man Anton "Ton" Bruinsma‏‎ #66484‎, zoon van Klaas Bruinsma en Antonette Johanna Proost‏.
Geboren ‎05 feb 1921 Amsterdam, overleden ‎30 apr 1984 Frankrijk‎, 63 jaar. Beroep: oprichter en directeur van de frisdrankfabriek Raak. Woonplaats: Amsterdam
Het oorspronkelijke bedrijfje werd op 10 april 1945 opgericht onder de n aam A. Bruinsma's Limonadefabriek aan de Groen van Prinstererstraat 70 i n Amsterdam. Hij nam een firma over die al drie jaar had stilgelegen weg ens een tekort aan grondstoffen gedurende de oorlogsjaren. Een start me t veel goede moed maar onder zeer moeilijke omstandigheden. Het pandje h ad een totale oppervlakte van 50 m en beschikte over een gebrekkige bed rijfsinstallatie. Een grote handicap voor de verdere ontwikkeling was te vens de krappe toewijzing van 36 kg suiker per maand tijdens het eerst e bestaansjaar.

In december 1946 verhuisde de eenmanszaak naar een pand in de Marco Polo straat 285 in Amsterdam waarvan de oppervlakte 285 m bedroeg. In deze n ieuwe ruimte werden nieuwe machines opgesteld voor de productie van limo nadesiropen, gazeuses en advocaat. De zaken ontwikkelden zich voorspoedi g.

Eind 1956 vond een verdere uitbreiding plaats en verhuisde het bedrijf A . Bruinsma's Advocaat- en Limonadefabriek naar de Johann Siegerstraa t 6 op het toen nieuwe Amsterdamse Industrieterrein Amstel. De ontwikkel ing zette door, en dankzij de nieuwe behuizing en een geheel nieuw machi nepark startte men hier met een dagproductie van 3000 flessen advocaat ( 0,6 liter), 8000 flessen limonadesiroop (0,6 liter) en 15.000 flessen ko olzuurhoudende dranken (0,3 liter) per dag; producten die niet enkel vi a de levensmiddelenhandel maar ook via de horeca hun weg naar de consume nt vonden. Bij de officiële opening van dit bedrijfspand op 25 novembe r 1957 werd ook het limonadeflesje geïntroduceerd met de merknaam Raak , voorzien van een kleurig ingebrand rebusje: "raak = sinaasappel + fles je". Ook de vrachtwagens van het bedrijf werden voorzien van een draaien de fles met dezelfde kleurige beschildering op de cabine. De suikerbehoe fte was eind 1957 inmiddels gestegen tot 80.000 kg per maand.

De voortdurende groei en de daaraan gekoppelde investeringen werden voo r Anton Bruinsma met zijn eenmanszaak te veel. Om verdere groei en de ve le nieuwe plannen te realiseren was veel geld nodig. Aan de verkoop va n het bedrijf viel niet te ontkomen.

In Koog aan de Zaan was een familiebedrijf N.V. Cacaofabriek de Zaan, va n de familie Huysman. Toen een volgende generatie de leiding daar overna m, wilde deze niet enkel voortgaan op de gevestigde productie van cacaob oter. Directeur W. Huysman kocht de onderneming in 1962 en vormde deze o m tot een naamloze vennootschap: N.V. Drankenindustrie Raak.

Gehuwd ‎± 1950
Gescheiden ‎± 1960 (ongeveer 10 jaar gehuwd)
Huwelijks ID nr. 1 (19984)

van:

woman Gwendolyn Theresa Mary "Gwen" Kelly‏‎ #72744‎
Geboren ‎± 1931 Engeland‎, ongeveer 93 jaar. Woonplaats: Australië
AMSTERDAM - De Australische E. Th. M. Kelly heeft als enige de legale, ' witte' erfenis aanvaard van de zomer 1991 in Amsterdam geliquideerde maf iabaas Klaas Bruinsma, bijgenaamd de Dominee. Het gaat daarbij vrijwel z eker om de van oorsprong Britse moeder van de mafiabaas. Dat Bruinsma' s moeder de enige wettige erfgename is, blijkt uit een vonnis dat de rec htbank in Amsterdam onlangs heeft uitgesproken in een civiele procedure . Klaas Bruinsma's vader, Raak-oprichter Anton Bruinsma, trouwde de vrou w begin jaren vijftig. Ze betrokken een woning in de Amsterdamse Holbein straat en kregen vrij snel achter elkaar vier kinderen, van wie Klaas d e tweede was. Eind jaren vijftig, toen Klaas Bruinsma een jaar of zeve n was, kwam het tot een scheiding. Bruinsma's moeder vertrok daarop me t achterlating van de kinderen naar Engeland, en belandde later in Austr alië. Sindsdien heeft zij slechts incidenteel contact gehad met haar kin deren. De misdaadbaas heeft nimmer een testament gemaakt, zodat zijn twe e broers, zijn zuster en zijn moeder in 1991 automatisch zijn wettige er fgenamen werden. De broers en zuster zouden destijds al afstand van de n alatenschap hebben gedaan; de moeder heeft de erfenis onder voorwaarde n aanvaard. Mevrouw Kelly heeft Bruinsma's erfenis geaccepteerd onder, z oals dat heet, 'het voorrecht van boedelbeschrijving'.

Dat houdt in dat zij het recht heeft de erfenis alsnog te weigeren als b lijkt dat de lasten van de nalatenschap hoger zijn dan de baten, wat vri jwel zeker het geval is. De Dominee had vrijwel geen legale bezittinge n op eigen naam. Daarentegen zitten in de nalatenschap wel forse schulde n: nadat Bruinsma op 27 juni 1991 bij het Amsterdamse Hilton Hotel was v ermoord, legde de belastingdienst beslag op al zijn bekende bezittinge n in verband met een navordering van ruim achttien miljoen gulden, allee n al over 1989. De criminele, 'zwarte' erfenis van Bruinsma (zijn omvang rijke drugshandel, en zijn voor de fiscus verzwegen financiële reserves ) kwam terecht bij de zogeheten Delta-organisatie, die in de verhoren va n de commissie-Van Traa de laatste weken steeds is aangeduid als 'de erv en-Bruinsma'. Het eind 1993 ontbonden Interregionaal Rechercheteam Noord -Holland/Utrecht heeft lange tijd jacht gemaakt op de Delta-groep, die w ordt geleid door een driemanschap: Bruinsma's voormalige tweede man Etie nne U., een Amsterdamse advocaat en een zakenman. Het IRT werd ontbonde n nadat gebleken was dat het team bij wijze van opsporingsmethode grot e partijen drugs liet verdwijnen, die dan weer verder werden verhandel d door de criminele erven-Bruinsma. Sinds de opheffing van het IRT word t op de Delta-groep jacht gemaakt door het Kernteam Randstad-Midden-Noor d. In de procedure waarin de naam van mevrouw Kelly voor het eerst naa r voren kwam als enig erfgename, draaide het om de vraag wie nu eigenlij k wettig eigenaar is van een luxezeiljacht ('t Amsterdammertje), waarme e Bruinsma deelnam aan tal van zeilwedstrijden. Bruinsma beschikte ove r meerdere schepen, waaronder ook de historische reddingsboot Neeltje Ja coba. Om te voorkomen dat dat bezit ooit door de fiscus in beslag zou wo rden genomen werden de schepen 'geparkeerd' bij verschillende stichtinge n. Bij die constructie was onder anderen mr John Engelsma betrokken. D e Neeltje Jacoba werd door John Engelsma namens Klaas Bruinsma verkoch t aan een stichting in Enkhuizen, de stichting Tot Behoud van de Traditi onele Motorbedrijfsvaartuigen. Engelsma verkocht het schip aan de sticht ing voor een kleine drie ton, op papier althans: in werkelijkheid betaal de de stichting Tot Behoud van de Traditionele Motorbedrijfsvaartuigen n amelijk helemaal niets. Bruinsma bleef het schip ook gewoon gebruiken. T ot penningmeester van de stichting werd Jan 't Hoen benoemd, in het dage lijks leven boekhouder van het advocatenkantoor Engelsma & Korvinus. Al s advocaat van de stichting trad mr Bert Lassche op, eveneens van Engels ma & Korvinus. Eenzelfde constructie werd bedacht voor 't Amsterdammertj e, een twaalf meter lange zogeheten one-tonner. Met dat jacht werd onde r meer deelgenomen aan prestigieuze zeilwedstrijden als de Admiral's Cu p en de One Ton Cup. 't Amsterdammertje werd bij weer een andere stichti ng ondergebracht: Offshore Racing Nederland, kortweg ORN. Ook van die st ichting werd Jan 't Hoen, boekhouder van Engelsma & Korvinus, penningmee ster.

Direct na Bruinsma's dood werd door de fiscus in verband met de navorder ing van ruim achttien miljoen beslag gelegd op 't Amsterdammertje; de be lastingdienst redeneerde daarbij dat dat er sprake was van een schijncon structie. De stichting ORN spande daarop bij de rechtbank in Amsterdam e en procedure aan tegen de belastingdienst en ook tegen mevrouw Kelly, al s enige wettige erfgename van Bruinsma. In die procedure werd aangevoer d dat 't Amsterdammertje wel degelijk eigendom was van de stichting, e n werd onder meer geëist dat de belastingdienst het beslag zou opheffe n en zou afzien van de voorgenomen executoriale verkoop van het jacht. D e fiscus verzette zich in de procedure tegen die eis, omdat uit meerder e bronnen was gebleken dat Bruinsma feitelijk eigenaar was. Zo werden do or de belastingdienst meerdere 'tapverslagen' in het geding gebracht: ve rslagen van telefoongesprekken van Bruinsma die waren afgeluisterd doo r het Interregionaal Rechercheteam Noord-Holland/Utrecht in het kader va n het gerechtelijk vooronderzoek dat tegen 'De Dominee' liep. In een i n september 1990 afgeluisterd gesprek zei Bruinsma volgens een tapversla g 'dat wíj degenen zijn die de stichting besturen', dat wil zeggen: de B ruinsma-groep, en niet het officiële stichtingsbestuur. In een tapversla g van december 1990 staat: ''Klaas zegt dat hij de drie boten in een sti chting gaat onderbrengen zodat de belasting er nooit meer met zijn tenge ls aan kan komen.'' En in een tapverslag van eveneens december 1990 staa t: ''Het gaat zakelijk heel slecht dus ik hou me heel rustig op het mome nt, zegt Klaas. Dus als er bodembeslag komt wil ik niet de lul zijn, zeg t Klaas.'' Nadat Bruinsma was doodgeschoten verklaarde boekhouder Jan ' t Hoen van Engelsma & Korvinus bovendien tegenover de Fiscale Inlichting en- en Opsporingsdienst (Fiod) dat de stichting Offshore Racing Nederlan d financieel geheel afhankelijk was van de mafiabaas: ''De inkomsten va n de stichting bestaan uit sponsorgelden van Bruinsma, uit de leningen v an Bruinsma en de verkoop van de boten, welke boten zijn aangekocht me t sponsorgelden van Bruinsma.'' Op die gronden oordeelde de rechtbank i n september ten slotte dat Bruinsma 't Amsterdammertje slechts aan de st ichting had overgedragen 'teneinde deze aan verhaal door de fiscus te on ttrekken, en dat de feitelijke zeggenschap over de stichting bij Bruinsm a berustte'. Die afwijzing van de eisen van de stichting houdt in dat d e fiscus het beslag op het jacht niet hoeft op te heffen, en het schip e xecutoriaal mag gaan verkopen. De advocaat van de stichting, mr A.C. Koo l, wil niet zeggen of zijn cliënt in hoger beroep gaat tegen het vonnis . ''Ik geef nergens commentaar op.''
(Uit: Het Parool van 9 november 1995. Een artikel geschreven door Bart M iddelburg)

Kind:

1.
man Klaas Bruinsma‏‎ #66483‎
Alias: Dominee, geboren ‎06 okt 1953 Amsterdam Holbeinstraat, overleden ‎27 jun 1991 Amsterdam om 04:13 uur Neergeschoten in de Breitnerstraat bij de ingang van bar nachtclub en di scotheek Juliana's.‎, 37 jaar, crematie ‎02 jul 1991 Zaandam om 14:30 in 'de Vijfhoek' Zaanstad. Woonplaats: ‎± 1991 Vancouverstraat 19 II Amsterdam
Nederlands drugsbaron die beschouwd wordt als de 'vader' van de Nederlan dse drugshandel. Hij had als bijnamen De Lange (wegens zijn lengte) en D e Dominee. Die laatste bijnaam had hij te danken aan zijn zwarte kledin g en zijn gewoonte anderen de les te lezen.

Bruinsma werd geboren in de Amsterdamse Holbeinstraat als tweede kind va n Anton Bruinsma en de Britse Gwen Kelly, die in de jaren negentig in Au stralië woonde.
Hij heeft in Amsterdam Oud-Zuid op de kleuterschool "de Blauwe Reiger" g ezeten en daarna op de Spartaschool, eveneens in Oud-Zuid. Vanaf 1964 gr oeide hij verder op in Blaricum. Hij werd opgevoed door Fokje, de huisho udster van zijn vader, nadat zijn moeder eind jaren vijftig, toen Klaa s zeven jaar oud was, na een scheiding naar Groot-Brittannië was verhuis d.
Bruinsma's vader was oprichter en directeur van de frisdrankfabriek Raak ; hij liet zijn vier kinderen op zondag de flessen van de fabriek schoon maken. Hij was het tegenovergestelde van een liefdevolle echtgenoot en v ader. Bruinsma heeft later tegen zijn psychiater verklaard dat de fysiek e en psychische mishandeling door zijn vader bij hem ernstige geestelijk e littekens hebben achtergelaten.

Tijdens zijn middelbareschooltijd begon Bruinsma hasj te gebruiken en la ter ook zelf te verkopen. Op zijn zestiende werd hij voor het eerst aang ehouden (1970); hij kwam daar toen nog met een waarschuwing vanaf. Late r werd hij van school gestuurd en in 1974 besloot hij fulltime in de dru gshandel te gaan werken. De verkoop liep via Thea Moear, die later zij n zakenpartner werd.

Bruinsma werd in 1976 veroordeeld en veranderde na zijn vrijlating in d e loop van 1977 zijn identiteit in Frans van Arkel, bijgenaamd Lange Fra ns. Met Moear zette hij een criminele organisatie op. In 1978 trad Etien ne Urka toe. De kickbokser André Brilleman werd Bruinsma's lijfwacht.

Eind 1979 werd Bruinsma veroordeeld wegens het organiseren van een groo t hasjtransport uit Pakistan. Na zijn vrijlating breidde hij zijn organi satie flink uit. Hij leverde nu aan Duitsland, België, Frankrijk en Scan dinavië. In 1983 raakte hij verwikkeld in een vuurgevecht na een ruzie o ver gestolen voorraden hasj. Hij schoot enkele tegenstanders neer en wer d zelf ook neergeschoten. In 1984 volgde een veroordeling tot vijf jaa r gevangenisstraf; in hoger beroep werd dit drie jaar. Zijn vader kwam h em opzoeken in de gevangenis en stierf enkele maanden later aan kanker.

Na zijn vrijlating nam Bruinsma zijn intrek in hotels. Zijn criminele or ganisatie werd gereorganiseerd; Urka nam de plaats in van Moear, Roy Adk ins kwam aan het hoofd van de drugsdivisie, en er kwam een divisie gokau tomaten, geleid door Sam Klepper en John Mieremet.

Zijn lijfwacht André Brilleman werd wegens het oplichten van Bruinsma me t een in scène gezette nep-liquidatie van concurrerende hasjhandelaar Hu go Ferrol, in opdracht van Bruinsma op gruwelijke wijze omgebracht en in gegoten in een vat beton en in de Waal gegooid.

Eind jaren tachtig was Bruinsma de grootste drugshandelaar van Europa. Z ijn organisatie zette miljoenen guldens per dag om. Bruinsma had planne n zich terug te trekken uit het criminele milieu, maar hij wilde nog éé n grote slag slaan. 45.000 kilo zwarte Pakistaanse hasj met een straatwa arde van ruim 400 miljoen gulden werd geïmporteerd. In de kringen rond B ruinsma werd dit ook wel 'de grote berg' genoemd. Op 24 februari 1990 we rd in Leusden de partij ontdekt door het regionale politieteam Dordrecht . Volgens lijfwacht Geurt Roos was het geen wonder dat de partij ontdek t was: (..) D'r was zo gruwelijk veel over geluld, dat zo ongeveer hal f Nederland wist dat er iets aan zat te komen en dus de politie ook.

Sindsdien ging het bergafwaarts. Bruinsma begon zelf steeds meer cocaïn e te gebruiken en maakte plannen om Nederlandse criminelen af te persen . Hij had vaak last van woede-aanvallen en kreeg psychische problemen. D e leiding van zijn organisatie werd overgenomen door Etienne Urka.

In de nacht van 27 juni 1991 kwam het voor het Amsterdamse Hilton hote l tot een woordenwisseling met Martin Hoogland, een ex-politieman die vo or de Joegoslavische maffia was gaan werken. Om vier uur 's ochtends wer d Bruinsma voor het hotel doodgeschoten door Hoogland, die hem met vie r kogels in borst en voorhoofd trof. Of het hierbij om een door het coca ïnegebruik van beiden uit de hand gelopen ruzie ging, of om een liquidat ie in opdracht van Bruinsma's concurrent Johan Verhoek (De Hakkelaar), i s nooit opgehelderd. Op 18 maart 2004 werd Hoogland zelf ook op straat d oodgeschoten. Hoogland heeft de moord op Bruinsma altijd ontkend en wer d voornamelijk veroordeeld op basis van een verklaring van kroongetuig e Steve Brown. Volgens misdaadjournalist Bas van Hout zou Bruinsma echte r zijn doodgeschoten door Branco Marianovic, die zou hebben gehandeld ui t wraak, omdat Bruinsma zijn broer Alexander Marianovic had vermoord.

Recreatie
Bruinsma was, evenals zijn vader, een fervent zeiler. Zijn voorkeur gin g uit naar schepen met een historische waarde waarvan hij er twee in bez it had: Neeltje Jacoba en Insulinde. Beide schepen waren van het soort z elfrichtende motor-reddingsboten. Zelfrichtende boten zullen bij omslaa n door hun constructie weer opstaan. De schepen werden gebouwd in de per iode 1926 tot 1929 door de werf Gebroeders Niestern in Delfzijl.Een derd e boot in bezit van Bruinsma was Amsterdamed.
Dat was een 12 meter one-tonner waarmee Bruinsma deelnam aan prestigieuz e zeilwedstrijden zoals Admiral's Cup en de One Ton Cup.

Na zijn dood
Na Bruinsma's dood werd door de belastingdienst beslag gelegd op de Neel tje Jacoba en deze boot is thans (2011) in particulier bezit. Destijds k ocht Bruinsma de boot voor 300.000 gulden. De Insulinde kwam in bezit va n het Scheepvaartmuseum in Amsterdam en is sindsdien in bezit van het Na tionaal Reddingmuseum Dorus Rijkers.

De locatie van de Amsterdamed is onzeker. De schepen van Bruinsma werde n ondergebracht in stichtingen waar Bruinsma in het bestuur zat. Zodoend e kon hij gebruikmaken van de boten zonder zijn naam eraan te verbinden , dit vanwege de continue dreiging van mogelijke beslaglegging door de f iscus. Na de dood van Bruinsma mislukte een dergelijke handelwijze bij d e Neeltje Jacoba. De Amsterdamed werd eerder door de stichting en Bruins ma zelf doorverkocht.

Bruinsma had een deel van zijn bezit ondergebracht in stichtingen. Er wa s geen testament. De broers en zuster van Bruinsma zagen af van de erfen is; zijn moeder accepteerde de erfenis onder het voorrecht van boedelbes chrijving.

Biografische uitgave
In 1992 verscheen bij uitgeverij L.J. Veen een biografie geschreven doo r de Parool-journalist Bart Middelburg, onder de titel De Dominee. Opkom st en ondergang van maffiabaas Klaas Bruinsma. ISBN 9789025404345

Mabel Wisse Smit
Op 2 oktober 2003 ontstond beroering in Nederland, toen in een televisie programma van de misdaadjournalist Peter R. de Vries een voormalige lijf wacht van Bruinsma, Charlie da Silva, aan het woord kwam. Mabel Wisse Sm it, sinds 24 april 2004 getrouwd met prins Johan Friso zou in 1989 en 19 90 een relatie met Bruinsma hebben gehad.
Wisse Smit liet voor de uitzending een ontkennende verklaring uitgaan vi a de Rijksvoorlichtingsdienst, maar gaf impliciet toe dat zij met Bruins ma veel langer bevriend was geweest dan zij eerder had beweerd. Dit leid de er ten slotte toe dat zij en haar verloofde afzagen van het laten ind ienen door de regering van een toestemmingswet, zodat haar partner afza g van de rechten op troonopvolging voor hemzelf en hun eventuele kindere n.