man‎Jan Peter Adriaen Martens‏‎ [I31528]‎, zoon van Pieter Adriaen Martens en Engel Jan Oubos‏.
Geboren ‎± 1536‎. Beroep: schepen (1584-1588), borgemeester (1589) en weer schepen (1590-1591). Woonplaats: Oosterhout
Hij maakte deel uit van de regering van Oosterhout.
In het laatste jaar, tussen 25 maart en 6 mei, is hij overleden.
In 1563 blijkt hij te zijn getrouwd met Lijnken Allart Adriaen Dircks; samen kochten zij van de erfgenamen van Johanna Jan Nijs een stede aan de Houtse Heuvel.
Daar woonde Jan tot in 1578: dat jaar verkocht hijde stede aan Jan Aert Andriessen en kocht hij van dezelfde een huis, tuin, schuur en erf ten Hout bij de kapel, de Houtse Heuvel west.
Zijn oude stede was belast met een viertel rogge erfpacht aan de begijnen te Geertruidenberg. Maar in de roerige periode van de Tachtigjarige Oorlog is deze niet altijd voldaan. Vermoedelijk is door de bezetting van Geertruidenberg door de Staatse troepen in 1573 het begijnen onmogelijk geweest hun belangen in en om Oosterhout te behartigen.
Later is de situatievoor de 'roomsen' weer wat verbeterd, zodat de vordering weer kon plaatsvinden.
De erfgenamen van Jan Peter Adriaen Martens werden in 1606 door Aert Jan Aert Andriessen gesommeerd om de niet betaalde cijns te voldoen. Aert werd namelijk als erfgenaam en bewoner van de stede die zijn vader van Jan had gekocht door de rechthebbenden onder druk gezet.
Het object wordt bij gelegenheid als volgt omschreven: een huis met hof en erven tot de stede behorende, groot drie lopenzaad, gestaan en gelegen ten Hout aan de Heuvel bij de Weijtering, Adam de Smidt west, de Heuvel noord.
De benaming 'Weijtering' behoeft enige toelichting. Sinds mensenheugenis liggen er op de Houtse Heuvel enkele wat wij nu noemen 'brandkuüen'.
Een daarvan treffen we thans nog aan; hij ligt tegenover het huidige kerkhof, dat is gelegen op de plaats waar vroeger de oude capelle ten Hout heeft gestaan.
Navraag bij enkele zeer bejaarde inwoners van de Hout leert, dat deze zogenaamde brandkuilen in het begin van de eeuw nog door hun ouders de Weijtering genoemd werden.
Bovendien lag aan de zuidzijdevan de Heuvel tegenover de oude jongensschool nog zo'n 'Weijtering', maar die is thans verdwenen, ofschoon de plaats nog zichtbaar is.
Het waterpijl ten opzichte van honderd jaar geleden ter plaatse ongeveer twee meter gedaald.
Jan Peter Adriaen Mertens heeft dus op twee plaatsen gewoond met een wetering voor de deur. Het ontstaan van de naam Weterings via Watringhs, Weitringhs en Weeterings is hiermee wel verklaarbaar, namelijk de plaats van vestiging.
Verder zijn er nog een paar bijkomstigheden. De naam Martens blijft veelvuldig voorkomen. De kinderen van Jans broers hadden dezelfde voornamen, wellicht daarom noemde Jans oudste zoon zich al vlug Peter Jan Watringhs.
Opvallend is, dat de kinderen uit Jans tweede huwelijk Sebrechts of Zeben genoemd worden naar hun moeder, Barbara Sebrechts. Maar uiteindelijk, ongeveer in het midden van de zeventiende eeuw, noemen alle nazaten van Jan Peter Adriaen Martens zich Weterings. Dit in tegenstelling tot de nakomelingen van zijn broers, die blijven zich Martens noemen.

De kinderen uit het eerste huwelijk:
1. Apollonia Jans Watrings trouwde met Jan Cornelis Cocks, die schepen van Oosterhout was van 1603 tot in 1624. Bij de scheiding op 14 juli 1638 van Jans nagelaten boedel blijkt, dat er uit dit huwelijk geen kinderen zijn. Als erfgenamen worden genoemd: Hendrick en Jan Stoffels, Hendrick Keijzer als man en voogd van Marijke Stoffels. Onderzoek naar een eventueel eerder huwelijk van Apollonia met een Stoffels heeft niets opgeleverd.

2. Cornelia Jans Wateringhs is voor 1606 ongehuwd overleden.

3. Peter Jan Waterings.
De kinderen uit het huwelijk met Barbara Sebrecht Adriaens waren:

4. Seben Jans Watrings.

5. Adriaen Jan Watringhs.

6. Catheleijn Jan Watringhs trouwde omstreeks 1609 met Wouter Denis Cornelissen. Hun kinderen, Lijsbeth, Cornelia, Adriana, Adriana en Denis, waren te Oosterhout geboren rond 1610, in 1613, in 1616, in 1619 en in 1622.

7. Adriaen Jan Wateringhs de jonge.

Huwelijk/relatie met:

Kind:
1.
manPeter Jan Peter Adriaen Martens‏‎ [I31526]
Alias: Peter Jan Watringhs, geboren ‎± 1570, overleden ‎23 okt 1624 Oosterhout (NB)‎, leeftijd ongeveer 54 jaar. Beroep: gaarder (borgemeester) over het Westeinde
op 22 september 1596 werd hij tegen een honorariumvan 9 Ł Vlaams het honderd in die functie aangesteld. Als gevolg van deze benoeming zijn er diverse verklaringen ten overstaan van schepenen van oosterhout bewaard gebleven, waarin vorderingen die niet tijdig door betrokkenen waren afgedragen, alsnog werden opgeëist. De borgemeester stond immers met zijn eigen bezit borg voor de te innen belastingen.

In 1613 werd hij als schepen aangesteld en dat bleef hij tot zijn dood.
Hij overleed in de woelige oktobermaand 1624, tijdens het beleg van Breda door de Spanjaarden onder bevel van Spinola.

In het begraafboek van Oosterhout staat dat Peter Weitringhs is gestorven op 23 oktober 1624 en werd begraven in templo (in de kerk).

Peter Jan Watringhs woonde met zijn gezin op een stede, die wordt omschreven als stede met huysinge ende schuer daer op staende, 13 lopenzaad groot, de Houtse steeg zuid en 's heren straat west, belast met twee lopen rogge per jaar aan de pastoor.

Peters kinderen bij Catharina Peters waren:
1. Jan, niet meer in leven bij de boedelscheiding van zijn ouders in 1633.

2. Lijnken wordt twee maal genoemd in het begraafboek. Daarvan is een gedeelte gecopieerd, met als gevolg dat haar overlijdensdatum zowel op 20 maart als op 20 april 1625 is gesteld.

3. Maijcken Peter Jan Watringhs is in 1610 geboren en trouwde te Oosterhout op 1 februari 1630 met Godschalck Sebrechts Anthonissen. Hij zat meerdere jaren in de schepenbank van Oosterhout. Dit paar kreeg zes kinderen en woonde te Leysen. Hun dochter Jenneken trouwde op 19 februari 1664 met Sebrecht Sebrecht Andriessen en werd daarmee stammoeder van de bekende Oosterhoutse familie Van Leysen.
Van Maycken Wateringhs bestaat een zilveren overlijdenspenning, gedateerd 19 oktober 1665.

4. Peter, te Oosterhout gedoopt op 17 februari 1611, jong gestorven.

5. Covert Peter Weitringhs.

6. Cornelia Peter Jan Watringhs, te Oosterhout gedoopt op 24 februari 1617, trouwde eerst (Oosterhout, 31 mei 1637) met Michiel Mathijssen Joosten en kreeg drie kinderen. Op 23 januari 1646 hertrouwde zij te Oosterhout met Anthonius Peter Seben; dithuwelijk gaf haar zes kinderen. Zij woonde respektievelijk op een stede in de Voorstraat en aan de Houtse Heuvel. Op 4 juli 1704 regelde zij notarieel het voogdijschap over haar kleinkind. Haar boedelscheiding vond plaats op 5 februari 1705. Zij bereikte de leeftijd van ongeveer 88 jaar. In haar nalatenschap bevonden zich onder andere drie steden met huizen en schuren, gelegen aan de Houtse Heuvel.

7. Peter, op 13 maart 1619 te Oosterhout gedoopt en jong overleden.

8. Johanna, op 31 maart 1622 te Oosterhout gedoopt, jong overleden.

9. Apollonia's doop werd op 2 oktober 1624 te Oosterhout ingeschreven met de toevoeging ex Made. Mogelijk als gevolg van het beleg van Breda was het huishouden uitgeweken naar Made.