woman Leonora "Nora" Vos‏‎ #72648‎, dochter van Mourits Vos en Louisa Heijmans‏.
Geboren ‎14 jan 1887 Arnhem, overleden ‎na 1945‎, minimaal 58 jaar

Gehuwd ‎25 jul 1912 Arnhem (minimaal 33 jaar gehuwd)
Huwelijks ID nr. 2 (21945)

met:

man Leon Polak‏‎ #72647‎, zoon van Abraham "Bram" Polak en Leentje van Aalten‏.
Geboren ‎01 okt 1884 Rotterdam, overleden ‎na 1945‎, minimaal 61 jaar. Beroep: leraar Duits

Kind:

1.
man Abraham "Bram" Polak, Ridder orde Oranje Nassau‏‎ #72646
Alias: Alexander Pola / Ben Elders, eigen code: BN, geboren ‎26 jun 1914 Haarlem, overleden ‎12 okt 1992 Amsterdam‎, 78 jaar, crematie ‎ Amsterdam Westgaarde. Beroep: acteur / tekstschrijver / komiek
Bram Polak groeide, samen met een acht jaar jongere zuster, op in een ni et-religieus middenklassemilieu met politiek liberale opvattingen en ee n grote culturele belangstelling. In 1917 verhuisde hij met zijn ouder s van Haarlem naar Den Haag, omdat zijn vader daar een betrekking als le raar Duits aan het Gymnasium Haganum kreeg. Zelf blonk Bram op het gymna sium eveneens uit in het Duits. Ook scherpte hij al vroeg zijn verbale v aardigheden: ?Ik ben altijd te klein geweest om van me af te vechten, o m er op te slaan. Daarom heb ik een scherpe tong ontwikkeld. Het enige d at ik kon, was hard naar de hoek te rennen en proberen om met mijn ton g op afstand dezelfde schade aan te richten als anderen met hun vuiste n deden? (Van der Maat).

Brams ouders waren enthousiaste theaterbezoekers, zodat de liefde voor h et toneel hem van jongs af werd bijgebracht. Maar toen hij na zijn einde xamen te kennen gaf acteur te willen worden, bleken zij het daar niet me e eens te zijn. Het toneel bood volgens hen een te onzekere werkkring. O p aandrang van zijn ouders ging Bram daarom in 1932 rechten studeren aa n de Rijksuniversiteit te Leiden. Maar zijn tegenzin wist hij niet te ov erwinnen. ?Ik bracht een jaar in de trein tussen Den Haag en Leiden door ?, zei hij later, ?al uit het raam kijkend, bewijzend dat ik voor rechte n niet deugde? (Spierdijk). Bram zorgde ervoor dat zijn kandidaatsexame n op een mislukking uitliep, waarna hij alsnog toelatingsexamen voor d e Toneelschool deed. Maar daar werd hij niet toegelaten.

De jonge Polak hield echter koppig vol. Na enkele privé-lessen van de vo oraanstaande actrice Alida Tartaud-Klein meldde hij zich in 1935 aan bi j het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel onder leiding van Cor van d er Lugt Melsert, waar hij werd aangenomen als volontair (: onbetaalde vr ijwilliger). Spottend vertelde hij nadien dat hij die verbintenis voora l te danken had aan het bezit van een smoking en een rokkostuum: onontbe erlijke attributen voor de indertijd populaire boulevardstukken. Intusse n had hij zichzelf de artiestennaam Alexander Pola aangemeten, niet alle en om zijn ouders te ontzien, maar ook omdat zo?n exotische naam op ee n filmaffiche beter zou staan dan het alledaagse Bram Polak.

Hoewel hij drie seizoenen lang niet veel verder kwam dan figurantenrolle tjes als kelner, postbesteller, portier of voorbijganger, voelde Pola zi ch tussen de toneelspelers onmiddellijk thuis. In 1938 werd hij bezoldig d acteur bij het Residentie Tooneel, het vaste gezelschap van de Koninkl ijke Schouwburg in Den Haag, onder leiding van Dirk Verbeek. Dat zijn we rk beperkt bleef tot het spelen van kleine rolletjes, deerde hem niet: h ij dacht een acteur te zijn die pas na zijn veertigste tot wasdom zou ko men in de grotere karakterrollen. Omdat hij geestig en gevat gezelscha p was, vond hij ook al snel aansluiting bij een vrolijke vriendenkring v an jonge toneeltalenten als Caro van Eyck en Paul Steenbergen, journalis ten als Simon Carmiggelt, en gelijkgestemde schrijvers en schilders.

In de meidagen van 1940 was Pola gemobiliseerd als reserve eerste luiten ant, een rang die hij had overgehouden aan zijn militaire diensttijd. A l in het begin van de Duitse bezetting zag het Residentie Tooneel zich g edwongen de joodse Pola te ontslaan. Hij was intussen (gemengd) gehuwd m et Henriette Lijnkamp ? die als voordrachtslerares werkte onder de naa m Lily van Haghe ? , maar nam, na eerst nog zeven maanden als huisknech t te hebben gewerkt, toch het zekere voor het onzekere en dook onder. Zi jn van huis uit meegekregen weerbare houding speelde daarbij een belangr ijke rol. De rest van de bezetting bracht Pola door op diverse onderduik adressen in verschillende steden en dorpen. In 1944 wist hij met vervals te papieren naar het reeds bevrijde Noord-Brabant te ontkomen. Vandaar g ing hij naar Parijs, waar hij dankzij zijn talenkennis enige tijd werkza am was bij de repatriëringsdienst. Eind 1945 keerde hij naar Nederland t erug. Zijn ouders en zuster ? die via Barneveld en Westerbork eind 194 4 naar het concentratiekamp Theresienstadt waren gedeporteerd ? bleken d e oorlog te hebben overleefd.

Het viel Pola echter niet gemakkelijk weer werk als acteur te vinden: ?N iemand herinnerde zich mij meer of men herinnerde zich dat ik heel slech t was? (Huygen). Via collega-acteur Herbert Perquin, die hij nog kende u it het vooroorlogse Den Haag, belandde Pola bij de hoorspelafdeling va n de radio. Daar begon hij ? aanvankelijk ongevraagd ? de teksten die hi j moest voordragen te herschrijven. ?Als die rotzooi goed genoeg is?, re deneerde hij, ?kan ik het ook? (Meijer). Al snel kreeg hij steeds vake r opdracht tot het redigeren van scripts en het maken van hoorspelbewerk ingen van toneelstukken. Daarnaast speelde hij vanaf 1946 voor de KRO-ra dio mee in het kolderieke feuilleton Buffalo Bill van cabaretauteur Ja n de Cler.

Toen de KRO in 1947 begon met het wekelijkse amusementsprogramma Negen h eit de klok, op de zaterdagavond, werden de rijzige De Cler en de korte , gedrongen Pola gevraagd daarin een komisch duo te vormen. Dat het effe ct van hun visuele contrast voor de radio verloren zou gaan, werd over h et hoofd gezien. Maar hun actuele samenspraken, uitgesproken met kinders temmetjes, waren meteen een succesnummer. Ook de rest van het programm a werd goeddeels door De Cler en Pola geschreven. Tot ver in de jaren vi jftig zetten zij hun samenwerking voort in een groot aantal KRO-programm a?s, vooral voor de radio, maar ook steeds meer voor het nieuwe medium t elevisie. De Cler werd uiteindelijk hoofd amusement bij de KRO, maar Pol a bleef freelance-medewerker.

Ook de meeste andere omroepen deden graag een beroep op Pola, omdat hi j spitse teksten over actuele onderwerpen kon schrijven en steevast op t ijd inleverde. Dergelijk talent was elders dun gezaaid. Voor de AVRO, KR O, NCRV en VARA schreef hij in de loop der jaren vele honderden radio- e n televisieprogramma?s, naast columns en aforismen in uiteenlopende blad en als Elsevier?s Weekblad en de VARA-Gids. Zijn eerste televisiebekendh eid kreeg hij in 1960, met een maandelijks actueel relaas op rijm in Att entie, de actualiteitenrubriek van de NCRV, waarbij Eppo Doeve als snelt ekenaar de illustraties verzorgde.

In zijn eerste jaren als tekstschrijver, van 1948 tot 1951, vulde Pola z ijn inkomsten tijdens de zomermaanden aan met voorstellingen van een eig en cabaretgroepje. Eén van zijn medewerksters was de cabaretière Katja B erndsen, met wie hij in 1954 trouwde: ?Omdat ik meer van haar hield da n van mijn eerste echtgenote, met wie ik overigens een heel gelukkig huw elijk had. Zo simpel is dat en zo wreed? (Van der Maat). Pola verhuisd e toen van Den Haag naar Amsterdam. Na de geboorte van dochter Clairy be ëindigde Katja Berndsen haar theatercarrière.

Pola hield er een drukbeklante praktijk op na. Hoewel hij zich in politi ek opzicht het meest thuis voelde bij de VARA, had hij er aardigheid i n te zien hoe ver hij bij de andere omroepen kon gaan. ?Ik blijf altij d gewoon wie ik ben?, zei hij. ?Ik heb het altijd veel pikanter gevonde n om dingen die je voor je eigen omroep zou willen zeggen, voor een ande re omroep te doen, want daar wordt het minder verwacht? (Huygen). Ernsti ge moeilijkheden heeft Pola met zijn teksten overigens nooit gehad. Hi j wist zijn vrolijke verbazing en zijn grimmige spot altijd zodanig te v erwoorden, dat zijn opdrachtgevers er geen aanstoot aan namen.

Als uitvoerder van zijn teksten was Pola al jarenlang niet actief meer g eweest, toen de NCRV hem in september 1966 vroeg toe te treden tot het v ijfkoppige team voor het nieuwe mild-satirische programma Farce Majeure . Hoewel zijn naam allang een vertrouwde klank had bij een groot publiek , werd hij vanaf dat moment pas echt een bekende Nederlander. Liefkozen d noemden de andere teamleden hem ?de kleine gifkikker?, omdat de scherp ste teksten doorgaans uit zijn mond kwamen. Zo was Pola degene die aan h et slot van vele uitzendingen met zijn gebarsten stemgeluid de waarschuw ende woorden sprak: ?Morgen zullen water en lucht nog ernstiger verontre inigd zijn dan vandaag?. Farce Majeure ? dat tot april 1976 bleef bestaa n en van 1983 tot 1986 nog een comeback maakte ? schokte sommige NCRV-le den, maar werd buiten die kring vaak als oubollig beschouwd. Pola meend e achteraf dat de scherpte van de teksten verhuld werd door de capriole n in beeld: ?We zeiden de vreselijkste dingen, maar we dansten en zonge n erbij? (Kokke). Aan zijn televisieoptreden had hij ook een paar filmro llen te danken, voornamelijk in producties van de jeugdfilmmaker Karst v an der Meulen. Dat kwam tegemoet aan een af en toe nog opspelend heimwe e naar zijn acteursverleden. Een mooie karakterrol had hij nog wel een s willen spelen.

In 1975 werd Pola door de VARA gekoppeld aan de schrijvende toneelspele r Chiem van Houweninge om een comedyserie te schrijven. Dat werd Ieder z ijn deel (1976-1978), gebaseerd op de indertijd modieuze trek van stedel ingen naar boerderijtjes in de provincie. Daarna volgden nog Cassata (19 79), met Ton van Duinhoven als Italiaanse ijssalonbeheerder, en Oppassen , (vanaf 1991), over twee dikwijls botsende grootvaders, die in één hui s de zorg voor hun kleinkinderen overnemen van hun vaak uithuizige kinde ren.

Het meeste succes hadden Pola en Van Houweninge echter met Zeg 'ns Aaa ( 1980-1993), over het chaotische huishouden van doktersechtpaar Van der P loeg en hun volkse huishoudster ?Mien Dobbelsteen?, een glansrol van Car ry Tefsen. De samenwerking tussen de twee tekstschrijvers was harmonieus : terwijl Van Houweninge meestal de verhaaltjes bedacht, richtte Pola zi ch meer op de dialogen. Zijn engagement kon hij op speelse wijze verwerk en door controversiële kwesties ? zoals een lesbische relatie of een rom ance tussen blank en zwart ? op te voeren alsof ze vanzelfsprekend waren . Daarmee werd Zeg ?ns Aaa een praktisch voorbeeld van tolerantie.

Naarmate de jaren verstreken, werd Pola minder mild. Onomwonden trok hi j in interviews van leer tegen het geloof, het CDA, de commerciële markt werking, de kernenergie en andere mikpunten van zijn hoon. ?In de confes sionele politiek moet het geloof zetten verbergen?, luidde een van zij n latere aforismen. En: 'De brutalen hebben de halve wereld en de domme n geven hun er nog een stukje bij'.

Met zijn tweede echtgenote en dochter had Pola een hechte band. Die ban d werd nog hechter nadat in 1978 bij zijn vrouw kanker werd geconstateer d: ?Mijn vrouw, mijn dochter en ik hebben ons vier jaar op het afschei d kunnen voorbereiden. We hebben eindeloos gepraat. Zonder taboes, zonde r remmingen, zonder sentimentaliteit? (Kokke).

Pola bleef nog jarenlang actief. Bij zijn 75ste verjaardag sprak hij e r zijn verbazing over uit dat hij niet allang door jongere tekstschrijve rs uit de markt was geduwd. Hij wist wat hij waard was, maar neigde er s teeds toe zijn talent te relativeren. Veel van zijn succes schreef hij t oe aan zijn ambachtelijke instelling. In 1991 moest Pola om gezondheidsr edenen stoppen met het seriewerk. Een jaar later stierf hij na een lan g ziekbed, op 78-jarige leeftijd.

Alexander Pola schiep een oeuvre dat aanvankelijk vooral in het teken st ond van spitsvondig, woordspelig vertier, maar vanaf eind jaren zestig s teeds openlijker getuigde van zijn toenemende zorg over onderwerpen al s het milieu, de sociale voorzieningen en het onophoudelijke oorlogsgewe ld in de wereld. Omdat Pola meestal dicht op de actualiteit schreef, omv at zijn nalatenschap bijna geen tijdloze, klassiek geworden liedjes of s ketches. Zijn grootste hit werd het naar aanleiding van de oliecrisis ge schreven carnavalsnummer ?Kiele Kiele Koeweit? (1974). Verder was Pola a ls tekstschrijver vooral een puntig commentator van zijn tijd. Maar hoew el hij wist dat zijn werk de wereld niet zou veranderen, bleef hij hoopv ol: ?Ik geloof toch dat de hofnar de koning een keer aan het denken ka n zetten. Dat is wat ik er altijd maar van blijf hopen: dat er toch iet s van blijft hangen? (Huygen).