|
|||
Sara Adriana Gleichman [I67325], dochter van Johan George Gleichman en Johanna Justina van Hall.
Geboren 12 okt 1860 's-Gravenhage, overleden 27 mei 1940 's-Gravenhage, leeftijd 79 jaar
Gehuwd 27 okt 1892 's-Gravenhage, leeftijd 32 jaar (46 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 2 (20219) met:
George Arnold Escher [I67326], leeftijd bij huwelijk 49 jaar, zoon van Berend George Escher en Johanna Cornelia Pit.
Geboren 10 mei 1843 Leeuwarden, overleden 14 jun 1939 Arnhem, leeftijd 96 jaar. Beroep: waterbouwkundig ingenieur / hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat. Woonplaats: Leeuwarden Nederlands waterbouwkundig ingenieur die in Japan werkte (en daar nog steeds bekend is als een van de Watermannen) en bij Rijkswaterstaat. Hij was de vader van de graficus Maurits Cornelis Escher en de geoloog Berend George Escher. Escher werkte van september 1873 tot juli 1878 samen met onder andere Johannis de Rijke en C.J. van Doorn aan waterbouwkundige projecten in Japan. Tijdens zijn verblijf in Japan ontwierp Escher in Mikuni ook een pier, en een achtkantig gebouw dat in 1879 werd gebouwd, en dat als school werd gebruikt. Na zijn terugkeer uit Japan werd hij waterbouwkundig ingenieur in Maastricht. Als protestant slaagde hij er aanvankelijk niet in in het rooms-katholieke Maastricht een geschikte huwelijkspartner te vinden. Zijn aanstaande moest niet alleen protestant zijn, maar diende ook te voldoen aan de vergelijking v = 1/2m + 10, waarbij v stond voor de leeftijd van de vrouw, en m voor de leeftijd van de man. Escher trouwde in 1882 met Charlotte Marie de Hartitzsch, met wie hij twee zoons kreeg. Nadat hij in 1885 weduwnaar was geworden trouwde hij in 1892 met Sara Gleichman, met wie hij drie zoons kreeg. In 1898 werd Maurits Cornelis geboren, hun jongste zoon. Escher werkte in die tijd in Leeuwarden en gaf sinds 1 december 1890 als hoofdingenieur leiding aan het district Groningen en Friesland van de Rijkswaterstaat, en het gezin bewoonde aldaar het Princessehof. Op 1 juli 1903 werd Escher daar hoofdingenieur-directeur van de directie Groningen en Friesland. In 1903 verhuisde het gezin naar Arnhem, waar hij dezelfde functie bekleedde bij de directie Gelderland en Utrecht van de Rijkswaterstaat tot 1 juli 1908.
Kinderen:
1.
Johan George [I68797]Geboren 20 jun 1894 Leeuwarden, overleden 25 nov 1969 Haarlem, leeftijd 75 jaar. Beroep: dichter / substituut-griffier gerechtshof Amsterdam 2.
Arnold August Escher [I68796]Geboren 20 feb 1896 Leeuwarden, overleden 16 okt 1925 Meran (Italië) Ongeval tijdens bergbeklimmen in de bergen bij Meran., leeftijd 29 jaar, begraven Meran (Italië). Beroep: tekenaar / wertuigbouwkundig ingenieur 3.
Maurits Cornelis "Mauk" officier in de Orde Escher ridder in de Orde van Oranje-Nassau [I67327]Eigen code: BN, geboren 17 jun 1898 Leeuwarden om 07:15 uur, bron: , eigen code: 444, geboorteaangifte (getuige: Jan Lutje Beerenbroek, 49 jaar, beambte ter secretarie & Sijbe Wijbrands, 52 jaar, beambte ter secretarie, beide wonende te Leeuwarden), overleden 27 mrt 1972 Hilversum, leeftijd 73 jaar, begraven 30 mrt 1972 Baarn Nieuwe algemene begraafplaats Wijkamplaan. Beroep: kunstenaar / tekenaar / houtsnijder / lithograaf / graficus. Woonplaats: Nicolaas Beetslaan 20 Baarn (20 feb 1941) In 1943 werd de woning aan de Nicolaas Beetslaan door de Duitser gevorde. rd en op oudejaarsdag 1943 verhuisde het gezin naar villa Ekeby, Van Hee. mstralaan 56. Midden jaren vijftig werd de grond van de villa verkavel. d en de heer Escher kocht een kavel en liet een huis bouwen. Na de verka. veling werden de huisnummers gewijzigd en woonde hij, vanaf 1955 op Va. n Heemstralaan 28. Hier heeft hij gewoond tot 1970. Hij is dus maar ee. n keer verhuisd na de oorlog, naar zijn nieuwe huis. . . Escher heeft in vele landen gewoond. Nederland, Italie, Zwitserland, Spa. nje, belgie en later weer nederlandzijn voor Escher een thuishaven gewee. st.. . In de jaren '60 ging zijn gezondheid sterk achteruit, of dit kwam door z. ijn zware rookverslaving is ons niet bekend.. Zijn laatste levensjaren (vanaf 1969) woonde hij in het verzorgingshui. s 'Rosa Spier Huis' Esseboom 2, 1251 CP in Laren. Bekend om zijn houtsneden, houtgravures en lithografieën, waarin hij vaak speelde met wiskundige principes. Hij signeerde zijn werk met MCE. Zijn gravures verbeelden vaak onmogelijke constructies, studies van oneindigheid en in elkaar passende meetkundige patronen (vlakverdelingen) die geleidelijk in volstrekt verschillende vormen veranderen. Enkele zeer bekende voorstellingen die hij tekende zijn ontworpen rond onmogelijke objecten zoals de Penrose-trap. Pas in de jaren vijftig van de vorige eeuw kreeg hij in bredere kring erkenning als kunstenaar, vooral in de VS. Kristallografen en wiskundigen ontdekten in zijn werk symmetrieën en thema's uit hun vakgebieden. Eschers grafische werk wordt vanaf 1960 in wetenschappelijke (leer)boeken gebruikt. In de jaren zestig werd zijn werk - tot zijn verbazing - vanwege de fantastische parallelle werelden door hippies en popsterren omarmd. --------------------------------- Escher bracht zijn jeugd grotendeels in Arnhem door, waar het gezin sinds 1903 was gaan wonen. Voor hem was de HBS-tijd een nachtmerrie met als enig lichtpunt de tekenlessen van F.W. van der Haagen. Deze ontdekte en stimuleerde Eschers tekentalent en leerde hem de techniek van de linoleumsnede. Op aanraden van zijn vader volgde Escher in 1919 een architectenopleiding aan de School voor Bouwkunde en Sierende Kunsten te Haarlem. Daar werd duidelijk dat de bouwkunde hem niet lag, maar hij werd zeer geboeid door de lessen in grafische technieken van Samuel Jessurun de Mesquita. Deze leraar herkende Eschers aanleg voor grafiek. Dankzij deze man scakelde Escher over op de grafische opleiding. De Mesquita werd zijn belangrijkste leermeester tot Escher in 1922 de School verliet. Escher zou tot de Mesquita in 1944 door de Duitsers naar een concentratiekamp werd weggevoerd en daar werd gedood, met zijn geliefde leermeester in contact blijven. In 1922 vertrok Escher naar Italië. In 1923 vestigde hij zich in Rome. Van daaruit maakte hij vele studiereizen: naar Zuidoost-Italië, de Abruzzen, naar het zuidwesten, de kust van Amalfi. Hier ontmoette hij de Zwitserse Jetta Umiker, met wie hij in 1924 trouwde. Door de groeiende fascistische macht verhuisden hij in 1934 naar Château d'Oex in Zuid-Zwitserland. Hij verbleef hier 2 jaar. Daarna, in 1936, vertrok hij met zijn vrouw, per vrachtboot langs de kust van Italië, naar Spanje. In het Alhambra te Granada kopieerde hij uitvoerig de Moorse mozaďeken en die van La Mezquita te Cordoba. Van dan af aan zou Escher tot vaster vestiging dan tevoren komen: eerst in 1937 in Ukkel bij Brussel, van 1941 af voorgoed in Nederland. In de ontwikkeling van Eschers prentkunst zijn de in Italië ontstane realistische landschappen en gebouwen, met de nadruk op hoogte, verte en diepte, een voorspel op de latere ongerijmdheden die na1937 Escher zo beroemd maken. Escher werkte voornamelijk in houtsnede, houtgravure en litho, die hij met groot vakmanschap beheerste. Deze technieken waren door de zwart-witwerking het best geschikt voor het verwezenlijken van zijn bedoeling. Van overheersend belang voor het uitbeelden was voor Escher de symmetrie en de regelmatige verdeling van het platte vlak. In zijn studietijd bij De Mesquita was Escher hier al van vervuld. In de jaren twintig werd hij door zijn halfbroer B.G. Escher, professor in de geologie, ingewijd in de geheimen van de kristallografie, met zijn kristallen in de vorm van regelmatige veelvlakken als kubus, achtvlak, enz. In 1936 werd Escher vooral geboeid door geometrische figuren die met aaneengesloten contouren tot in het oneindigeeen plat vlak kunnen vullen -zoals hij dit zag op de majolicategels van het Alhambra. De gekleurde krijttekeningen van deze Moorse geometrische patronen gebruikte Escher voor zijn eerste ongerijmdheden, waarvan hij, met grote vindingrijkheid, verschillende soorten, vaak met humor uitgebeeld, ontdekte. Zo maakte hij in deze geometrische patronen onder andere gebruikt van: Gedaanteverwisselingen of metamorfosen, Spiegelingen, Suggesties van afstand (hol en bol) en Onmogelijke verbindingen. In zijn Nederlandse periode -vanaf 1941 woonde Escher in Baarn -kwam de roem pas laat. Zijn werk werd allereerst door wis-, natuurkundigen en kristallografen op de juiste waarde geschat. In 1954 tijdens een internationaal congres van mathematici in Amsterdam, tegelijkertijd met een tentoonstelling van zijn werk in het Stedelijk Museum, begon zijn faam ook tot in het buitenland door te dringen. Vooral in de Verenigde Staten was zijn werk erg geliefd. Zijn unieke prenten werden veel in de reclame gebruikt. Zijn laatste levensjaren bracht hij in het bejaardentehuis voor kunstenaars door. |