|
|||
Gerard I van Gelre [I66377], zoon van Gerard III Flamens graaf van Vlaanderen en van Leuven.
Alias: de Lange, gedoopt ± 1060, overleden ± 1129, leeftijd ongeveer 69 jaar Ook wel; Gerard IV Flamens, is de vierde Flamens uit het huis Wassenberg, dat in 1371 in mannelijke lijn uitstierf. Hij was de achterkleinzoon van de stamvader van het huis Wassenberg, Gerard I Flamens. Gerard was heer van Wassenberg van 1085 - 1129. In 1096 werd hij, als Gerard I, ook graaf van Gelre. Hij werd in 1096 ook als landgraaf geattesteerd in een keizerlijke oorkonde: MGH Diplomata Henrici IV nr. 459: Gerardus lantgrave, waarschijnlijk met betrekking tot een rijksleen in de Teisterbant. Daarnaast was hij voogd van Erkelenz, Roermond en Utrecht. Gerard was een van de machtigste edelen van Neder-Lotharingen en probeerde zijn bezit vooral ten koste van de bisschop van Utrecht te vergroten. Dit leidde tot conflicten met Utrecht maar ook met de aartsbisschop van Keulen en de graven van Holland. Op rijksniveau was Gerard een trouw bondgenoot van Hendrik IV (keizer). Samen met zijn neef/broer Gosewijn I van Valkenburg dwong hij de benoeming van Hendriks kandidaat af, als abt van Sint-Truiden. Van Gerard is ook de 'schenking' van de kerk van Echt bekend aan het kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, hoewel dat kapittel zich de rechtmatige eigenaar van die kerk waande.
Huwelijk/relatie met:
Kind:
|