woman‎Anna Elizabeth Henriette Jurjens‏‎ [I73454]‎, dochter van Hendrik Jurjens en Anna Elisabeth Filee‏.
Geboren ‎05 mrt 1889 Amsterdam. Beroep: toneelspeelster

Gehuwd ‎01 aug 1912 Amsterdam, leeftijd 23 jaar
Gescheiden ‎12 mei 1914 Amsterdam (1 jaar gehuwd)
Huwelijks ID nr. 2 (22168)

van:

manMarius Hugh Louis Wilhelm "Max" Blokzijl‏‎ [I73450], leeftijd bij huwelijk 27 jaar, zoon van Eduard Karel Blokzijl en Anna Elisabeth Hoeffelman‏.
Eigen code: NSB, geboren ‎20 dec 1884 Leeuwarden, overleden ‎16 mrt 1946 Wassenaar Blokzijl werd ter dood gebracht op de Haagse Waalsdorpervlakte.‎, leeftijd 61 jaar, begraven 's-Gravenhage In het geheim begraven in een massagraf op de Algemene Begraafplaats van Den Haag, waar eerder ook Robert van Genechten, Meinoud Rost van Tonningen en later Anton Mussert werden begraven.
Eind 1959 werd het graf geruimd.
. Beroep: zanger / journalist. Woonplaats: 's-Gravenhage
1e huwelijk (gescheiden) met: Elisabeth Maria Gerardina Horst, ‎2e huwelijk (gescheiden) met: Anna Elizabeth Henriette Jurjens, 3e huwelijk met: Hermine Eleonore Behle
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een van Nederlands bekendste collaborateurs. Na de bevrijding werd hij ter dood veroordeeld en gefusilleerd.

Levensloop
Hij volgde in Den Haag de HBS en deed in 1903 eindexamen. Hierna werd hij journalist bij het Algemeen Handelsblad. Samen met collega-journalist Jean-Louis Pisuisse trok hij in 1907, vermomd als Italiaanse straatmuzikant, door Nederland. De twee schreven een boekje over hun belevenissen: Avonturen als straatmuzikant, met illustraties van Louis Raemaekers en Jan Feith. Het succes van dat boekje stelde hen in staat hun zangcarričre verder uit te bouwen. Als zangers/journalisten reisden ze van 1908 tot 1913 door Europa, Nederlands-Indië, China, Japan, Siberië en Rusland. Voor hun op het Franse chanson geďnspireerde repertoire bedachten ze de naam levenslied.

Blokzijl was in 1913 correspondent in Berlijn. Hij diende tijdens de Eerste Wereldoorlog in het Nederlandse leger. Vanaf 1917 was hij oorlogscorrespondent, en eind 1918 werd hij weer correspondent in Berlijn. Na aanvankelijk het antisemitisme en de nazi's te hebben afgewezen raakte hij rond 1935 in de ban van het nationaalsocialisme. In het liberale Algemeen Handelsblad, waarvoor hij al sinds 1903 werkte, kon hij die politieke overtuiging niet kwijt. Vanaf 1938 schreef hij daarom, anoniem, eveneens voor het tijdschrift De Waag. Zijn lidmaatschap van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) van Anton Mussert hield hij geheim. Hij ontving er het stamboeknummer 56809.

Nadat het Duitse leger in mei 1940 Nederland had bezet, kwam Blokzijl openlijk voor zijn nationaalsocialistische ideeën uit. Vanaf februari 1941 verzorgde hij wekelijkse radiopraatjes voor de Nederlandsche Omroep, onder de titel "Ik was er zelf bij". Als hoofd van de afdeling perswezen van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten werkte hij aan de nazificering van de Nederlandse pers.

Proces en executie
Na de oorlog volgde vrij snel de rechtszaak tegen Blokzijl, die wegens zijn grote bekendheid bij het Nederlandse publiek met grote belangstelling werd gevolgd. De tenlastelegging bevatte slechts één punt: de beschuldiging dat hij gedurende de bezettingsjaren opzettelijk, terwijl Nederland in oorlog was met Duitsland, in het openbaar, in hoofdzaak door middel van radio, propaganda had gevoerd, gericht op het breken van het geestelijk verzet van het Nederlandse volk en het ontrouw doen worden van dat volk aan de gemeenschappelijke geallieerde zaak.[1] Op grond van passages uit zijn radiopraatjes werd hij op 25 september 1945 ter dood veroordeeld. Zijn beroep tegen deze uitspraak werd verworpen en zijn verzoek om gratie werd door koningin Wilhelmina niet ingewilligd. In vergelijking met andere nationaalsocialistische propagandisten is Blokzijl zwaar gestraft. Hij had het ongeluk als de eerste bekende collaborateur te moeten terechtstaan en daarnaast moet zijn symboolfunctie - hij werd beschouwd als de stem van het Nederlandse nationaalsocialisme - niet worden onderschat.

Blokzijl werd ter dood gebracht op de Haagse Waalsdorpervlakte en in het geheim begraven in een massagraf op de Algemene Begraafplaats van Den Haag, waar eerder ook Robert van Genechten, Meinoud Rost van Tonningen en later Anton Mussert werden begraven. Eind 1959 werd het graf geruimd.