man Robert van Genechten‏‎ #73504‎, zoon van Fredericus Lambertus Hubertus van Genechten en Maria Rosalia Mariën‏.
Eigen code: NSB, geboren ‎25 okt 1895 Antwerpen (België), overleden ‎13 dec 1945 Scheveningen om 07:35 uur Zelfmoord door verhanging in zijn cel in het "Oranjehotel"‎, 50 jaar, begraven ‎ Utrecht Van Genechten werd begraven in een massagraf op de Algemene Begraafplaat s van Den Haag, waar later ook Mussert werd begraven. Op 17 november 195 8 kreeg de familie van Van Genechten toestemming om zijn stoffelijke res ten te herbegraven. Op 3 december dat jaar vond deze herbegrafenis plaat s op de begraafplaats Soestbergen te Utrecht in het graf waar zijn zoo n Frits al eerder was begraven.. Beroep: jurist / econoom / auteur / bestuurder. Woonplaats: Voorburg
Zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog collaboreerde hij met d e Duitse bezetters van respectievelijk België en Nederland. "Hij heeft t wee vaderlanden verraden".

Van Vlaanderen naar Holland
Van Genechten werd in 1895 geboren in Vlaanderen. Hij was de zoon van Ma ria Rosalia Mariën en Fredericus Lambertus Hubertus Van Genechten, onder wijzer te Antwerpen. Hij voltooide zijn gymnasiumopleiding in 1914, toe n de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Hij studeerde een jaar rechten in Utre cht. Van 1916 tot 1918 vervolgde hij die studie aan de Vlaamsche Hoogesc hool in Gent. Die instelling was door de Duitse bezetter in het leven ge roepen en zeer omstreden. Hij verbond zich met het 'activistische' dee l van de Vlaamse Beweging, dat ijverde voor samenwerking met de Duitsers . Hij wordt redacteur van het studententijdschrift Aula. In 1918 behaald e hij zijn kandidaatsexamen in de Wijsbegeerte en de Letteren. Vanwege z ijn collaboratie met de Duitsers moest hij onmiddellijk na de oorlog zij n land ontvluchten. Hij week uit naar Nederland. In 1920 werd hij door h et Hof van assisen te Antwerpen bij verstek veroordeeld tot "8 jaar opsl uiting en 20 jaar berooving zijner burgerrechten".

Op 23 oktober 1922 trouwde Robert van Genechten in Amersfoort met Popkj e Hiemstra. Uit dit huwelijk werden 2 zoons geboren.

Aan de Rijksuniversiteit Utrecht rondde Van Genechten zijn doctoraalstud ie Nederlands recht af. In 1924 behaalde hij cum laude de meesterstitel.
Hij vestigde zich in 1925 in Utrecht als advocaat en associeerde zich me t mr. A.J. van Vessem. Hij bleef actief betrokken bij de Vlaamse Bewegin g, want in hetzelfde jaar publiceerde hij Wat willen de Vlamingen?. Oo k later zou hij nog verschillende keren over Vlaamse kwesties schrijven : in 1926 verscheen van zijn hand De slechte oneindigheid van het Vlaams che belgicisme en in 1928: Vlaanderens economische ontwikkeling na den o orlog.

Van Genechten ging zich echter steeds intensiever met andere zaken bezig houden. Zo vroegen economische vraagstukken zijn aandacht. Dat resulteer de in een proefschrift met een economisch onderwerp, De ontwikkeling de r waardeleer sinds 1870, waarop hij in 1927, alweer cum laude, promoveer de bij professor C. A. Verrijn Stuart.

Bij wet van 14 juni 1930 werd Van Genechten genaturaliseerd tot Nederlan der.

Universitair docent economie
In 1928 was hij aangesteld als privaatdocent in het algemene deel van d e theoretische staathuishoudkunde (de oude naam voor '(algemene) economi e') aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Zijn aandacht richtte zich enige t ijd op de 'Wet van de toe- en afnemende meeropbrengsten', waaraan hij o p 15 oktober 1928 zijn openbare les wijdde. Hij schreef hierover in 193 2 Verminderende meeropbrengsten. In het tijdschrift De Economist versche nen van zijn hand over het onderwerp verschillende artikelen. Jan Tinber gen schreef in 1933 in De Economist een recensie van Verminderende meero pbrengsten.

"Zijn kwaliteiten als wetenschapsman vonden veel waardering en ook wel e rkenning, ofschoon een hoogleraarschap in Utrecht hem ontging." Hij kree g in 1938 wel een aanbod om hoogleraar te worden in Lausanne, maar dat w eigerde hij, omdat hij inmiddels met hart en ziel de NSB was toegedaan.
Van juli 1941 tot mei 1943 was hij wel bijzonder hoogleraar volkshuishou dkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden, vanwege de Stichting tot Bevorde ring van de Studie van het Nationaal-Socialisme en daarna ook enige tij d gewoon hoogleraar in het strafrecht en de strafvordering aan diezelfd e universiteit.

"Volkse" gedachte en aansluiting bij de NSB
In 1934 sloot Van Genechten zich aan bij de NSB, de Nationaal-Socialisti sche Beweging. Zijn compagnon Van Vessem was daar al vanaf de oprichtin g in 1931/32 intensief bij betrokken. Van Genechten kreeg de leiding va n het politieke vormingswerk in de NSB. In januari 1936 werd hij lid va n de redactie van het theoretisch orgaan van de NSB, Nieuw Nederland: ma andblad voor economie, staatkunde en cultuur. Vanaf januari 1938 was hi j de enige redacteur. Dat is hij gebleven tot het moment dat het blad ni et meer verscheen, in september 1944. Hij heeft in het blad veel geschre ven over economische, historische, algemeen-culturele en algemeen-politi eke onderwerpen.

Steeds duidelijker nam Van Genechten stelling tegen het humanisme, dat v olgens hem "den mens maakt tot middelpunt van het heelal".
Daartegenover stelde hij: niet de mens, maar het volk staat in het centr um, is het belangrijkste in de samenleving.

Dat Van Genechten ook uitdrukkelijk racistische opvattingen koesterde bl eek onder andere uit zijn 'eigentijdse' bewerking van Reintje de Vos i n Nieuw Nederland in 1937.

Zijn aandacht voor de Vlaamse kwestie verminderde geleidelijk. Maar in 1 938 schreef hij voor de NSB nog wel de brochure Dietsche verbondenheid.

Rol tijdens de Tweede Wereldoorlog
In het najaar van 1940 werd Van Genechten benoemd tot procureur-generaa l bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Hij stelde zich in de openbaarhe id bepaald niet terughoudend op. Lou de Jong voert als meest sprekende g etuigenis hiervan aan het optreden van Van Genechten op woensdag 11 sept . 1940, bij de begrafenis van WA-man Peter Ton, die door een kogel gedoo d werd tijdens een opstootje in Den Haag. Namens Mussert werd op de begr afenis het woord gevoerd door Van Genechten, "één der meest vooraanstaan de NSB'ers, (...) hoofd van de afdeling vorming van het hoofdkwartier e n pas benoemd tot procureur-generaal in Den Haag". Hij roept woordelij k uit: "Wij zullen de macht overnemen."

Zijn houding riep scherpe reacties op. Zo kreeg hij bijvoorbeeld twee ma anden na zijn benoeming te horen dat zijn lijk, "wanneer de tijd eenmaa l daar is . niet de trappen af maar door het raam naar buiten zal worde n gesmeten". Als in november prof. mr. R.P. Cleveringa, decaan van de ju ridische faculteit van de Rijksuniversiteit Leiden, in het openbaar ee n vurig pleidooi houdt tegen de ontheffing van prof. mr. E.M. Meijers ui t zijn hoogleraarsfunctie, bemoeit Van Genechten zich intensief met zij n arrestatie en verhoor.

Vanaf juli 1941 was Van Genechten bijzonder hoogleraar in de economie (' volkshuishoudkunde') vanwege de Stichting tot Bevordering van de Studi e van het Nationaal-Socialisme aan de Rijksuniversiteit Leiden. Dat hiel d niet veel in, omdat de universiteit eigenlijk niet meer functioneerde.

Van Genechten was binnen de NSB "een van de meest opgewonden doordravers ". Vermoedelijk was hij de belangrijkste persoon die pleitte voor de inv oering van de 'vrederechtspraak' en de instelling van het 'vredegerechts hof'. "Hij richtte zich met de 'vrederechtspraak' met name op landgenote n die zich in de meidagen zouden hebben misdragen tegen partijgenoten. D aarnaast vervolgde hij mensen die zich openlijk uitspraken tegen het nat ionaal-socialisme." In het 'Verordeningenblad' van 16 augustus 1941 word t gemeld dat bij de gerechtshoven in Amsterdam, Den Haag, Arnhem, Den Bo sch en Leeuwarden vrederechters zullen worden benoemd, die de bevoegdhei d kregen misdrijven en overtredingen "welke de politieke vrede binnen d e volksgemeenschap in gevaar brengen" aan te pakken. Hoger beroep was mo gelijk bij een bijzondere kamer van het Haagse gerechtshof, het vredeger echtshof, waar Van Genechten zelf procureur-generaal was. Dit vredegerec htshof deed in laatste instantie uitspraak, dat wil zeggen dat beroep bi j de Hoge Raad niet was toegestaan. Bovendien kon dit hof zaken die eerd er voor de rechter waren geweest en waar in de ogen van NSB'ers te lag e straffen waren uitgesproken, opnieuw berechten. Het is geen wonder da t de instelling van dit vredegerechtshof binnen de rechterlijke macht gr ote deining veroorzaakte. Door het Vredegerechtshof werd feitelijk de Ne derlandse rechterlijke macht buiten spel gezet.

Hoewel hij een overtuigd en ijverig nationaalsocialist was, raakte Van G enechten over verschillende kwesties in conflict met de bezetters. Hij v erzette zich onder andere tegen het Duitse optreden tegen studenten, teg en het werven van vrijwilligers voor de Waffen-SS, tegen het doden van g ijzelaars voor aanslagen op NSB'ers en tegen het afleggen van de eed o p Hitler door de Nederlandsche SS. Volgens de Jonge leidde deze kritisch e houding ertoe dat hij op 1 februari 1943 ontheven werd uit zijn functi e van procureur-generaal. In plaats daarvan werd hij benoemd tot commiss aris van de provincie Zuid-Holland. Hij kreeg vervolgens van alle 'bestu ursraden' (gedeputeerden) te horen dat ze niet bereid waren met hem same n te werken en hij kwam nadien niet meer opdagen. Korte tijd na dit fias co had hij volgens Lou de Jong getracht zelfmoord te plegen. Na deze mis lukte zelfmoordpoging in begin mei 1943 werd Van Genechten door Musser t uit zijn NSB-functies ontheven. "Zijn politieke rol was nu nagenoeg ui tgespeeld, al bleef hij nog artikelen publiceren in Nieuw Nederland en a ndere NSB-organen."[8] Van Genechten werd verpleegd in de psychiatrisch e kliniek van de Universiteit Utrecht en in augustus 1943 door Seyss-Inq uart benoemd tot gewoon hoogleraar in het strafrecht en de strafvorderin g aan de Leidse universiteit. Aangezien de Leidse universiteit geslote n was, betekende deze benoeming in feite dat Van Genechten buiten spel g ezet werd.

Na de bevrijding werd Van Genechten in zijn woning te Voorburg gearreste erd. Hij werd gevangengezet in het 'Oranjehotel', een complex van cellen barakken op het terrein van de Scheveningse strafgevangenis.

Een antisemitische Reinaert
In 1937 publiceerde Van Genechten in Nieuw Nederland zijn versie van he t klassieke verhaal Van den vos Reynaerde (p. 336-347). Raszuiverheid, a ntisemitisme en het belang van een sterke Führer als voortrekker van ee n natuurlijke orde vormen in dit werkstuk de hoofdthema's. De zondebok i n het verhaal is Jodocus, een overduidelijke verwijzing naar "de jood, d e sjacheraar, woekeraar, vuige en gewetenloze ondermijner van de waarden ".

In 1941 verscheen de tekst onder de titel Van den vos Reynaerde, ruwaar d Boudewijn en Jodocus in boekvorm bij de nationaalsocialistische uitgev erij 'De Amsterdamsche Keurkamer'. Het boek bevatte illustraties van Maa rten Meuldijk.

Van Genechten's versie van Reinaert de Vos werd ook verfilmd. Daarbij wa s Egbert van Putten betrokken, die van de Duitsers de opdracht had gekre gen in Nederland een bedrijf voor teken- en cultuurfilms op te richten . Oorspronkelijk was het plan een tekenfilm van 10 minuten te maken, maa r het uiteindelijke resultaat was tweemaal zo lang. De film was waarschi jnlijk in 1943 zo goed als af; alle betrokkenen (incl. Van Genechten) wa ren vol lof. Maar toch verdween plotseling elk spoor van het filmpje. Ee n reden daarvoor is niet bekend. Rond 1990 werd tijdens een inventarisat ie van de archieven van het Nederlands Filmmuseum een fragment teruggevo nden. Deze ontdekking werd wereldkundig gemaakt door Gerard Groeneveld e n Egbert Barten in De Volkskrant van 25 mei 1991.

Vlaanderen vormt het decor van deze wel zeer onsmakelijke versie van he t Reynaert-verhaal. Koning Nobel is dood en zijn vadsige zoon Lionel i s onbekwaam. Zo komt Boudewijn de ezel op de troon. Op zekere dag versch ijnt een vreemdsoortig dier uit het oosten ten tonele. De neushoorn Jodo cus beklaagt zich tegen ieder die het horen wil over het feit dat hij ov eral persona non grata is. Hij krijgt een stukje grond waarop hij zijn z eldzame distels kan kweken en begint al snel invloed uit te oefenen op d e ezel en op anderen. Overal ontstaat tweespalt, "alle gevestigde begrip pen krijgen nieuwe inhouden onder het mom van vrijheid, gelijkheid en br oederlijkheid. De dieren beginnen zich onbeschaamd te vermengen. Die bas taards blijken ruggegraatloze wezens te zijn zonder maatstaven." Reynaer t is gevlucht naar de Achterhoek. Daar leven de dieren nog volgens hun n atuur. Hij voedt de ontevredenheid en bedenkt een list om Jodocus in d e val te laten lopen. Er volgt een bloedig slot. Van Genechtens bewerkin g van Reynaert confronteert de lezer "ondubbelzinnig met een antisemitis ch verhaal. Jodocus is een jodenbeest dat de goede orde ondergraaft en d e schuld is van alles wat verkeerd gaat in de wereld." Reynaert is in di t verhaal de profeet van de nieuwe orde, die de wereld moet redden.

In 1997 dook een uitgave van het boekje op met een afwijkende omslag e n titelpagina, waarin de naam van Van Genechten geheel was verdwenen: Re intje de Vos door Meulendijk, uitgegeven door de Uitgeversfirma Gent. D e naam Meulendijk is een duidelijke verwijzing naar de tekenaar van he t boek uit 1941. Een Uitgeversfirma Gent heeft nooit bestaan. Wanneer de ze boekjes, waarschijnlijk restanten van een eerdere druk met een nieuw e omslag, in omloop zijn gebracht en door wie, is niet bekend.

Proces en veroordeling
Het proces dat vrij snel na de oorlog door het Bijzonder Gerechtshof t e 's-Gravenhage tegen Van Genechten werd gevoerd behoorde tot de "eerst e drie grote politieke processen in Nederland gevoerd"; de beide ander e waren die tegen Blokzijl en Mussert. Mr. J. Zaaijer fungeerde als proc ureur-fiscaal en mr. G. Scholten was voorzitter. Het hof streefde naar e en sobere en snelle procesgang. Het proces vond plaats op 3 oktober 1945 .

Van Genechten werd beschuldigd van "hulpverlening aan den vijand (.), be halve door propaganda ook gepleegd door daden van corruptie in zijn func tie van procureur-generaal: daden van partijdigheid ten voordele van de n vijand". De tenlastelegging luidde: "dat hij tussen Mei 1940 en Octobe r 1943 in Nederland, opzettelijk, terwijl Nederland in oorlog was met Du itsland en leiding en geestelijke ontwikkeling van het Nederlandse vol k in nationaal-socialistische en jegens Duitsland vriendschappelijke zi n door de vijandelijke bezettende macht werd gewenst en voor Duitsland n uttig was, en terwijl hij een vooraanstaande positie innam als vervullen de de functie van procureur-generaal bij het gerechtshof te 's-Gravenhag e (later tevens bij het zogenaamde Vredesgerechtshof), tevens fungeren d directeur van politie, als leider van het opvoedersgilde en vormingsle ider der Nationaal-Socialistische Beweging, en later als commissaris va n de provincie Zuid-Holland, door zijn werkzaamheid in het algemeen zoda nige leiding heeft gegeven en zodanig geestelijke ontwikkeling actief he eft bevorderd, als bijvoorbeeld tot uiting komt in:

1 . het opzettelijk in de uitoefening van de functies van procureur-g eneraal en directeur van politie als voormeld, of met gebruikmaking va n macht, gelegenheid of middel hem door de bekleding dier functies gesch onken, op kennelijk partijdige wijze, in nationaal-socialistische zin, i ngaan op bij hem, van nationaal-socialistische zijde, ingebrachte klacht en, instellen of doen instellen van onderzoeken, en geven van opdrachte n aan onder hem staande ambtenaren;
2 . het opzettelijk op kennelijk partijdige wijze, in een geest tegen gesteld aan die van het tegen Duitsland oorlogvoerende Nederland, optred en als procureur-generaal bij de behandeling door het Vredesgerechtsho f van de strafzaak tegen Bom en Kruithof in verband met de dood van luit enant-kolonel Mussert;
3 . het opzettelijk in het openbaar (per radio) houden van enige anti -semietische redevoeringen, omstreeks December 1941;
4 . het opzettelijk houden hetzij in het openbaar, hetzij in min of m eer besloten kring, van een aantal redevoeringen, geven van persintervie ws, die in couranten in Nederland in het openbaar werden verspreid, en h et publiceren van artikelen in couranten welke in Nederland in het openb aar werden verspreid, waarin nationaal-socialistische en jegens Duitslan d vriendschappelijke denkbeelden werden tot uiting gebracht."

Tot zijn verdediging probeerde Van Genechten aan te voeren dat hij een n ationaalsocialisme voorstond "dat het volk op den voorgrond stelde", e n niet "een nationaal-socialisme dat het ras op den voorgrond stelde". H et tweede werd "alleen door Duitschland (.) beoogd, terwijl het eerste d oor mij werd verdedigd."

Mr. Zaayer, de procureur-fiscaal, kwalificeerde zijn tegenstander als ee n man van groot formaat: een knap econoom en socioloog. Een man van groo t formaat.... juist daarom zo gevaarlijk. "Een man die over lijken gaat , als hij dat ter bereiking van zijn doel nodig acht". De procureur-fisc aal legde vooral de nadruk op "wat Van Genechten in die eerste periode v an de vijandelijke bezetting ons volk heeft aangedaan, waarvoor wij nu , vier jaren later, hem eindelijk de rekening kunnen aanbieden." Hij eis te de doodstraf.

De raadsman van Van Genechten, mr. J.P.A. van den Oever, sprak ter zitti ng zijn verwondering uit over het feit dat er geen gerechtelijk vooronde rzoek heeft plaatsgevonden. Daarnaast verbaasde hij zich over bepaalde p rocedurele kanten van het proces. Inhoudelijk had de raadsman grote moei te met het feit dat z.i. de dagvaarding geen duidelijke opgave bevatte v an de strafbare feiten die Van Genechten heeft gepleegd. Wat in de dagva arding werd vermeld waren volgens hem "louter qualificaties" en "vage in sinuaties". Elk van de 'voorbeelden' werd door hem ontrafeld. Ten slott e meende de advocaat van Van Genechten te mogen stellen dat er in de tij d na de capitulatie, toen Nederland bezet werd door de Duitsers, geen da adwerkelijke oorlogvoering in Nederland plaats had, en dat Nederland toe n dus niet met Duitsland in oorlog was.

Veertien dagen na de zitting, op 17 oktober 1945, werd Van Genechten te r dood veroordeeld.

Belinfante is overigens van mening dat de straf die Van Genechten uitein delijk kreeg opgelegd, in verhouding tot enkele andere zaken, zoals di e tegen dr. J.H. Carp (president van het Vredesgerechtshof) en C. van Ge elkerken (plaatsvervangend leider van de NSB), aan de zware kant was.

Schuldbekentenis en zelfmoord
Terwijl het beroep in cassatie nog liep, pleegde Van Genechten op 13 dec ember in zijn cel in de strafgevangenis van Scheveningen zelfmoord doo r ophanging. Zijn zaak zou op 24 december voor de bijzondere raad van ca ssatie in Den Haag hebben gediend. Hij schreef een brief aan de griffie r van het Bijzonder Gerechtshof, waarin hij stelde "in de eenzaamheid de r cel" de gebeurtenissen der laatste jaren te hebben overwogen, waarbi j hij zich hoe langer hoe meer bewust is geworden van zijn schuld. "He t is alsof ik uit een droom ontwaakt ben. (.) De vergissingen, die wij b egaan hebben, zijn (.) te fundamenteel om door een beroep op goede trou w gedekt te worden." Hij realiseerde zich naar zijn zeggen dat hij het N ederlandse volk ten diepste gegriefd had. Hij stelde dat hij zich bij d e uitspraak van het Bijzonder Gerechtshof neerlegde en trok zijn beroe p in cassatie in. Om te voorkomen dat er ambtshalve een gratieverzoek zo u worden ingediend, zou hij hebben besloten "zelf het vonnis van het Bij zonder Gerechtshof te executeeren."

Gehuwd ‎23 okt 1922 Amersfoort (23 jaar gehuwd)
Huwelijks ID nr. 2 (22181)

met:

woman Popkje Martens Hiemstra‏‎ #73507‎, dochter van Marten Everts Hiemstra en Baukje Martens Kok‏.
Geboren ‎15 apr 1901 Utrecht

Kinderen:

1.
man Frits Roberts "Frits" van Genechten‏‎ #73508‎
Eigen code: NSB, geboren ‎22 nov 1924, overleden ‎26 okt 1949 's-Gravenhage‎, 24 jaar, begraven ‎31 okt 1949 Utrecht Soestbergen. Beroep: student rechten. Woonplaats: 's-Gravenhage
Hij studeerde rechten en was vanaf 1942 lid van de NSB en actief in de N ationale Jeugdstorm. In 1944 werd hij bij een razzia opgepakt en kwam vi a Kampen uiteindelijk in Arnhem terecht, waar hij met andere NSB'ers ver dedigingswerken moest opbouwen en puin ruimen. Begin maart 1945 kreeg hi j een ongeluk en werd met een hersenschudding opgenomen in een ziekenhui s in Ede. Na de bevrijding werd hij aangehouden en geïnterneerd. In 194 6 werd hij buiten vervolging gesteld na de zelfmoord van zijn vader. Zij n invrijheidstelling was onder de voorwaarde dat hij onder toezicht wer d gesteld van de Stichting Toezicht Politieke Delinquenten. De directeu r van de stichting, oud-verzetsman Jaap le Poole, nam Frits zelf in huis .

Op een stormachtige dag in oktober 1949 liep Frits van Genechten door d e Nassaulaan in Den Haag langs het gebouw waar het directoraat-generaa l van het Bijzonder Gerechtshof was gevestigd. "Vanmiddag raakte door d e storm een sierijzer van 5 kg van de gevel van het pand Nassaulaan 23 l os. Het viel op het hoofd van een 24 à 25-jarige voorbijganger, die bewu steloos neerstortte." [Nieuwe Courant (Het Vaderland)] 's Nachts overlee d Frits van Genechten aan zijn verwondingen.
2.
man Martin van Genechten‏‎ #73517‎