woman Gerberga van Neder-Lotharingen‏‎ #66383‎, dochter van Karel van Neder-Lotharingen, graaf van Laon en Adelheid "Agnes" van Meaux‏.
Gedoopt ‎(CIRCA 980), overleden ‎± 1018‎

Gehuwd ‎(CIRCA 990) Gerberga bracht een deel van Neder-Lotharingen als bruidsschat met zic h meegebracht en legde hiermee de basis voor het later Hertogdom Braban t.

Huwelijks ID nr. 1 (19939)

met:

man Lambert I van Leuven, graaf van Leuven (1003-1015)‏‎ #66382‎
Alias: Lambert I met de baard, gedoopt ‎(CIRCA 950), overleden ‎12 sep 1015 Florennes (BelgiĆ«)‎
Stamvader van de Leuvense gravendynastie.

Samen met zijn broer Reinier zou hij door aartsbisschop Bruno de Grote v erbannen zijn geweest. Na de dood van keizer Otto I keerden ze terug o m het kasteel van "Bussud" (Bossut?) te belegeren, maar werden verslage n en opnieuw verbannen door keizer Otto II.[2] In 973 zouden beide broer s zijn teruggekeerd om Werner en Reinout, die hun vaders land in bezit h adden genomen, te bestrijden en te doden. In 976 deden Reinier en Lamber t een tweede poging om hun bezittingen te heroveren. Ze werden op 19 apr il 976 verslagen bij Bergen maar kregen toen wel hun graafschappen van d e koning terug. Lambert werd graaf van Leuven. Ook uit een andere bron w eten we dat in 977 de zonen van Reinier III terug waren in hun vaderland . Door Lamberts huwelijk met Gerberga (in 991 of later), dochter van her tog Karel van Lotharingen, kwam hij in het bezit van het graafschap Brus sel.

In 1003 wordt Lambert voor het eerst vermeld als graaf van Leuven, ter g elegenheid van zijn aanduiding als voogd over de abdij van Nijvel. Hij v erwierf ook de voogdij over de abdij van Gembloers. Door dit voogdijscha p moest hij instaan voor de bescherming van de abdijen, maar anderzijd s verkreeg hij ook de territoriale controle over de uitgestrekte abdijdo meinen. In 1005 steunde Lambert Boudewijn IV van Vlaanderen in diens pog ingen om het markgraafschap Valencijn te veroveren. In 1007 wordt vermel d dat graaf Lambert terug in de gratie is gekomen bij keizer Hendrik II . In 1012 benoemde de keizer Godfried de Kinderloze tot hertog van Neder -Lotharingen. Dit was tegen de zin van Lambert die deze functie zelf beg eerde. Deze toewijzing bracht Lambert openlijk in conflict met de grave n van de Ardennen. Het kwam zelfs zover dat Godfried de stad Leuven bele gerde maar hij moest die onderneming zonder succes opgeven.

Lambert kwam daarna in botsing met Balderik van Loon, bisschop van Luik . Deze had besloten een burcht te bouwen te Hoegaarden. Dit was niet naa r de zin van Lambert I, die de burcht als een bedreiging beschouwde. Toe n de bisschop weigerde de bouwwerken stop te zetten, deed Lambert een in val in het Luikse gebied. De bisschop wist slechts met toegevingen zij n vazallen ertoe te bewegen hem bij staan in de strijd, maar in 1013 wer d die te Hoegaarden dan toch beslecht. Mede door desertie van een deel d er Luikse troepen wist Lambert de bisschop een bloedige nederlaag toe t e brengen. Deze overwinning stelde Lambert in staat ook het graafschap B runingerode (ten zuidoosten van het graafschap Leuven) te annexeren. I n 1015 kwam het opnieuw tot een conflict met hertog Godfried. Lambert tr ok samen met zijn broer Reinier tegen hem op, maar sneuvelde bij Florenn es (1015).

Om de vrede te herstellen tussen de Reiniers (graven van Leuven en Berge n) en het huis van Verdun werden huwelijksallianties aangegaan. Lamber t II Balderik van Leuven huwde Oda van Verdun (dochter van Gozelo I va n Verdun), en Reinier V van Bergen trouwde met een dochter van Herman va n Ename (die omstreeks die tijd graaf van Brabant was).

De kroniekschrijvers schetsen een zeer negatief beeld van de oorlogszuch tige Lambert I. Ze verwijten hem geen respect te hebben voor vrouwen, ki nderen en heiligdommen. Niet alleen dankzij de Karolingische bruidsscha t van zijn echtgenote Gerberga (het graafschap Brussel), maar ook door g eweld en intriges wist hij zijn territorium uit te breiden.

Kind:

1.
man Hendrik I van Leuven, graaf van Leuven (1015-1038)‏‎ #66381
Gedoopt ‎(CIRCA 990), overleden ‎05 aug 1038 Brussel (BelgiĆ«)‎