woman‎Ida van Diemen‏‎ [I29368]‎, dochter van Alard van Diemen en Heilwig Both van der Eem‏.


Dat zij een dochter is uit het gslacht van Diemen wordt gehaald uit de kwartierstaten van hun achterkleinzoon Walram van Erp.

Het wordt verder ondersteund door een beschrijving door Spaen (aangehaald door W. de Haas) van hetzelfde wapen, in een venster in Gemert waarin de kwartierwapens van hun kleindochter Adriana Pieck verwerkt waren, vijf fasces met daartussen 10 lelies, geplaatst 4-3-2-1. Dezelfde auteur vermeld echter dat zij uit het geslacht van Buren stamt en dat haar vader gehuwd zou zijn met een dochter uit het geslacht Both van der Eem.

Bron: "Pieck in de Heraldische Bibliotheek", 1882, door W. de Haas.

In tegenstrijd met de heraldiek is de volgende verwijzing: Arnt Pieck bewijst 18 december 1410 zijn 4 zonen geprocreëerd bij Ida Alerts van Buyrendr hun partagie in haar olders goederen, de zoon Franck genaamd de Vroede krijgt Gameren.

Bron: Arnold Zuiderent

Op 30 november 1334 wordt er gesproken van Jacob van Diemen, schepen van Acquoy.

Bron: Heren en graven van Culemborg.

Gehuwd ‎± 1385
Huwelijks ID nr. 9 (9973)

met:

manArnt Pieck‏‎ [I29365], leeftijd bij huwelijk ongeveer 25 jaar, zoon van Herman Pieck en Agnes van Tricht‏.
Geboren ‎± 1360, overleden ‎voor 1424‎. Beroep: schildknaap, heer van Tuyl, rentmeester (1400), raad van hertog Willem I van Gelre (1401, 1408), overste-rentmeester van Gelre (1401, 1408)

Arnt Pieck bewijst 18 december 1410 zijn 4 zonen geprocreëerd bij Ida Alerts van Buyrendr hun partagie in haar olders goederen, de zoon Franck genaamd de Vroede krijgt Gameren.

Bron: Arnold Zuiderent

Ida van Diemen zou eventueel een bastaarddochter van Alard van Buren kunnen zijn. Alard van Buren, gehuwd met Mabelia, was in 1368 een buur van de weduwe Heilwig van der Eem.
Kind:
1.
manGijsbert Pieck (van Beesd)‏‎ [I29361]
Alias: de Goede, geboren ‎± 1390, overleden ‎nov 1441‎, leeftijd ongeveer 51 jaar. Beroep: schildknaap, rentmeester van Gelre (1413), ambtsman van Beesd en Rhenoy (vanaf 1414), raad en overste-rentmeester van Gelre (1414-1416), thesaurier van Holland in 1420

Bronvermeldingen

1414 - 19 juli - (des Donredages na der heilige apostelen dach divisionis) Reynalt hertog van Gulick stelt zijnen raad en oversten rentmeester van Gelre Giisbert Pieck aan tot ambtman te Beesde en Renoy, ter voldoening eener schuld van 1000 rijnsgulden, regelt uitvoerig zijn rechten en verplichtingen als zoodanig en belooft, hem tenminste acht jaar op deze voorwaarden als ambtman te zullen handhaven.

Bron: Gelderse Rekenkamer.

1420 - 29 september - (op sinte Michiels dach archangeli) Reynalt hertog van Gulich erkent, nog 600 rijnsgld. ontvangen te hebben van zijn ambtman te Beesde en Renoy Giisbert Pieck (volgens de brief van 19 juli 1414) en maakt bepalingen omtrent de lossing van dit ambt en andere aan den ambtman verpande domeinen te Beesde en Renoy.

Bron: Gelderse Rekenkamer.

1422 - 17 november - (des Dynsdaeges na sinte Martyns dach in den wynter) Reynalt hertog van Gulich bevestigt de verpanding aan Giisbert Pyeck van zijn tienden te Beesd, het land den Stapelacker, de gruit en bieraccijns aldaar, alsmede een tiend te Renoy, welke door hem als manieën ontvangen goederen hij tezamen met het ambt te Beesd en Renoy zal mogen behouden niettegenstaande den losbrief, dien de hertog van hem heeft ontvangen.

Bron: Gelderse Rekenkamer.