|
|||
Cornelia van Gerven [I54174], dochter van Johannes van Gerven en Allegonda van der Heijden.
Overleden 25 dec 1809 Luykgestel
Huwelijk/relatie met:
Wilhelmus Biezen [I54173], zoon van Leenderd Biezen en Jenneke van Stiphout.
Overleden 08 dec 1815 Heusden
Kind:
1.
Hendrikus "Hendrik" Biezen [I54172]Alias: Verbiezen / van Biezen, gedoopt 29 aug 1773 Zeelst / Meerveldhoven (getuige: Henrica van de Heijden & Leonardus Biesen), overleden 28 jul 1849 Udenhout om 20:00 uur, leeftijd ongeveer 75 jaar, bron: , eigen code: 29, overlijdensaangifte (getuige: Jan Biezen, 28 jaar, verver, zoon van de overledene & Cornelis Vermeer, 29 jaar, schoenmaker, beide wonende te Udenhout). Beroep: koopman / tapper / herbergier "Quatre Bras". Woonplaats: Straatweg Udenhout Men spreekt in officiële stukken steeds over de herberg van Verbiezen. . De eerste keer dat er sprake is van een herberg is in 1827. De herberg i. n kwestie is pas vele jaren later bekend geworden als de uitspanning "Qu. atre Bras". De veronderstelling dat al vanaf het begin deze herberg de n. aam van "Quatre Bras" heeft gekregen wordt niet bevestigd in de archiefg. egevens.. Overigens moeten we ons van de grootte van de herberg van Verbiezen gee. n 21e-eeuwse voorstelling maken. Aanvankelijk is het huisje gebouwd me. t een frontbreedte aan de kant van de straatweg van circa 4 m. De diept. e is circa 6 m. Daarachter staat nog een klein schuurtje. Over het gebru. ik van herberg "Quatre Bras"zijn diverse verhalen in omloop gebracht. He. t is volgens de aanwezige documenten zeker geen eethuis noch een logie. s gelegenheid geweest. Het is gewoon een kleine tapperij, in de zin va. n een klein bruin café. De diverse familieleden uit deze tak schrijven hun achternaam als Biese of Biesen, later als Biezen, van Biezen of Verbiezen. In stukken afkomstig van de overheid vinden we in hoofdzaak de naam "Verbiezen". In die tijd was een verschillende schrijfwijze van de familienaam heel gewoon. Soms zien we dat op een en hetzelfde document de familienaam op twee verschillende wijzen gespeld is. Hendrik is in zijn jonge jaren koopmanvan beroep. Hij heeft dit beroep uitgeoefend vanuit Luyksgestel, vermoedelijk metals thuisbasis de ouderlijke woning. Het feit, dat Hendrik vanuit Luyksgestel opereerde lijkt de conclusie te rechtvaardigen, dat hij heeft gehoord tot het gilde of de compagnie der Teuten. Mogelijk was hijeen teuten knecht. Teuten, ook wel buitengaanders genoemd, vormen vanaf het begin van de 16e eeuw een goed georganiseerde groep van uit de Kempen afkomstige, reizende kooplieden. Elke groep heeft zich op een bepaald deelgebied gespecialiseerd. Regelmatig verlaten zij voor een periode van enkele maanden hun thuisbasis om in den vreemde hunwerk te verrichten of hun artikelen aan deman te brengen. Zij bereizen daarbij een groot gebied; ze komen zelfs tot in Denemarken. Het gilde van de Teuten kent een eigen strenge reglementering. Ten opzichte van de gewone kooplieden/leurders onderscheiden zij zich, behalve door hun organisatie, ook vanwege het door hen toegepaste kredietstelsel. Vanuit Luyksgestel opereren vooral de koperteuten. Het is niet onmogelijk dat Hendrik tot deze categorie heeft behoord, dan wel dat hij gehandeld zal hebben in linnen, het produktbij uitstek van de Kempische regio. Hendrik leidt een ambulant leven. Tijdens één van zijn zakenreizen heeft Hendrik vermoedelijk overnacht in Raamsdonk in de boerderij annex herberg van Joannes van Steenoven. Daar heeft de dochter Dingena na het overlijden van haar moeder detaak van huisvrouw op zich genomen. Tijdens één van deze overnachtingen moet er een relatie tot stand zijn gekomen tussen Hendrik en Dingena, want op 15 mei 1812 heeft Dingena een zoon gebaard, die nadrukkelijk als Hendrik Biesen wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijkestand. Het heeft nog tot 30 januari 1815 geduurd alvorens Hendrik (41 jaar) en Dingena (29 jaar) in het huwelijk zijn getreden. Zij vestigen zich in Raamsdonk. Mogelijk zijn de roerige Napoleontische tijden er de oorzaak van geweest dat Hendrik dit deel van Brabant niet eerder heeft kunnen bezoeken en dat hij onkundig is geweest van de gevolgen van zijn relatie met de herbergierster. Het gezin verhuist later naar Oosterhout, naar 's-Gravenmoer, naar Loon op Zand en tenslotte naar Udenhout. In al die plaatsen komen nieuwe kinderen het gezin vergroten. |