woman Anna Bakker‏‎ #73653‎, dochter van David Bakker en Antje Vlaskamp‏.
Geboren ‎13 aug 1871 Kuinre, overleden ‎25 jun 1960 Soesdijk‎, 88 jaar, begraven ‎29 jun 1960 Baarn Algemene begraafplaats (Wijkamplaan). Woonplaats: Amsterdamsche straatweg 21 Baarn

Huwelijk/relatie met:

man Cornelis Tobie Goedewaagen‏‎ #73652‎, zoon van Tobias Goedewaagen en Anna Maria Reisiger‏.
Geboren ‎24 jan 1866 Gouda, overleden ‎01 jul 1934 Baarn‎, 68 jaar, begraven ‎04 jul 1934 Baarn Algemene begraafplaats. Beroep: bankier / oprichter van de 'Incasso Bank'. Woonplaats: Amsterdamsche straatweg 21 Baarn

Kind:

1.
man Tobie "Tobie" Goedewaagen‏‎ #73651
Alias: Rotkar, eigen code: NSB, geboren ‎15 mrt 1895 Amsterdam, overleden ‎04 jan 1980 's-Gravenhage‎, 84 jaar. Beroep: ambtenaar / hoogleraar / dichter
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij van 1940 tot 1943 secretaris-gene raal op het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten, dat ingestel d was door de Duitse bezetter. Hij voerde onder meer een censuur op cult uur in en drong kunstenaars en journalisten het lidmaatschap van de Kult uurkamer op, maar stimuleerde ook de Nederlandse kunst. Dit laatste bele id werd na de oorlog voortgezet. Hij was enkele jaren een vooraanstaan d lid van de Nederlandse Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). In d e oorlog kreeg Goedewaagen van zijn tegenstanders de scheldnaam 'Rotkar' .

Jeugd en opleiding
Goedewaagen groeide op in Amsterdam als oudste zoon van de bankier en op richter van de Incasso Bank, Cornelis Tobie Goedewaagen (zoon van Tobia s Goedewaagen) en Anna Bakker.
In 1916 publiceerde hij gedichten in het literair tijdschrift De Gids. H ij studeerde filosofie aan de Rijksuniversiteit Utrecht bij professor B. J.H. Ovink en promoveerde in 1923 cum laude bij hem op het proefschrif t De logische rechtvaardiging der zedelijkheid bij Fichte, Schelling e n Hegel. In 1925 werd Goedewaagen in Utrecht privaatdocent in de geschie denis van de post-kantiaanse filosofie.
Met anderen richtte hij Het Genootschap voor Critische Philosophie en Al gemeene Vereeniging voor Wijsbegeerte op. Hij werd een invloedrijk redac teur (1931-1937) van het Tijdschrift voor Wijsbegeerte (sinds 1933 Algem een Nederlandsch Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie (ANTWP). I n de filosofie rekende Goedewaagen zich aanvankelijk tot de stroming va n neokantianen van de Marburger Schule, die in 1933 in Duitsland door d e nazi's verboden werd.

Politieke interesse
Goedewaagen studeerde in Utrecht tevens klassieke talen en gaf particuli ere lessen in Grieks en Latijn, onder meer aan P.H. Ritter jr., die he m inwijdde in de politiek. Goedewaagen werd op de universiteit niet beno emd als opvolger van de hoogleraar B.J.H. Ovink, waar hij op gehoopt had . In de politiek vond hij aansluiting bij het Verbond voor Nationaal Her stel van generaal C.J. Snijders. In 1935 bekeerde hij zich, onder meer d oor het lezen van graaf De Gobineau en Duitse racisten, tot het racism e en nationaal-socialisme. Daarom trad hij later af als redacteur van he t ANTWP en als bestuurslid van het Genootschap voor Critische Philosophi e. In 1936 ontmoette hij Anton Mussert en werd hij medewerker van Nieuw- Nederland, het theoretische tijdschrift van de NSB. Hij maakte in 1938 e en studiereis door Duitsland, waar hij de opleidingsinstituten van de na zi's bewonderde. Hij werd medewerker en later hoofdredacteur van het tij dschrift De Waag.

Oorlog
Hulp bij gelijkschakeling
In de zomer van 1940 trad Goedewaagen naar buiten als lid van de NSB, ho ewel hij al rond 1936 lid was geworden. Zijn internering op 12 mei 194 0 na de Duitse inval zou bijdragen aan een verdere radicalisering. Musse rt passeerde eerdere partijleden en maakte Goedewaagen persleider (16 se ptember 1940 - 25 augustus 1941), hoofd van de afdeling Hooger Onderwij s van het Opvoeders-gilde der NSB en gemachtigde in bijzondere dienst (b eide van 22 augustus 1941-juli 1942). Goedewaagens organisatorisch talen t bleek toen hij de Duitse bezetters hielp als voorzitter van de Raad va n Voorlichting voor de Nederlandsche Pers (15 juni 1940) en als oprichte r van het Verbond van Nederlandsche Journalisten (24 augustus 1940).

Secretaris-generaal
Rijkscommissaris Seyss-Inquart benoemde Goedewaagen op 28 november 194 0 tot secretaris-generaal van het nieuwe Departement van Volksvoorlichti ng en Kunsten. Op 22 november 1941 werd de Nederlandsche Kultuurkamer op gericht om het culturele leven gelijk te schakelen en het werk van jode n te verbieden, met Goedewaagen sinds 25 november als voorzitter. De Sch ouw werd in 1942 het blad van de Kultuurkamer, betaald door het Duitse P ropagandaministerium en met Goedewaagen als hoofdredacteur. Hij nazifice erde de radio door oprichting van De Nederlandsche Omroep op 12 maart 19 41. Door zijn Journalistenbesluit van 2 mei 1941 werden alle journaliste n gedwongen lid te worden van het Verbond van Nederlandsche Journalisten . Vertoning van propagandafilms en filmkeuring vielen onder het Filmbesl uit van 20 augustus 1941. Wel verhoogde Goedewaagen het loon van kunsten aars, organiseerde hij prijzen en beurzen en nam zijn afdeling het initi atief om in 1941 het Gemeentelijk Theaterbedrijf Amsterdam op te richten . Na de oorlog werd zijn beleid van overheidsbemoeienis met cultuur voor tgezet, zij het vanuit andere principes.[1] Goedewaagens censuur vervolg de moderne, joodse en buitenlandse kunst en kunstenaars.

Goedewaagens visie op de rol van de kunstenaar blijkt onder meer uit zij n redevoeringen, bijvoorbeeld: "De volksche gedachte is een voortvloeise l uit de idee van de eenheid en den organischen samenhang van het Leven . Zij doet een beroep op alle kunstenaars en op alle dichters en prozaïs ten, van welken aard dan ook, zonder uitzondering, zich te bezinnen op d e verbondenheid met den volkseigen levensstijl. Het gaat er niet om, da t dit verbondenheidsbesef zich alleen in activistenpoëzie of propagandad idactiek zou moeten of kunnen uiten. Maar wel wordt een beroep gedaan o p iederen schrijver, dat hij zich in zijn levenshouding richt naar wat a llen verbindt."

Ontslag
Goedewaagen bewoog zich in de richting van de Groot-Duitse SS en kwam da armee in conflict met de Dietse denkbeelden van de NSB. Toen Goedewaage n een onbekwame NSB'er op zijn departement moest ontslaan, werd hij opge roepen door de Hooge Raad van Discipline der NSB, waar hij niet wilde ve rschijnen. Mussert schorste Goedewaagen als NSB'er. Op 28 januari 1943 w erd Goedewaagen ontslagen als secretaris-generaal en tevens benoemd to t gewoon hoogleraar in de theoretische wijsbegeerte, de geschiedenis de r wijsbegeerte en de psychologie, met uitzondering van de empirische psy chologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Daar volgden studenten, die d e loyaliteitsverklaring aan de Duitsers hadden getekend, zijn colleges . Sinds 8 juli 1941 was hij formeel al aan de Rijksuniversiteit Leiden b ijzonder hoogleraar in de nieuwere wijsbegeerte vanwege de Nederlandsch e Stichting tot Bevordering van de Studie van het Nationaal-Socialisme , maar door de sluiting van die universiteit kon hij niet lesgeven. In s eptember 1944 vluchtte hij naar Duitsland (Dolle Dinsdag). De Duitse min ister van Opvoeding en Onderwijs, Bernhard Rust, steunde Goedewaagen fin ancieel. Ten tijde van de Duitse overgave aan de geallieerden was hij i n Löhne (Westfalen).

Na de oorlog
Het Britse leger arresteerde Goedewaagen op 29 mei 1946 in Duitsland e n leverde hem uit aan Nederland. Het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag v eroordeelde hem op 15 december 1948 tot 12 jaar gevangenisstraf (de ei s was 15 jaar). Tevens mocht hij nooit meer openbare ambten bekleden. To t mei 1965 mocht hij van de Commissie voor de Perszuivering geen journal istieke activiteiten ontwikkelen. Maar Goedewaagen kreeg op 17 april 195 2 amnestie. Daarna gaf hij privélessen en was hij leraar aan het Institu ut Vermazen in Den Haag, voor staatsexamens HBS en gymnasium, waar Kee s van Kooten een van zijn leerlingen was. Onder de schuilnaam Theodor Me ursen gaf hij in 1956 in Duitsland het deel Holland uit in de reeks Geis tige Länderkunde. In het historische deel hiervan kwam de Tweede Wereldo orlog nauwelijks en de Duitse bezetting helemaal niet ter sprake. In 198 0 verscheen in Duitsland nog zijn Aufruf der Religion. Grundriß der Reli gion.