|
|||
Abraham de Both [I16605], zoon van Adriaen Abrahamszn de Both en Johanna Hidden.
Geboren voor 1689, overleden ± 1759. Beroep: secretaris en leengriffier van de graaf van "Den Bergh" (1714-1756), secretaris van Didam, leenman van het huis Berg. Woonplaats: 's Heerenberg (± 1730) 8 mei 1730: Gesien by myn heeren leenmannen van den leenhove van de hoge heerlykheyt van Gansoyen de procedure voor haar Edel Agtbare ten genegte van den 7 Meert 1730 en geresen tusschen den heer Willem van den Andel, stadhouder van den selven leen hove, in die qualiteyt eysscher en aanlegger ter eenre, ende Abraham de Bodt, woonende tot `s Herenberg, ende Dirck de Bodt, woonende tot Waalwyck, soonen ende leenvolgers van wylen Abraham [=Adriaen of hun grootvader Abraham] de Bodt, die verheven was ende heeft gepossideert seeckere twee derde parten in huys, erve ende hoff, gelegen tot Gansoyen, mitsgaders twee derde parten in twee mergen land, gelegen tot Eeten, beyde leenroerig aan desen leenhove, en alsoo gedaagdens by edict en defaillanten ter andere syde: soo en gelyck de voorscreven procedure by contumatie is geinstrueert met den intendit ende verificatoire bescheeden daartoe dienende, aen de syde des heeren eysschers ende aanleggers overgegeven. Myn heeren leenmannen voorschreven op alles wel en rypelyc gelet, mede gehad het preadvis van twee onpartydige regtsgeleerdens, verklaren de twee derde parten van het voorschreven huys, erf ende hoff, tesamen groot omtrent 4 hond, gelegen alhier tot Gansoyen, mitsgaders de twee derde parten in twee mergen land, gelegen tot Eeten, vervallen, en adjudiceeren mitsdien deselve aan den Hoog Edel Welgeboren Heer Hendrik van Lidt de Jeude, als leen heer des leenhofs van Gansoyen. Bij bovenstaand stuk hoort het volgende: Eysch en intendit gedaen maecken en aen de Edelachtbare heeren leenmannen des leenhofs Gansoyen overgegeven uyt den naam en van wegen Willem van den Andel, stadhouder des leenhoffs Gansoyen, indie qualiteyt eysscher en aanlegger, contra Abraham de Bodt, wonende tot `s Heerenberg, en Dirck de Bodt, althans wonende alhier, gedaegdens by edicte, gebrekige en defaillanten. Edele Achtbare heeren leenmannen. De voorschreven stadhouder en aanlegger dede naer alle behoorlycke praemissen en beneficien van regten seggen: dat Adriaen de Bodt in syn leven hebbende beseten en gepossideert sekere twee derde parten in een huys, erve en hoff, gelegen alhier, mitsgaders twee derde paarten in twee mergen landt, gelegen tot Eeten, `t leen werdende gehouden en leenroerig aan den adelycken huyse en leenhove van Gansoyen. En synde den voorschreven Adriaan de Both daerinne naer hoffs en leenregten (naer doode van syn vader Abraham de Bodt) geweest geinvestieert ende verleyt, blyckende uyt twee extracten authenticq des leenregisters van Gansoyen op den inventaris gebragt sub litteris J en K. Den selven [Adriaen de Bodt] op den 11 Maart 1728 deser werelt is komen te overleyden, uytwysens het extract uyt het doodregister op den inventaris gebr. sub littera L, agterlatende twee zoonen wesende [Abraham en Dirck] gedaegdens en defaillanten in desen, dat deselve in gebreecke en naelatickheyt blyvende van haar voorgenoemde leengoederen te verheffen den eedt van trouw en manschap te doen, de regten van heergewaede ende andere daertoe staende te betalen... etc. (bron: Andre Both)
Gehuwd 30 okt 1718 's Heerenberg, leeftijd minimaal 29 jaar (ongeveer 41 jaar gehuwd) Huwelijks ID nr. 5 (5774) met:
Magdalena Scheers [I16610], dochter van Arnold Scheers en Johanna Pallant.
Overleden 05 feb 1770 's Heerenberg
Kind:
1.
Xaverius Anthony Joseph Johannes Nepomec de Both [I16623]Gedoopt 01 jun 1726 's Heerenberg, overleden 22 nov 1818 Bergh, leeftijd ongeveer 92 jaar. Beroep: leenman en leengrieffier van de graaf van den Berg, tins- en vrijrichter te 's Heerenbergh (1756-1794) en rechter aan Hof van Arnhem |