man Arie Johann "Arie" Zondervan‏‎ #73644‎, zoon van Johannes Pieter Zondervan en Elise Martha Lutter‏.
Alias: Arie Johannes, eigen code: NSB, geboren ‎21 okt 1910 Lichtenberg, Berlijn (Duitsland), overleden ‎± 1983 Berlijn (Duitsland)‎, ongeveer 73 jaar. Beroep: politicus / particulier secretaris
Arie Zondervan bracht de eerste jaren van zijn leven door in Berlijn, wa ar hij opgroeide als enig kind in een eenvoudig protestants gezin. Zij n vader was om den brode van Nederland naar Duitsland geëmigreerd en daa r met een Duits meisje getrouwd.
In 1918, kort voor het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen er in Berl ijn honger werd geleden, ontvluchtte het gezin de ellende door naar Nede rland te emigreren. Hier vond Zondervan senior werk als bediende bij d e Noord-Hollandsche Electriciteits-Maatschappij, eerst in Alkmaar en i n 1922 in Bloemendaal. Het gezin verhuisde toen naar Haarlem, waar Ari e de lagere school bezocht.
Vanaf 1924 volgde hij de HBS-opleiding op het Kennemer Lyceum in Bloemen daal. Nadat hij de tweede en de vijfde klas had overgedaan, behaalde hi j in 1931 eindelijk het eindexamen.

Al tijdens zijn schooltijd was het Zondervans ambitie marineofficier t e worden, maar tot zijn verdriet werd hij 'als brildrager' vanwege zij n slechte ogen afgewezen. Tijdens de vervulling van zijn militaire diens tplicht ? van oktober 1931 tot juli 1932 ? bracht Zondervan het tot serg eant bij het Korps Motordienst in Haarlem. Een verzoek om te worden toeg elaten tot de opleiding tot reserve-officier bij de landmacht werd afgew ezen, ook dit keer vanwege zijn ogen. Hij besloot zich daarop te laten i nschrijven voor de studie Nederlands-Indisch recht aan de Rijksuniversit eit te Leiden, het eerste jaar nog als spoorstudent.

Al vrij vroeg koesterde Zondervan fascistische sympathieën. In 1927, o p zestienjarige leeftijd werd hij, na een bezoek van Duitse vrienden aa n zijn ouders, geaccepteerd als gastlid van de buitenlandse organisati e van de Duitse NSDAP in Nederland. Verder werd hij voor korte tijd li d van de Algemeene Nederlandsche Fascisten Bond van J.A. Baars. Omdat he t hem bij deze rauwe ?Bezem?-groep niet erg beviel, bedankte hij spoedi g weer. In het eerste jaar van zijn studie maakte hij bij zijn ouders th uis kennis met de chef van zijn vader, ingenieur F.A. Smit Kleine, die j uist een afdeling van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) in Haar lem had opgericht.

Met zijn vader, die Smit Kleine erg bewonderde, bezocht Zondervan een pr opagandabijeenkomst van de NSB, waarna het hele gezin zich in maart 193 3 bij die partij aansloot. Omdat hij spoorstudent was, kon Zondervan act ief worden bij de afdeling in Haarlem. Hij bracht het tot ?luitenant? va n de Weer Afdeling (WA), belast met politieke vorming en sporttraining . Toen hij in Leiden op kamers ging wonen, wierp hij zich vol enthousias me op zijn studie. Op 5 mei 1938 studeerde Zondervan af, maar daarna moe st hij opnieuw een teleurstelling verwerken. Als gevolg van de economisc he crisis werden pas afgestudeerden Indisch recht niet meer zoals gebrui kelijk direct in Nederlands-Indië aangesteld. De NSB bood hem echter ee n alternatief.

In de zomer van 1938 werd hij voor de halve werktijd aangesteld als secr etaris van S.L.A. Plekker, de districtsleider van de NSB in Haarlem. Hi j voldeed blijkbaar zo goed, dat de landelijke partijleider, A.A. Musser t, hem in februari 1939 tot zijn 'adjudant' benoemde. Voortaan vergezeld e Zondervan zijn leider op propagandatochten en op enkele reizen naar he t buitenland, onder meer bij een bezoek aan de Italiaanse regeringsleide r Benito Mussolini. Eind augustus 1939 kwam Zondervan, in het kader va n de algemene mobilisatie, onder de wapenen bij het Eerste Auto Bataljo n in Bodegraven, later in Leidschendam. Kort voor de Duitse inval trouwd e hij met een dochter van een partijgenoot, van wie de gehele familie ti jdens de bezetting in de NSB actief zou worden. In de meidagen van 194 0 werd hij belast met de bewaking van autobussen die bestemd waren voo r het vervoer van gearresteerde NSB-leden.

Na de capitulatie raakte Zondervan in Duitse krijgsgevangenschap, waarui t hij na enkele weken werd ontslagen. Mussert belastte zijn vertrouwelin g toen met de heroprichting van de in 1933 verboden WA en benoemde hem t ot commandant van deze geüniformeerde partijmilitie. De NSB-leider was z ich er wel van bewust dat deze ?onzekere, allerminst martiale jurist? (D e Jong IV, 241) fysiek en qua ervaring niet heel erg geschikt was voor d eze paramilitaire functie, maar ging toch tot deze benoeming over, omda t hij wist dat Zondervan hem te allen tijde zou steunen, ook bij intern e partijstrijd.

Zondervan richtte onmiddellijk het landelijke WA-blad De Zwarte Soldaa t op, waarvan hijzelf gedurende de gehele bezettingsperiode de hoofdreda ctie zou voeren. Hij maakte met zijn vele routineus geschreven hoofdarti kelen dit blad tot de voornaamste spreekbuis van de ?Dietsche? stromin g van de NSB, die zich scherp verzette tegen de ?Groot-Germaansche? rich ting van de Nederlandsche SS, die streefde naar ?Anschluß? bij het Derd e Rijk. Zondervan kreeg echter geen greep op de inmiddels in de grote st eden heropgerichte WA-groepen, die overal relletjes veroorzaakten. Toe n hij in 1940 het dragen van wapens door de WA verbood, wekte dat slecht s de lachlust op bij de meer gewelddadig ingestelde personen die toen bi j de WA de dienst uitmaakten, waaronder nogal wat voormalige officiere n uit het Nederlandse leger. Hoewel de Duitse rijkscommissaris A. Seyss- Inquart hem eens typeerde als een ?durchaus guter Mannschafstführer? (Fr aenkel-Verkade, 91), waren zijn in 1941 ondernomen pogingen zijn onderge schikten tot matiging te bewegen vergeefs.

Zondervan slaagde er evenmin in een substantieel deel van de WA dienst t e laten nemen bij het Nederlandsch Legioen aan het Oostfront. Om zelf he t goede voorbeeld te geven nam hij in december 1941 dienst bij het Legio en in de rang van Untersturmführer (: luitenant). Hij werd geplaatst bi j de regimentsstaf, waar hem werd opgedragen een oplossing te vinden voo r de voortdurende moeilijkheden tussen de Nederlandse vrijwilligers en h un Duitse officieren. Zondervan nam een aparte positie in, want als comm andant voor de WA bleef hij rechtstreeks onder bevel van Mussert staan . Bij uitzondering nam hij deel aan verkenningspatrouilles aan het Wolch ov-front in noordoost-Rusland, waar het Legioen toen was gestationeerd . Op één van die tochten wist hij onder vijandelijk vuur een gewonde sol daat te redden, waarvoor hij het IJzeren Kruis tweede klasse ontving.

In maart 1942 werd Zondervan door Mussert tijdelijk met verlof gestuur d om verslag uit te brengen over de vele klachten die de Nederlandse sol daten bij hem hadden ingediend over hun behandeling. Tijdens zijn verlo f protesteerden enkele Nederlandse vrijwilligers tegen het verlenen va n het IJzeren Kruis, omdat Zondervan niet aan gevechtshandelingen had de elgenomen. Toen dit de Duitse SS-leider H. Himmler ter ore kwam, zorgd e deze ervoor dat Zondervan bij terugkeer aan het front daadwerkelijk aa n de strijd deelnam. Hij zou dit bevel zonder morren opvolgen. Later zo u hij dit overigens tijdens zijn proces na de bezetting ontkennen om z o minder straf te krijgen. In ieder geval diende hij van eind april to t augustus 1942 weer bij het Legioen.

Bij zijn definitieve terugkeer in Nederland werd Zondervan opnieuw daadw erkelijk belast met het oppercommando over de WA. Nadat in de loop van 1 943 door het verzet verscheidene moordaanslagen op vooraanstaande collab orateurs waren gepleegd, richtte Mussert in november 1943 de Nederlandsc he Landwacht op, een met jachtgeweren bewapende partijmilitie ter besche rming van de NSB-leden. Inspecteur-generaal van de Landwacht werd C. va n Geelkerken, de tweede man van de NSB, met Zondervan en J.A. Feldmeije r als inspecteurs onder zich. Ook tegen deze taak bleek Zondervan niet o pgewassen. Hij was zo'n passieve figuur, dat wat hij dacht of deed nie t het geringste gewicht in de schaal legde (In ?t Veld, 393, 397). Doo r Feldmeijer werd hij volledig overspeeld.

Na 'Dolle Dinsdag' '5 september 1944' speelde de Landwacht als NSB-organ isatie geen rol van betekenis meer, omdat de leden in het gehele land o p de vlucht waren geslagen. Ook Zondervan en Van Geelkerken zochten me t hun gezinnen een goed heenkomen, en wel in Assen. Voor de Duitse bezet ters was dit aanleiding de Landwacht voortaan als apart Nederlands onder deel bij de Ordnungspolizei te plaatsen. Op 28 maart 1945 hieven de Duit sers het instituut van de Landwachtinspecteurs op. Het commando over d e Landwacht berustte sindsdien nominaal alleen bij Van Geelkerken. Dez e benoemde daarop Zondervan in de niets betekenende functie van verbindi ngsofficier tussen de Landwacht en partijleider Mussert. Op dat moment b evond Zondervan zich in Groningen, waar hij op zijn vlucht met vrouw e n kinderen ten slotte terecht was gekomen. Begin april ging hij alleen n aar Hoorn, waar zijn vader sinds kort als NSB-burgemeester optrad.

Bij de bevrijding in mei 1945 dook Zondervan onder in Amsterdam. Vandaa r vluchtte hij naar Den Dolder, waar hij zich onder de naam van ?Alber t Lütter? als Duits soldaat in Canadese krijgsgevangenschap begaf. Vervo lgens werd hij met een groep Duitse krijgsgevangenen naar Duitsland gevo erd. Net over de grens in Leer werd hij door een gevangen Nederlandse SS ?er herkend en aangegeven, waarna hij aan de Nederlandse autoriteiten we rd overgedragen. In Winschoten stelde de plaatselijke commandant van he t Militair Gezag hem publiekelijk te kijk, waarbij hij door de omstander s werd uitgejouwd en bespuwd.

Op 25 juni 1945 werd Zondervan opgesloten in de strafgevangenis in Schev eningen, waar hij wekenlang op beestachtige wijze door de Nederlandse be wakers werd mishandeld en vernederd (De Jong XII, 511-514). Op 27 januar i 1949 hoorde hij bij de Utrechtse kamer van het Amsterdams Bijzonder Ge rechtshof de doodstraf tegen hem eisen. Op 10 februari werd hij daar ver oordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar met aftrek van voorarr est en levenslange ontzetting uit het recht ambten te bekleden en te die nen bij de gewapende macht. Een poging strafvermindering te verkrijgen v anwege de bewezen zware mishandelingen die Zondervan had ondergaan, lee k aanvankelijk succesvol.
Op 12 december 1949 werd het vonnis door de Bijzondere Raad van Cassati e omgezet in vijftien jaar gevangenisstraf met aftrek en ontzetting ui t de rechten. Tevens werd de zaak voor herbehandeling terugverwezen naa r de Utrechtse Kamer, die op 16 januari 1950 besloot het oorspronkelijk e vonnis te handhaven. Vervolgens werd dit vonnis op 6 augustus 1951 i n cassatie opnieuw bevestigd, omdat mishandeling rechtens niet tot straf vermindering kon leiden. In 1959 werd Zondervan vroegtijdig vrijgelaten , waarna hij zich in Duitsland vestigde. Daarna is niets meer van hem ve rnomen, zelfs een overlijdensbericht is niet bekend.

Arie Zondervan was een ijverige, ambitieuze, maar nogal zwakke persoonli jkheid. Met zijn magere, slungelachtige uiterlijk en zijn uilenbril stra alde hij geen charisma uit. Zijn trouw aan Mussert was spreekwoordelij k en bepaalde de rol die hij speelde in de NSB. Zondervan zorgde ervoo r dat de WA als apparaat voor de ?Dietsche? stroming behouden bleef. Maa r hij droeg ook medeverantwoordelijkheid voor de misdrijven die de als ? Jan Hagel? berucht geworden Landwacht pleegde.

Gehuwd ‎02 mrt 1940 Heemstede (ongeveer 43 jaar gehuwd)
Huwelijks ID nr. 2 (22228)

met:

woman Johanna Vermeer‏‎ #73647‎, dochter van Hendrik Vermeer en Catharina Grauenkamp‏.
Geboren ‎± 1920 Heemstede‎

Kind:

1.
man Arie Johan "Arie" Zondervan‏‎ #73650‎
Geboren ‎10 sep 1943 Den Dolder‎, bron tekst: geboorteadvertentie‎, 80 jaar