaafd en geestdriftig cellist, schaakspeler, literator e n briefschrijver; verder een uitstekend pedagoog, amusant causeur en bez ielend docent. Bovenal was hij een vitale en warme persoonlijkheid, di e heel veel mensen aan zich wist te binden. De overweldigende belangstel ling bij zijn 'memorial service' in het Groene Kerkje te Oegstgeest op 2 2 december 1998 legde daarvan getuigenis af.Van vaderszijde stamde hij a f van Pierre Joseph Baudet (1778-1858), kostschoolhouder, wiskundige e n schrijver van Franse grammatica's, die, uit Henegouwen komend en op d e loop voor de Franse conscriptie, zich in 1795 in Nederland had gevesti gd. De wiskundige belangstelling van Han Baudet valt mogelijk tot deze v erre voorvader te herleiden, maar men kan de kiem daarvan natuurlijk oo k dichter bij huis zoeken. Zijn vader P.J.H. Baudet (1891-1921) was hoog leraar in de zuivere en toegepaste wiskunde en de mechanica te Delft. D e jonge Baudet heeft zijn vader niet bewust gekend. Deze stierf al op de rtigjarige leeftijd na een ziekbed van slechts drie dagen aan een longon tsteking. Ook al was het abrupt doven van de feestelijk versierde kerstb oom als teken van rouw het enige wat hem van die droevige gebeurtenis zo u heugen, dit tragische verscheiden moet een enorme leegte hebben achter gelaten. Veel in Baudets latere leven laat zich uit dit gemis verklaren , zoals zijn hang naar gezelligheid en geborgenheid, zijn loyaliteit aa n zijn vriendenkring, zijn besef van de kortstondigheid van het menselij k bestaan en misschien ook wel zijn wegvluchten in een niet aflatende re eks van activiteiten en bezigheden. Hij deed alles met hartstocht en ged revenheid, alsof zijn dag achtenveertig uren telde.Zijn moeder, Ernestin e van Heemskerck, stamde uit een Indische familie; haar vader had een ij sfabriek in Kediri. Met tal van banden voelde Han Baudet zich met haar g eboorteland verbonden, al zou hij Indonesië pas in 1991 voor de eerste ( en laatste) keer bezoeken. Een voorgenomen reis aan het einde van zij n middelbareschooltijd naar het toenmalige rijksdeel overzee werd op he t laatste ogenblik - het witte tropenpak hing al in de kast - vanwege ee n sterfgeval afgelast.Zijn aanleg voor wiskunde deed hem aanvankelijk be sluiten om, na het aflopen van de hogere burgerschool aan de Haagse Stad houderslaan, zich als student in de wis- en natuurkunde te Leiden in t e schrijven. Eenmaal student werd echter weldra zijn belangstelling voo r de geschiedenis gewekt, waarna hij de exacte vakken vaarwel zei. Huizi nga werd een bewonderde leermeester, zij het niet voor lang door de slui ting van de universiteit in 1941. Het kandidaatsexamen kon Baudet nog ju ist op tijd te Utrecht afleggen voordat het tekenen van een loyaliteitsv erklaring werd verlangd; het doctoraalexamen (te Leiden) met als hoofdva k oude geschiedenis volgde kort na de bevrijding.De oorlogsjaren waren v oor Baudet een enerverende tijd. Hij raakte betrokken bij verschillend e vormen van verzetswerk, in het bijzonder bij het onderbrengen van jood se kinderen; ook redigeerde hij een verzetskrant. In de laatste oorlogsw inter trad hij in het huwelijk met Senta Bernadine Johanna Goverts. He t was het begin van een lang en harmonieus huwelijk, dat overigens nie t vrij was van beproevingen; hun oudste, lichamelijk ernstig gehandicapt e, kind vergde veel zorg van de nog jonge ouders.De aanvullende examen s Latijn en Grieks, die Baudet als gewezen hbs-leerling aan het begin va n zijn geschiedenisstudie had moeten afleggen, bewezen hun nut bij de vo orbereiding van zijn dissertatie over de invloed van het werk van de ker kvader Augustinus op de middeleeuwse geschiedfilosofie, zoals nader uitg ewerkt in de Mittelalterliche Zeitanschauungen van de Duitse mediëvist E rnst Bernheim (1850-1942). De rechtshistoricus en gewezen Leids hooglera ar, tevens voormalig lid van de Raad van Indië, J. van Kan (1877-1944) , had hem op dit onderwerp gezet. Van Kan, het type van de grand seigneu r, moet voor de jonge Baudet de inspirerende vaderfiguur zijn geweest, d ie hij in zijn jeugd ontbeerd had. Aan hem was ook het proefschrift opge dragen, waarop hij in 1948 bij de Leidse hoogleraar in de wijsbegeerte F .L.R. Sassen promoveerde, nadat Huizinga's opvolger Th. J.G. Locher to t teleurstelling van de promovendus voor het dissertatieonderwerp geen b elangstelling had getoond.Het proefschrift (Onderzoekingen over het Syst eem der Middeleeuwsche Geschiedbeschouwing) was een werk van grote erudi tie, met zeldzame volharding voorbereid en geschreven in de marge van ee n jachtig bestaan als journalist bij het Algemeen Nederlands Persbureau , waar Baudet in de zomer van 1945 in dienst was getreden om er al spoe dig chef-redacteur van de Indische afdeling te worden. Zo kwam hij van z eer nabij in aanraking met het Nederlands-Indonesische dekolonisatieconf lict, een thema dat hem zijn leven lang zou blijven boeien.Baudet was, z oals hij eens opmerkte, niet de man die voor zichzelf een vaste lijn i n zijn leven uitzette. Het onderwerp van zijn dissertatie heeft hij nadi en tot in zijn laatste levensjaar laten rusten. Ook zijn werkkring bij h et anp gaf hij kort na zijn promotie op. Hij aanvaardde een leraarsfunct ie bij het Nederlands Lyceum in zijn geboortestad.In 1953 vertrok Baude t met zijn gezin voor een jaar naar Frankrijk. De studie waarvoor hem ee n beurs was toegekend - een onder supervisie van André Siegfried te verr ichten onderzoek naar het beeld van de Franse samenleving in de negentie nde eeuw, gezien vanuit de literatuur van die tijd - kwam er nooit; we l een prachtig literair werk over het dagelijks leven in Saint-Soupplets . Het gezin Baudet had in dit plaatsje ten noordoosten van Parijs in ee n ruim oud huis domicilie gekozen. In 1955 verschenen, werd Mijn dorp i n Frankrijk in de kritieken alom geprezen, verschillende malen herdrukt , en uiteindelijk ook in het Frans vertaald.Zijn naam was daarmee gevest igd. Er was sprake van een aanstelling in Londen op de leerstoel Nederla ndse geschiedenis. Op aanraden van de Utrechtse historicus Pieter Geyl , vroeger bekleder van die leerstoel en begeleider van zijn onderzoek i n Frankrijk, gaf hij echter de voorkeur aan een gelijktijdig uit Groning en gekomen aanbod. In de zomer van 1956 werd hij daar, mede op voorspraa k van de Groningse socioloog P.J. Bouman, die zijn recente boek van ee n voorwoord had voorzien, tot hoogleraar benoemd als opvolger van B.H. S licher van Bath. De leeropdracht - het doceren van de sociaal-economisch e geschiedenis in de economische en sociale faculteit - opende voor Baud et een geheel nieuw onderzoeksterrein. Zijn oratie op 1 december 1956, H istorie en menselijke verhoudingen, gaf reeds in de titel aan waar het b ij hem vooral om ging en altijd gegaan is: om de studie van de geschiede nis als menswetenschap. Hij wees daarin op het belang van sociaal-psycho logische theorieën voor een beter inzicht in historische processen.Tot 1 984 is hij hoogleraar in Groningen gebleven. Hij was aan universiteit e n stad gehecht en vormde om zich heen een kring van toegewijde medewerke rs en promovendi. Tal van grotere en kleinere publicaties verschenen i n die jaren van zijn hand; van enkele bedrijfsgeschiedenissen en leerboe ken, zoals het in 1978 verschenen Kernproblemen der Economische Geschie denis, voerde hij de redactie. Tot een synthese in de vorm van grote sam envattende werken kwam het overigens niet. Zijn geest was misschien te s peels, hijzelf te gemakkelijk afgeleid, om zich voor langere tijd in d e afzondering van de studeerkamer aan een grote monografie te wijden. Aa nbiedingen om naar Amerika te komen, na de verschijning van de Engelse v ertaling van zijn uit 1959 daterende Het paradis op aarde, een groot cul tuurhistorisch essay over de verhouding van de Europese tot de buiten-Eu ropese mens, sloeg hij af. Wel gaf hij er een serie gastcolleges, onde r andere te Harvard en Yale, aan welke laatste universiteit een goede vr iend, Harry J. Benda, doceerde.Of hij een dergelijk aanbod uit Leiden zo u hebben afgeslagen, is minder zeker. Na de dood van T.H. Milo in 196 1 - aan wie Baudet een levensbericht in het Jaarboek van de Maatschappi j der Nederlandse Letterkunde wijdde - kwam daar de leerstoel in de over zeese en zeegeschiedenis vacant. Locher en Leiden bleken echter niet vee l belang te hechten aan de continuering van een leerstoel die toen te 't raditioneel' werd geacht. Misschien speelde ook mee dat Baudet in een pe riode waarin erg kritisch werd teruggekeken op het koloniale tijdperk, t e zeer als een verdediger van wat voorgoed voorbij leek werd beschouwd . Zijn nauwe band met een ander gewezen lid van de Raad van Indië, de ui terst conservatieve J.W. Meyer Ranneft, zal daaraan niet vreemd zijn gew eest. In zijn in 1961 tezamen met de Amsterdamse hoogleraar I.J. Brugman s uitgegeven bundel Balans van beleid. Terugblik op de laatste halve eeu w van Nederlandsch-Indië kwam een vijftiental Indischgasten aan het woor d, die de goede zijden belichtten welke het Nederlands koloniaal bestuu r natuurlijk ook gekend had. In veler ogen toen was dit een te eenzijdig e benadering. Wars van 'anti-koloniale retoriek', zoals hij het zelf een s genoemd heeft, maar daarom nog niet onkritisch, toonde hij zich ook i n zijn in 1983 verschenen, tezamen met M. Fennema en anderen uitgegeve n bundel Het Nederlands belang bij Indië, en in kleinere publicaties al s 'Nederland en de rang van Denemarken', in: H.W. Lambers e.a., Ondernem er en omgeving (1975) en 'Netherlands retreat from empire', in: Internat ionale Spectator 13 (1967).De romanticus Baudet was een ridderlijk verde diger van verloren zaken en vervlogen idealen. 'Ik hang van emoties aa n elkaar', schreef hij eens. Zo spande hij zich in de tweede helft van d e jaren zeventig zeer in voor de Zuid-Molukse gemeenschap in Nederland e n haar, zijns inziens terechte, zij het met verkeerde middelen gevoerd e strijd om erkenning van het zelfbeschikkingsrecht.

Gezien zijn afkomst en warme belangstelling voor Frankrijk, wekt het gee n verbazing dat Baudet zijn leven lang francofiel in hart en nieren was . Hij spande zich zeer in voor het organiseren van allerlei Nederlands-F ranse evenementen en was ook betrokken bij de instelling van de Prix d e Paris, die sedert een twintigtal jaren jonge Nederlandse historici i n staat stelt tot een voortgezette eenjarige studie te Parijs. Van die v erbondenheid met Frankrijk getuigde ook een tweetal Franse onderscheidin gen (de Ordre des Palmes Académiques en de Ordre National du Mérite) waa rvan hij de drager was.Omstreeks 1965 ging Baudet ook colleges geven aa n de Technische Hogeschool te Delft, om daarmee toch nog in de voetspore n van zijn vader te treden. Hij raakte betrokken bij de in 1969 officiee l opgerichte afdeling Industrieel Ontwerpen (Industriële Vormgeving) e n werd er tot zijn grote voldoening in 1982 benoemd tot buitengewoon hoo gleraar, in het bijzonder in de geschiedenis van de mens/product-relatie s. Na zijn Groningse emeritaat, waaraan zijn verhuizing naar Oegstgees t voorafging, kon hij zo te Delft nog enige jaren in het universitair on derwijs actief blijven. In 1986 verscheen als vrucht van zijn Gronings e en Delftse colleges over dit onderwerp Een vertrouwde wereld. 100 jaa r innovatie in Nederland. Dit boek, geschreven op uitnodiging van het So ciaal en Cultureel Planbureau, behandelde de ontwikkeling en loopbaan va n industrieel vervaardigde massaproducten als de wasmachine, de fiets, d e stofzuiger, de tandenborstel, de anticonceptiepil en andere consumptie artikelen die het moderne bestaan vergemakkelijken maar tegelijk kunne n compliceren.Toen hij in 1987 ook te Delft afscheid nam, aanvaardde hi j de opdracht een gedenkboek te schrijven van de Delftse hogeschool, da t bij het anderhalve eeuwfeest van deze instelling, begin 1993, het lich t moest zien. Met tomeloze energie heeft Baudet zich aan dit grote wer k gezet - regelmatig trof ik hem op zaterdagochtenden in het Algemeen Ri jksarchief aan - om uiteindelijk de voldoening te smaken dat dit prachti g geïllustreerde en veelomvattende werk in twee delen, De lange weg naa r de Technische Universiteit Delft (Den Haag 1992-1993), inderdaad op he t vooraf overeengekomen tijdstip kon verschijnen. Achter de zwier die zi jn optreden kenmerkte, ging een harde werker schuil.

Ook daarna, tot in zijn laatste levensjaar, bleef hij wetenschappelijk w erkzaam. Hij publiceerde nog verschillende artikelen en boekrecensies e n was de graag geziene bezoeker bij vergaderingen van de Commissie voo r geschied- en oudheidkunde van de Maatschappij der Nederlandse Letterku nde en van het Historisch Gezelschap te 's-Gravenhage. Hij stierf in he t harnas. Daags na een lezing werd hij in oktober 1998 door een hartinfa rct overvallen; een tweede infarct enkele weken later luidde het einde i n. Hij overleed op 16 december 1998 en werd begraven in 'zijn' dorp in B ourgondië, Corpoyer-la Chapelle, waar hij tezamen met zijn vrouw Senta z o menigmaal vrienden en vermoeide reizigers uit Nederland een gastvrij o nthaal had bereid.

Gehuwd ‎27 jan 1945 's-Gravenhage (53 jaar gehuwd)
Huwelijks ID nr. 1 (19770)

met:

woman Senta Bernardina Johanna Goverts‏‎ #65759‎, dochter van Johannes Godefridus Josef Goverts en Bernardina Johanna Hertog‏.
Geboren ‎04 mei 1924 's-Gravenhage, overleden ‎19 okt 2018‎, 94 jaar

Kind:

1.
man Marcel Baudet‏‎ #65743
Geboren ‎± 1951‎, ongeveer 73 jaar. Beroep: musicus
Studeerde in Groningen aan het Stedelijk Conservatorium hoofdvak piano e n theorie, en tegelijkertijd geschiedenis aan de Rijksuniversiteit. Hi j kreeg les van Johan van der Meer en vervolgens, op het conservatorium , van Jan Kruijt en George van Renesse. Overige docenten waren Alfred Sa lten (orkestdirectie), Willem Frederik Bon (orkestratie) en Tristan Keur is (compositie). Zijn belangrijkste ontwikkeling heeft hij te danken aa n Vlado Perlemuter, Louis Kentner en György Sebök.

Al tijdens zijn conservatoriumopleiding trad Marcel Baudet regelmatig o p als solist en in kamermuziekcombinaties. Gedurende diezelfde periode w erkte hij als pianist in het Noord-Hollands Philharmonisch Orkest. Hij h eeft zich ook met jazz bezig gehouden. Met een eigen jazzkwintet, waarvo or hij het meeste werk zelf componeerde en arrangeerde, heeft hij in d e jaren '70 talloze optredens in binnen- en buitenland verzorgd.
Marcel Baudet is hoofdvakdocent piano aan het Koninklijk Conservatoriu m te Den Haag en het Conservatorium van Amsterdam. Tevens doceert hij aa n de prestigieuze Yehudi Menuhin School in Stoke d'Abernon (Engeland).
Hij vervulde bestuursfuncties bij de European Piano Teachers Associatio n (EPTA) en de Stichting Jong Muziektalent Nederland (SJMN) en schreef t ientallen artikelen voor het Piano Bulletin. Hij is bovendien een veel g evraagd jurylid bij (inter)nationale pianoconcoursen. Als vervolg op zij n ervaringen met het onderwijs aan jong pianotalent richtte hij in 199 9 de Young Pianist Foundation (YPF) op, waarvan hij sindsdien de artisti eke leiding heeft. In die hoedanigheid is hij ook directeur van het YP F Nationaal Pianoconcours en het YPF Pianoconcours Jazz. In de afgelope n 20 jaar hebben veel van zijn leerlingen gewonnen op nationale en inter nationale concoursen.

In het jaar 1995 ontving hij de Buma/Stemra-prijs voor de beste toegepas te filmmuziek.